Onze uitstoot moét naar omlaag: zo dragen we (thuis) ons steentje bij
Een nieuw rapport laat er geen twijfel over bestaan: onze uitstoot van broeikasgassen moet naar omlaag en wel nu. De oplossingen zijn er, groot en klein.
De Verenigde Naties zijn in het laatst verschenen klimaatrapport erg duidelijk: met de huidige inspanningen om de uitstoot te verlagen, zullen we nooit onder anderhalve graad opwarming blijven en stevenen we af op steeds extremere weersomstandigheden. Actie is nodig, en wel nu. Iedereen moet zijn steentje bijdragen: politiek, bedrijven en burgers.
Veranderingen van gedrag en levensstijl kunnen immers al op korte termijn de wereldwijde uitstoot van eindgebruikers met minstens 5 procent verminderen. Zeker als burgers ondersteund worden door betere infrastructuur, met name in rijke landen. Denk daarbij aan de transitie naar gezonde, plantaardige voeding, minder voedselverspilling en overconsumptie, langer houdbare producten, de thermostaat lager zetten, telewerken en autodelen.
Dit is een beknopte samenvatting van wat er kan en moet gebeuren.
Groene voeding
De wereldwijde voedselproductie is goed voor een derde van de totale menselijke uitstoot, ofwel 17,3 miljard ton CO2 per jaar. Wanneer we die naar omlaag willen, is het dus tijd om daar enkele duidelijke keuzes in te maken. Een eerste duidelijke win zit in het afbouwen van de veestapel.
We weten het al langer, maar blijven het regelmatig naast ons neerleggen als we ons in de winkel afvragen wat we die avond zullen eten: onze vleesconsumptie moet naar omlaag. Als rijke landen immers overschakelen op een meer plantaardig dieet, daalt niet alleen de uitstoot van broeikasgassen, maar wordt er zelfs 100 miljard ton extra CO2 uit de atmosfeer gehaald door de heropleving van natuur. Ook de visvangst duwt hevig op onze ecologische voetafdruk. De traditionele boomkorvisserij is goed voor een jaarlijkse uitstoot van gemiddeld een gigaton koolstof. Dat is meer dan de jaarlijkse uitstoot van alle landen bij elkaar, uitgezonderd China, de Verenigde Staten, Rusland, India en Japan.
Minder dieren op het menu zetten is ecologisch gezien een evidentie, maar er is nog meer winst te halen op vlak van onze voeding. Ook zuivel komt in het vizier wanneer het gaat over uitstoot verminderen, zelfs in België, waar melkveehouders er op tien jaar tijd in slaagden per duizend liter melk veertig procent minder CO2-gassen uit te stoten. Een mooie prestatie, maar die valt in het niets wanneer die sector tegelijk meer melk produceert.
Als wereldwijd 10 procent van de mensen zou overschakelen van vlees op een plantaardig dieet, komt er een land zo groot als Duitsland helemaal vrij
Meer planten eten vergt misschien een aanpassing in ons denken, maar hoeft niet moeilijk, ongezellig of asociaal te zijn. (Vaker) veganistisch eten kan iedereen bekoren, van jong tot oud. Daarbij kunnen consumenten een duwtje in de rug krijgen door supermarkten, want wanneer duidelijk gecommuniceerd wordt over klimaatvriendelijke keuzes, zijn klanten ook geneigd die te maken. Tenslotte is het voordeliger voor je gezondheid, portefeuille en omgeving om zo weinig mogelijk ultrabewerkte voeding te gebruiken.
Groen wonen
Wie minder in contact komt met natuur, is minder geneigd zorg te dragen voor het milieu. Steden vergroenen is daarom niet alleen gezond, het stimuleert ook milieuvriendelijk gedrag van hun inwoners.
Een stadsboom koelt vijf maal meer dan een airco met een koelvermogen van 2 kilowatt
Daarbij werpen meer bomen ook meteen hun vruchten af in de bestrijding van het urban heat island’-effect, waarmee bedoeld wordt dat het op zomerdagen in de stad zeven graden (of meer) warmer kan zijn dan op het platteland. Een boom kan een koelvermogen opleveren van 8,2 à 10,9 kilowatt per uur, vijf keer meer dan een airco.
Wie over een tuin(tje) beschikt, kan ook een mooie bijdrage leveren. En dat zelfs zonder al te veel moeite. Jouw tuin is één stukje in de grote tuinmozaïek van Vlaanderen, goed voor minstens tien procent van de totale Vlaamse oppervlakte. Dat is even veel als er bos is in Vlaanderen. Wanneer wij onze tuinen inrichten zodat ze niet alleen de mens, maar ook allerlei planten en dieren dienen, dan kunnen ze een wapen zijn in de strijd tegen de klimaat- en milieucrisis.
Onze tuinen minder verharden, regenwater meer laten infiltreren en bomen de ruimte te geven om te groeien: het zijn stuk voor stuk oplossingen voor nijpende problemen zoals de aanhoudende hitte en droogte waar we steeds vaker mee te maken krijgen. Ook ons gras anders gaan maaien kan een rol spelen. Laat bijvoorbeeld een stukje van je gazon wat langer worden, als paradijs voor vlinders en bijen. En maai je gras slechts om de drie à vier weken. (Lees meer over dit concept in het dossier van Maar Mei Niet).
Ook de manier waarop we wonen en die huizen verwarmen is een van de fronten waarop vooruitgang geboekt kan worden. Vlaanderen predikt isoleren en renoveren, en bio-ecologisch wonen hoeft al lang geen geitenwollensokkenverhaal meer te zijn.
Badkamer: groene oase?
Van minder lang en kouder douchen met zuinige douchekoppen tot minder plastic zeepflessen aanschaffen: ook in onze badkamers kunnen we onze CO2-uitstoot reduceren. Denk maar eens aan de gigantische hoeveelheden plastic, watjes en wattenstaafjes die erdoor gejaagd worden in een gemiddeld huishouden. Door voor zero waste alternatieven te kiezen, is er minder nood aan nieuw plastic, waardoor er minder aardolie moet gewonnen worden. Heb je toch graag zeep in een plastic fles, kies dan voor gerecycleerd plastic.
Je hebt tegenwoordig ook merken, zoals het Belgische Moro Essentials, die zeep in poedervorm verkopen. De klant koopt het poeder en tovert het thuis om tot zeep met water uit de kraan. Zo hoeven de merken geen grote verpakkingen op te sturen, waar het water al aan is toegevoegd. Hoe groter de producten die je vervoert, hoe meer transport er nodig is en hoe meer CO2 er bijgevolg wordt uitgestoten.
Ook watjes, die afkomstig zijn van katoen, kan je vervangen door herbruikbare versies: minder nieuw katoen betekent ook minder afval en dus een minder grote CO2-uitstoot.
Douchen, je tanden poetsen en nachtcrème smeren is trouwens veel gezelliger met minder (fel) licht. Steek enkel de lamp aan de spiegel aan of gebruik zelfs helemaal geen verlichting als het buiten nog niet donker is.
Iedere dag douchen is trouwens niet nodig. En ook je haar kan je gerust wat minder wassen zonder dat het vies wordt. Zo heb je alweer duizenden liters warm water bespaard. Voor één bad zit je al snel aan 120 à 150 liter water en een douche is goed voor 20 à 60 liter water.
De macht van mode
De kledingindustrie is een van meest vervuilende industrieën ter wereld. Toch kopen we steeds meer stukken voor steeds minder geld. Wie de wereld een beetje beter wil maken, kan snel veel impact hebben door zijn kleerkast in te duiken. We bundelden eerder al tien handige tips om dat te doen. Die kan je uiteraard allemaal toepassen, maar beginnen doe je hoe dan ook bij het begin: kleding meer waarderen en dus ook appreciëren wat je al in je kast hebt liggen. Groener consumeren alleen zal onze uitstoot niet drastisch verlagen. Om dat te bereiken, zullen we ook simpelweg minder moeten verbruiken.
De textielindustrie heeft de vierde grootste klimaatimpact, na voeding, woning en transport.
Dat kan gelukkig zonder dat we moeten inboeten aan modern comfort, want er ontstaan heel veel duurzame initiatieven binnen de modewereld. Snak je zo toch eens naar een nieuw stuk, bijvoorbeeld om mee naar een bijzonder feest te gaan? Ontdek dan gerust eens een andere manier dan naar de winkel hollen om iets te kopen dat je zelden nog zal aantrekken. Zo bieden kledingbibliotheken vandaag heel wat opties. Zelfs voor trouwjurken bestaan er al tal van duurzame alternatieven, dan moet het ook wel lukken voor die outfit voor het bedrijfsfeestje.
Even belangrijk dan minder kopen en in geval van nood duurzame kleding kopen, is de kleding die je hebt goed onderhouden, zodat die langer meekan. Minder wasjes draaien is niet alleen goed voor jouw tijd en je portefeuille, maar ook voor het milieu. En dat zonder aanslag te zijn op je sociaal leven, want het kan perfect, je kleren niet wassen en toch niet stinken.
Verplaatsen met een kleine voetafdruk
De wereld is een dorp geworden waarin we de transportopties voor het kiezen hebben. Een eerste snelle winst zit hem in het schrappen van verplaatsingen. Tijdens de coronacrisis is gebleken dat die lang niet allemaal even noodzakelijk waren. Kan of wil je er niet onderuit? Dan zouden milieuvriendelijkere alternatieven voor de auto of het vliegtuig de eerste keuze moeten worden.
De voordelen van een goed georganiseerde duurzame mobiliteit gaan trouwens veel verder dan enkel een lagere CO2-uitstoot. Straten worden stiller en aangenamer, er vallen minder verkeersslachtoffers, files en smog verdwijnen. Eerste keuzes zouden dan ook telkens wandelen, fietsen of het openbaar vervoer moeten zijn. Lukt dat niet? Bekijk dan eens de mogelijkheden van elektrisch autodelen. Die wagens zijn emissievrij, worden door meerdere mensen gebruikt en iedere gedeelde wagen haalt gemiddeld tien andere auto’s van de baan.
Voor langere afstanden herleven steeds meer internationale treinverbindingen, die je niet alleen op je bestemming, maar ook in vakantiesfeer brengen. Goed nieuws, want treinen stoten veel minder CO2 uit dan vliegtuigen. Rest er je geen andere keuze dan het vliegtuig? Denk er dan aan om de uitstoot van je reis te compenseren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier