Een genie in de keuken
Mocht er ooit een gerecht naar mij worden genoemd – zoals carpaccio, of pêche melba – zou ik dan niet verwachten dat het iets lekkers is? Daaraan moest ik denken toen ik het recept las voor sole Picasso, een gepaneerde, gebakken zeetong, waarover een blik ananas, druiven en aardbeien wordt uitgestort, en waar ook tomaat, gember en banaan aan te pas kwam. Het was een van die bereidingen die in de jaren zestig en zeventig op de kaart van chique restaurants prijkten en die perfect illustreren hoe triest het was gesteld met de gastronomie. Toen kwam de nouvelle cuisine en verdween de tong van Picasso schielijk uit beeld, tenzij misschien in Nederlandse middenklasserestaurants.
Picasso zelf heeft er in ieder geval niets mee te maken, en ik betwijfel ten zeerste of hij er gelukkig van zou geworden zijn. Wel maakte Alice B. Toklas, de partner van Gertrude Stein, in wier salon Picasso een vaste gast was, voor hem eens een bar pour Picasso. Ze pocheerde de vis in court-bouillon en versierde hem met strepen mayonaise, ketchup, hardgekookt ei en groene kruiden. In haar kookboek schrijft ze dat Picasso er wel blij mee was, maar het toch wel meer iets vond voor Matisse – niet zijn beste vriend.
Dat Picasso van eten hield, daarvan getuigt niet alleen zijn werk, maar ook de foto’s waarop hij te zien is in de keuken of aan de eettafel. Hij werd geïnspireerd door groente en fruit, door geuren en gerechten en door keukengerei, dat hij vervormde tot vreemde wezens. In de periode dat hij in Vallauris woonde, maakte hij borden met eten erop, in keramiek. En dan zijn er de vluchtige schetsen die hij maakte op de hoek van een papieren tafellaken, in een van zijn favoriete restaurants. Volgens een van de legendes ontstond het kubisme in cafés, restaurants en cabarets van Parijs en Barcelona. Er werd absint gedronken, en kunstenaars zagen hoe het licht brak door de glazen karaffen en glazen. Een nieuwe kunststroming werd geboren.
Een van die legendarische plekken waar Picasso graag at, was Els Quatre Gats, dat opende in 1897. De toenmalige directeur erkende al vroeg het talent van Picasso en vroeg hem een menukaart te ontwerpen en een affiche voor de plat del dia, de dagschotel. Het restaurant is een van de vier gelegenheden die tijdens de tentoonstelling La Cuina de Picasso hun steentje bijdragen. Met de vraag ‘Wat is koken’ laat Ferran Adrià zijn licht schijnen over de vraag wat het betekent om mens te zijn en creatieveling. De chef van El Bulli kennende zal de vraag niet eenduidig worden beantwoord. Die twee talenten samen zijn een omweg waard voor wie deze zomer toch al onderweg is naar het zuiden.
Museu Picasso, La Cuina de Picasso, tot 30/09. museupicasso.bcn.cat p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier