Zo lukken je zelfgemaakte vegan burgers altijd

© Getty
Eva Kestemont
Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Te nat, te kruimelig, te flets… Er is veel dat mis kan gaan als je zelf groenteburgers maakt, maar niet meer na deze duidelijke tips.

Dagelijks verbruikt de Belg zo’n honderd liter kraantjeswater, maar ons totale waterverbruik ligt tientallen malen hoger. Daar wil de Water Challenge je bewust van maken, door je zes weken lang uit te dagen minder water te verbruiken, rechtstreeks en indirect. Een eerste manier om dat te doen, is je eetpatroon aanpassen.

Daarvoor geeft de Water Challenge enkele erg concrete tips, gaande van het organiseren van een plantaardig aperitief tot letten op het land van herkomst van je producten. Met de bonusopdracht, een vegan burger maken en daar een foto van delen, kan je bovendien een bon winnen om te gaan eten in een vegetarisch restaurant. Wij helpen onze lezers graag een handje.

Door je eigen groenteburgers te maken, win je immers verschillende keren. Het zou maar sneu zijn als je vaker vegetarisch of veganistisch zou eten voor de planeet, maar daarvoor zou leunen op in plastic verpakte en doorgaans erg bewerkte vervangproducten. Je eigen burgers maken is daarbovenop veel eenvoudiger dan je denkt en levert een resultaat op dat goedkoper én lekkerder is dan de voorgemaakte exemplaren uit de supermarkt. Aan de slag dus!

Van basis tot kruiding: de theorie

Een goede burger bestaat uit vijf elementen. Ten eerste moet je zorgen voor een basis (vaak peulvruchten zoals linzen, zwarte of witte bonen, kikkererwten,…). Als tweede ingrediënt kies je een element dat textuur geeft. Dat kunnen wat gehakte noten of zaden zijn voor een knapperig effect of granen zoals bruine rijst of farro voor een meer chewy bite. De derde factor is binding. Die bestaat in vegetarische burgers vaak uit eieren of kaas, maar ook voor een vegan burger heb je opties genoeg. Denk maar aan zijdetofu, aquafaba (het vocht van kikkererwten op blik) of zelfs gewoon wat water in combinatie met een droge binding zoals broodkruim.

Vietnamese tofoeburger (recept onderaan)
Vietnamese tofoeburger (recept onderaan)© Plants Only Kitchen

Na de technische aspecten is het tijd om aan de smaak te denken. Want wat is een groenteburger nu zonder groenten? Je kan eender wat gebruiken. Enkele voorbeelden: fijngeraspte wortels, gebakken paddenstoelstukjes, pompoenpuree, geroosterde paprika… Burgers zijn een prima manier om restjes mee te verwerken, dus experimenteer erop los! De vijfde en laatste categorie van de vegan burger mag ook zeker niet vergeten worden: de kruiding. Wees niet te zuinig met peper en zout en kijk gerust ook eens verder dan dat. Wat chili, komijn en koriander doen het bijvoorbeeld erg goed in heel wat mengelingen. Ook verse kruiden of een kneep citroensap kunnen helpen om je burger wat frisheid te geven, wat miso in je mengsel zorgt dan weer voor umami.

Van zodra je de basis van burgers begrijpt en wat voeling krijgt met de verhoudingen tussen die vijf elementen, kan je volop aan het experimenteren slaan met de inhoud van jouw koelkast. Belangrijk om daarbij in gedachten te houden:

  • Mik je alle ingrediënten gewoon in een keukenmachine of blender, dan heb je je beslag klaar in enkele minuten. Blend evenwel niet te lang, want je wil vaak wel nog iets van textuur in je burgers. Je kan ook na het blenden nog wat meer textuur toevoegen, bijvoorbeeld in de vorm van wat gekookte quinoa, groentestukjes of een blikje maïs.
  • Het allermoeilijkste aan zelf vegan burgers maken is de vochtbalans juist krijgen. Een te droge mengeling zorgt voor een burger die uit elkaar valt tijdens het bakken, een te natte voor een papperige hap die niet aangenaam voelt in de mond. Belangrijk om na te gaan tijdens het samenstellen van je mengsel is hoeveel vocht er (tijdens het bakken nog) zal vrijkomen uit de groenten die je toevoegt. (Knijp geraspte groenten altijd goed uit en giet overtollig vocht na het voorbakken van groenten af voordat je ze onder je beslag mengt.) Daar stem je immers de hoeveelheid droge ingrediënten in je mengsel op af. Je kan tijdens het bereiden van je mengsel altijd nog wat extra broodkruimels of vocht toevoegen.
  • Homemade groenteburgers laten zich gemakkelijk invriezen. Maak dus gerust een dubbele portie en bewaar de helft in de vriezer. Meer maken kost je niet zoveel extra tijd, maar bespaart het je later wel op een druk moment.
  • Het kan helpen om stevige burgers te krijgen als je je mengsel vóór het balletjes rollen en platduwen een uurtje in de koelkast laat rusten.
  • Groenteburgers zijn iets fragieler dan hun vleesvariant, dus behandel ze tijdens het bakken met liefde. Gebruik genoeg olijfolie, keer ze niet te vroeg om en gebruik een goede spatel die goed onder de burger door kan.
Groene quinoaburgers (recept onderaan)
Groene quinoaburgers (recept onderaan)© Lisa Cohen

Van biet tot quinoa: de praktijk

Is het nog wat te vroeg voor jou om te gaan freewheelen? Hanteer dan gerust volgende recepten als leidraad. Ze zijn heerlijk als je ze op de letter volgt, maar niets zou je moeten tegenhouden om bijvoorbeeld kikkererwten te vervangen door een zelfde hoeveelheid witte bonen, of andere groenten en smaakmakers te gebruiken. Veel plezier!

Burgers van rode biet

Falafel met pinda’s en komijn

Linzenburger met cashewnoten en mango-komkommerrelish

Vietnamese tofoeburger

Groene quinoaburgers

Kikkererwtenburgers met koriander

Vegetarische burger van gerstemout en tofoe

Sojaburgers met sesam

.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content