Sarah Parent (Go Forest) schrijft boek over klimaatactivisme: ‘Als alles en iedereen duurzaam is, betekent het etiket niets meer’

Sarah Parent schreef 'Not your average climate activist' © Getty
Redactie Knack Weekend

Sarah Parent is mede-oprichter van Go Forest, een bedrijf dat zich richt op bosbouw en herbebossing. In haar boek ‘Not your average climate activist’ deelt ze haar persoonlijke en professionele verhaal. Daar horen ook ecotips bij én een kritische blik op bedrijven die bomen planten als greenwashing.

Klimaatactivisme combineren met ondernemen, dat is wat Sarah Parent van Go Forest wil doen. Met Go Forest kiest ze voor de middenwegaanpak: bedrijf per bedrijf, bos per bos, boom per boom. Ze pende haar verhaal neer in een boek, waar wij het hoofdstuk rond ‘treewashing’ uit mogen delen. Scroll ook zeker naar onderen voor drie gemakkelijke ecohacks.

Greenwashing & treewashing

Bedrijven maken zich schuldig aan greenwashing om verschillende redenen. Duurzaamheid en milieuvriendelijkheid zijn populairder en populairder bij consumenten. Door op die trend in te spelen, hopen bedrijven een positief imago te creëren en meer klanten aan te trekken. Daarnaast kunnen bedrijven die als duurzaam beschouwd worden sneller investeerders binnenhalen of profiteren van subsidies. Bedrijven geven dat trouwens vaak gewoon openlijk toe als wij vragen waarom ze bomen planten met ons. Het positieve is dat die extrinsieke motivatie vaak verandert naar intrinsieke motivatie als ze een tijdje met ons samenwerken. We maken de ecologische en sociale impact van de bomen die wij voor hen planten zichtbaar, met foto’s en video’s. Zo veroveren we hun hart.

Greenwashers misleiden de consument, die gemanipuleerde (en verkeerde, niet-duurzame) keuzes maakt. Ze zetten de verkeerde toon naar de rest van de markt, waardoor de lat veel te laag komt te liggen

Er zijn natuurlijk schandalige gevallen van greenwashing door grote bedrijven. Maar zeker kleinere bedrijven doen het soms onbewust. Er zijn nog geen duidelijke richtlijnen over welke producten duurzaam zijn, en zich zo mogen noemen, en welke niet. Bedrijven creëren dan maar hun eigen definitie van duurzaamheid. Het gevolg is dat we platgeslagen worden met de term. Als alles en iedereen duurzaam is, betekent het etiket niets meer.

Of het nu bewust gebeurt of niet, greenwashing is nadelig voor de planeet. Greenwashers misleiden de consument, die gemanipuleerde (en verkeerde, niet-duurzame) keuzes maakt. Ze zetten de verkeerde toon naar de rest van de markt, waardoor de lat veel te laag komt te liggen. Ze overschaduwen bedrijven die écht goed willen doen en nog een heel traject aan het afleggen zijn. Het is dus absoluut belangrijk om voorbij de marketingcampagne te kijken, en naar de feitelijke prestaties van bedrijven. Welke onafhankelijke beoordelingen en certificeringen heeft het bedrijf of product behaald? Wat zegt hun duurzaamheidsrapport? Is het een vage visie, of zijn er effectief serieuze stappen gezet met een duidelijk plan ook voor de komende jaren?

De bakker en de multinational

Binnen ons team leefde er op een bepaald moment steeds meer frustratie over het aantal bomen dat bedrijven planten, in verhouding tot hoe groot ze zijn. Als de lokale bakker om de hoek tweehonderd bomen plant, dan vinden we dat allemaal ongelooflijk mooi. Als een multinational tweehonderd bomen plant, en daar trots mee uitpakt, dan rollen we allemaal eens met onze ogen.

We vinden het een probleem als grote bedrijven Go Forest gebruiken (misbruiken?) om de verkeerde ‘toon’ in de markt zetten

We zijn altijd heel blij als bedrijven, hoe groot ze ook zijn, de eerste stap zetten om iets terug te doen voor de planeet. Maar we vinden het ook een probleem als grote bedrijven Go Forest gebruiken (misbruiken?) om de verkeerde ‘toon’ in de markt zetten.

We wilden onze klanten niet alleen helpen om bomen te planten en daar ook over te communiceren naar hun eigen klanten en medewerkers, we wilden hen ook helpen om dat op een geloofwaardige manier te doen. Hoeveel bomen moet je, in jouw sector en met jouw schaal, planten om als een geloofwaardig bedrijf beschouwd te worden door de consument? Om niet over te komen als extreme activisten wilden we die geloofwaardigheidsdrempel niet zomaar met de natte vinger vastleggen. Nee, er moest een wetenschappelijke basis zijn voor onze aanbevelingen.

Daarom hebben we samen met het communicatiebureau Bubka en met professor Gino Verleye (UGent) een onderzoek uitgevoerd bij duizend consumenten over de gepercipieerde geloofwaardigheid van merken wanneer ze eco-initiatieven nemen, zoals het planten van bomen. De resultaten waren verbluffend:

83 procent van de consumenten verwacht dat de bedrijfswereld controle neemt over de duurzame transitie.

68 procent vraagt dat bedrijven hen begeleiden in duurzamer gedrag.

95 procent vindt bomen planten een goede manier voor bedrijven om iets aan hun eigen CO2-uitstoot te doen.

Het onderzoek wees ook uit dat consumenten de klimaatacties van bedrijven vandaag weinig geloofwaardig vinden. Slechts 9,7 procent van de duurzame campagnes vandaag wordt als geloofwaardig beschouwd, en minder dan 7 procent van de huidige campagnes motiveert de consument om een duurzame keuze te maken. Er is dus werk aan de winkel. Maar we kunnen het ook positief bekijken: écht geloofwaardige campagnes, en vooral écht geloofwaardige acties, hebben een groot potentieel om het gedrag van de consument te veranderen.

Het valt op dat de jongste generaties veel meer verwachten van bedrijven op het gebied van duurzaamheid

Uit ons onderzoek bleek ook dat consumenten van de ene sector al meer verwachten dan van de andere sector. De verwachtingen liggen het hoogst bij de volgende groepen: de reissector, de energieleveranciers, de IT- en printsector, de overheid en de gezondheidssector (zoals de farmabedrijven).

Onze respondenten kwamen uit elke generatie, en het valt op dat de jongste generaties veel meer verwachten van bedrijven op het gebied van duurzaamheid. Logisch en terecht, aangezien zij de gevolgen dragen van de klimaatopwarming. Dat betekent dus dat bedrijven die zich met hun producten of diensten vooral op Gen Z (Zoomers) richten gemiddeld 25 procent méér bomen moeten planten om geloofwaardig te zijn.

Dankzij de data uit het onderzoek kunnen bedrijven berekenen hoeveel bomen ze zeker moeten planten om te voldoen aan de verwachtingen van hun doelgroep. Die geloofwaardigheidsdrempel is dus voor elk bedrijf anders. Grote bedrijven in vervuilende industrieën zullen harder moeten werken en meer bomen moeten planten om impact te maken.

Meer info hier: goforest.be/credibilitreetool

Sarah Parent

Drie ecohacks uit ‘Not your average climate activist’

  • Probeer niet via de winkelstraat naar je bestemming te wandelen (of klik die ene webshop niet aan)

Het zou gek zijn als ik mijn eigen ecologische voetafdruk nog niet berekend zou hebben. Ik scoor onder het gemiddelde (gelukkig!), maar wat me opviel is dat het grootste aandeel te herleiden is tot mijn koopgedrag. Gezien de droom om in een vorig leven modeontwerpster te worden, heb ik nog steeds veel liefde voor de nieuwste trends in fashion. Maar een van de grootste afvalstromen komt van mode, dus we moeten ons koopgedrag bijstellen. Dus bedenk wat vaker: heb ik dit item echt nodig? Kan ik niet beter investeren in tijdlozere stuks die ik veel langer kan dragen? Wat voor mij helpt, als voormalige shopaholic, is om gewoon niet naar de winkelstraten te gaan of om gewoon niet te surfen naar webshops. Als je er geen weet van hebt, kan je ook niet in verleiding komen. Als ik in Gent bijvoorbeeld van een parking naar een of andere meeting wandel, dan sla ik de Veldstraat bewust over. Zelfs tijdens de sluitingsuren kan ik nog altijd vallen voor dat ene stuk in de etalage. Win-win want als het een omweg bevat, dan heb ik meteen meer lichaamsbeweging gehad.

Naast het aanpassen van mijn shopgedrag, vind ik het belangrijk om kledingstukken een tweede leven te geven. Ik doneer mijn kleding vaak aan vrienden, familie of mensen in armoede. Het risico met het verkopen van goederen online op platformen zoals Vinted is – vind ik – dat je geneigd bent om vervolgens iets te kopen met het geld dat je verdiend hebt. Toch ben ik fan van tweedehandsplatformen en winkels, omdat de impact al veel lager ligt omdat stuks meerdere levens krijgen. Een leuk feit vind ik ook dat versleten looks vaak ‘in’ zijn en het dus niet erg is om een oud artikel te dragen.

Retailers zoals A.S. Adventure zetten ook hard in op recycling en upcycling, allemaal om de consument weg te houden van een mindset waarbij er telkens direct een nieuw stuk moet worden gekocht. Merken zoals Patagonia vormen excellente inspiraties in de markt met campagnes zoals ‘Don’t buy this jacket’

  • Strijk wat minder

Het klinkt misschien als muziek in de oren en misschien minder haalbaar, maar door minder te strijken, bespaar je heel wat energie. Als ik nieuwe kledij koop, dan let ik erop of ik het stuk moet strijken of niet. En ik strijk mijn stuks pas als ik ze aandoe, omdat ze vaak toch opnieuw kreuken in de kast. Denk er ook over na of het echt nodig is om ondergoed en kousen te strijken. Zelfs mijn beddenlaken ligt er gekreukt bij en het kan me een worst wezen.

  • Volg inspirationele blogs of sociale media accounts rond zero waste

Een van mijn favoriete blogs is Zero Waste Home van Bea Johnson. Zij moedigt haar lezers aan om afval te bekijken op basis van vijf R’s: refuse, reduce, reuse, rot, and recycle. En we moeten ons meer de vraag stellen of het voorwerp in de eerste plaats wel nodig was.

‘Not your average climate activist’ – Sarah Parent

‘Not your average climate activist’ – Sarah Parent, Lannoo, 34.99 euro

Lannoo.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content