Jean-Paul Mulders
‘De vrouw vond haar liefdesverdriet zwaarder dan haar multiple sclerose’
Mijn dochter heeft last van minnepijn, zoals dichters dat noemden die allang geen liefdesverdriet meer kunnen voelen. Ze vond een jongen leuk, maar opeens begon hij raar te doen. Dat verbaast mij niet. Ik rook al onraad toen ze vertelde dat hij had gezegd ‘niet te snel’ te willen gaan.
‘Meestal is het het meisje dat zoiets zegt’, opperde ik, maar ze wuifde mijn opmerking weg.
‘Misschien was dat zo toen jij jong was’, zei ze, en plukte een stofje van haar kabeltrui.
Dat zou natuurlijk kunnen. De wereld verandert, niet zelden op een manier die mij naar adem doet happen. Maar sommige dingen blijven kloppen. Ik waarschuw dat ze moet uitkijken voor rode vlaggen, bijvoorbeeld wanneer een jongen de mond nog vol heeft van zijn ex. Soms stuurde hij niet snel terug, maar hij had het natuurlijk razend druk. Ik zeg dat drukte geen excuus is. ‘Zelfs de premier of de president antwoorden binnen de minuut als ze stapel op je zijn.’
Intussen houdt zij zich sterk. Ze leest uit vrije wil een boek en tekent een leuke cartoon voor Nederlands. Maar soms droomt ze weg en zie ik hoe er weemoed in haar ogen sluipt. Ik besef dat ik niets kan doen, behalve open deuren intrappen. Stiekem ben ik blij dat ik niet degene ben die met liefdesverdriet worstelt. Ludduvuddu: zo banaal als het lijkt bij een ander, zo verwoestend kan het zijn als je er zelf doorheen moet. Ik vroeg eens aan een vrouw met liefdesverdriet en multiple sclerose: ‘Welk van die twee vind je nu eigenlijk het lastigst om te dragen?’
Drukte is geen excuus, zeg ik mijn dochter. ‘Zelfs de premier of de president antwoorden binnen de minuut als ze stapel op je zijn.’
Ze keek mij verbaasd aan en antwoordde zonder aarzelen: ‘Wat een vraag! Het liefdesverdriet natuurlijk.’ Toen ik studeerde, heb ik een meisje uit liefdesverdriet naar beneden weten springen van een studentenhome van acht verdiepingen. Soms vraag ik mij af wat ze daar nu zelf van zou vinden als ze het overleefd zou hebben. Ik prijs mij gelukkig dat er minder blinde hartstocht in mijn leven is dan vroeger. Ik heb die bedwongen door de juiste boeken te lezen en simpelweg ouder te worden.
Bij het oud papier vind ik een foto van een jongeman met krulhaar en een scherpe kaaklijn. ‘Is dit de gevallen engel?’ vraag ik aan mijn dochter. Ik houd de foto tussen wijs-en middelvinger als was het een trouweloos insect. Ze grijnst en zegt: ‘I wish. Dat is een acteur. Als hij er zo uitzag, zou ik het wel moeilijker hebben.’
Ik druk haar op het hart minder te kijken naar de kaaklijn en meer naar hoe ze haar behandelen. Ik kan nog net inslikken: uiterlijk is niet het belangrijkste. Wat helpt het te herhalen wat ze mij vroeger probeerden wijs te maken? De wereld is uiterlijker dan ooit geworden, in deze tijd van Botox, TikTok en schoonheidsfilters. Ik las hoe schaamte welig tiert onder de jongeren.
De avond valt, schaduw knaagt aan de hoeken van de kamer. Het is die donkere periode van het jaar waar ik zo dol op ben. Ik ben een wezen van de schemering, dat april de wreedste maand vindt. Mijn dochter dreunt dapper formules op van fotosynthese, terwijl mijn gedachten nog vertoeven bij de scheikunde van het hart.
Ik ben blij als ze vraagt zoals vroeger: ‘Maak jij straks nog eens warme chocomelk?’
Lees ook: Eerste hulp bij liefdesverdriet: een weekend in het allereerste Heartbreak Hotel
Lees ook: Onderzoek: ‘Vrouwen raken moeilijker over relatiebreuk heen dan mannen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier