Nooit gedacht dat ik, van alle dingen in de wereld, nog eens zo zou gaan kicken op vulpennen. De vulpen is een tamelijk lullig iets om aan verslaafd te raken, in vergelijking met al die spannender zaken die god en de duivel hebben geschapen. Men kan verslaafd zijn aan drank en aan heroïne, aan shoppen, aan het eten van stenen en naar verluidt zelfs aan het drinken van nagellak of het likken aan de vacht van katten. Berucht is ook de seksverslaving, waar ik nooit echt het zorgwekkende van heb ingezien.

Kerels als Daan Stuyven boffen maar, met hun elektrische gitaren die als fallussymbolen aan de muur van hun studio zijn opgehangen. De eerste vrouw moet nog geboren worden die opgewonden geraakt van een collectie vulpennen. Mijn genotsmiddelen heten niet Razorback of Stratocaster, maar luisteren naar sulliger namen als Pelikan, Conway Stewart of Parker. Ze zijn vervaardigd uit materialen als celluloid en hard rubber.

Nieuwe vulpennen bekoren mij maar matig, een uitgesproken voorkeur voel ik voor de vintage exemplaren die op een rijk gevuld leven kunnen bogen. De voorlopig laatste is een kloeke Sheaffer Balance Oversize in het gezochte grijs met rode aderen, die ijlings kwam aangevlogen uit overluchtse oorden. Ik kreeg de pen met fikse korting omdat er een naam in gegraveerd staat. Verzamelaars houden daar niet van, zij zien de pen bij voorkeur in een toestand alsof zij nog maar pas de fabriek heeft verlaten. Zelf verzamel ik liever verhalen dan dode materie. Het doet mij dromen een glimp op te vangen van een vorige eigenaar.

Nelson Lally, heet die in dit geval. Ik moet toegeven dat die naam mij aanvankelijk wat tegenstond, met dat woordbeeld dat aarzelt tussen lallen en de heldhaftigheid van zeeslagen. Ik heb wat opzoekwerk verricht, des nachts wanneer ik niet kan slapen en mijn gedachten naar de curieuzere uithoeken van de schepping afdwalen. Over deze Lally viel terug te vinden dat hij tussen 18 mei 1882 en 29 december 1954 geleefd heeft en in Hollywood woonde. Ik kwam erachter dat hij journalist is geweest, het soort dat zich specialiseerde in de goede dingen van het leven. Hij schreef voor the Evening Herald, onder meer over dansen, societynieuws en over sportwagens van het merk Studebaker. Zoiets schept een band. Dankzij Google Streetview kon ik voor het huis van ‘mijn’ Lally ronddwalen. Ik vond een foto van zijn koperen naamplaatje in het columbarium.

Getrouwd was hij met een Marjorie, wat ik een bekoorlijke naam vind voor een vrouwspersoon van voor de oorlog. Misschien beleefden zij een wonderlijk liefdesverhaal in het Hollywood ten tijde van The Great Gatsby, met opwindende cocktailparty’s en wandelingen door herfstige lanen. Te romantisch wil ik mij dat echter ook niet voorstellen, evengoed zie ik mijn Nelson zitten met bretellen in een achterkeuken. Wellicht was hij racistisch, homofoob en jodenhater, zoals driekwart van de mannen in die dagen. Misschien vond hij dat de vijf jaar jongere Marjorie het best aan de haard zat terwijl hij zelf op rokken kon gaan jagen.

Of Lally een toffe peer was of een patserige eikel : daarover zwijgt mijn vulpen zedig, al is zij technisch gesproken in staat meesterwerken van de vertelkunst op te schrijven. Zo’n pen blijft een nederige dienaar, of zij nu in parelmoer is uitgevoerd, in cracked ice of sterlingzilver. Zij getuigt van een prettig soort democratie in de wereld, namelijk dat niet het schrijfinstrument van belang is, maar datgene wat ermee wordt opgeschreven.

Het blijft mij fascineren hoe het Woord gedachten springlevend van de bladspiegel kan doen opveren, terwijl de persoon die ze gedacht heeft vaak al een eeuwigheid is verdwenen.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Misschien beleefden zij een wonderlijk liefdesverhaal in het Hollywood ten tijde van The Great Gatsby

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content