Magere lijfjes, mooie knapen
Met de opkomst van androgyne popsterren uit Groot-Brittannië maakt een nieuw soort mannelijkheid opgang. Hoe iele maar sexy knaapjes de wereld veroveren.
Tom Vandyck
Er roert zich dezer dagen iets in vele meisjesharten. Posters gaan van de muur. Oude idolen worden vervangen door nieuwe pin-up-jongens. Op zich is dat alles behalve verbazingwekkend. Aan het helse ritme waarmee de hedendaagse popcultuur evolueert, gaat een generatie sterren nog hooguit één of twee jaar mee. Wel verbazend is het feit dat de nieuwe generatie mannelijke sekssymbolen het moet hebben van een heel ander soort aantrekkingskracht dan hun voorgangers. De klassieke adonis is uit.
Vorig jaar deze tijd mocht de Amerikaanse filmacteur Keanu Reeves zich nog verheugen op de status van waarschijnlijk aantrekkelijkste man op de planeet. Reeves’ appeal is al bij al makkelijk verklaarbaar. Hij is atletisch, jongensachtige en symmetrisch, maar ook : eerder conventioneel in zijn perfectie. In de loop van 1995 werd hij echter van de troon gedrongen door een nieuw soort man. Een generatie van Engelse popsterren stond op, en met hun succes maakte een nieuwe definitie van mannelijkheid opgang. De voornaamste exponenten : Damon Albarn en Jarvis Cocker, zangers van respectievelijk Blur en Pulp, en de broers Noel en Liam Gallagher, frontfiguren van Oasis. Stuk voor stuk zijn ze onwaarschijnlijke sekssymbolen. Ze zijn mager, ongewassen en zien er meestal alles behalve blakend uit. Bovendien hebben deze iele knapen gemeen dat hun seksuele identiteit zich niet zomaar laat raden. Dikwijls moet je twee keer kijken om zeker te weten of je met jongens dan wel meisjes te doen hebt. Hun stijl is een samenraapsel van dandy-eske en streetstyle-elementen. Kokette jasjes en wijd opstaande kragen, maar evengoed Adidas-truitjes, losjes gedragen corduroy broeken en suède shell toe-sportschoenen. Op foto’s benadrukken ze hun kwetsbaarheid extra door breekbare poses aan te nemen en dromerig in het ijle te staren. Maar dat wil niet zeggen dat het om zwakke figuren of losers gaat. De nieuwe jonge goden zijn zich drommels goed bewust van hun impact. Achter de quasi-ijle blikken zit flink wat speelse arrogantie en verwaandheid. Ze zijn sexy en ze weten het.
Terzelfder tijd zijn er gelijkaardige tendensen in de mode en de publiciteit. Mannequins worden, zoals bekend, hoe langer hoe magerder. Borsten en billen verdwijnen. Het resultaat is een prepuberaal figuur dat minder doet denken aan een vrouw dan aan een klein meisje. De mannen lijken nu ook naar dat beeld toe te evolueren. In Newyorkse modekringen maakt dezer dagen de zanger Donovan Leitch furore als model voor gerenommeerde tijdschriften als de Amerikaanse Vogue en Harper’s Bazaar. Leitch weet uitstekend hoe je mascara moet gebruiken, en vindt het spijtig dat het mannen niet gegund is om minirokken en dat soort leuks te dragen. De naam van zijn groep ? Nancy Boy, nota bene. Qua look zou Donovan Leitch met zijn ranke lijf en zijn Beatleske haartooi opvallend goed passen bij de Britpop-bende. Ook de mannen die opduiken in de recente advertenties van Gucci zouden zo voor leden van Blur of Oasis kunnen doorgaan. Zeer typerend is de evolutie in de reclamecampagnes van Calvin Klein. Twee jaar geleden was de rapper-annex-bodybuilder Marky Mark nog het gezicht van Kleins mannenondergoed-collectie. Leg deze campagne naast de huidige voor het uniseks parfum cK one. Het contrast is frappant. Hier geen spierenbundels. Wel een verzameling dunne, nors kijkende, ruziënde jongens en meisjes, die fysiek niet zo heel erg veel van elkaar verschillen. Blikvangers zijn Kate Moss en de bijzonder androgyne, kortharige Aziatisch-Amerikaanse Jenny Shimizu. De campagne voor cK one werd voorafgegaan door een uitgebreide marketingstudie van de huidige generatie, die, zoals Calvin Klein stelt, ?gelooft dat jezelf-zijn sexy is”. Het Britpop-silhouet raakt dus ook in de Verenigde Staten in zwang. Klein liet overigens al weten dat hij in de toekomst graag met Gaz Coombes zou werken, de zanger/gitarist van de Engelse revelatie Supergrass.
Doorheen de hele pophistorie hebben mannelijke artiesten gepronkt met hun vrouwelijke trekjes. In de vroege rock-‘n-roll-jaren was er Little Richard, die zijn van nature al delicate gelaatstrekken nog eens extra benadrukte met zwaar aangezette eyeliner en een weelderig vetkrullenkapsel. In de jaren zestig liep Mick Jagger op het podium als een pauw te pronken met zijn magere lijf. Zijn verwaande danspasjes brachten zowel jongens als meisjes in extase. Hij had ze afgekeken van Tina Turner. David Bowie nam in het daaropvolgende decennium de fakkel over. In overeenstemming met de geest van de jaren zeventig ging Bowies decadente extravaganza flink uit de bocht, met wilde kostuums en rijkelijk aangebrachte make-up. Berucht zijn de verhalen over de vermeende affaire tussen David Bowie en Mick Jagger. Er zijn foto’s in omloop die de twee rocklegendes tonen, verwikkeld in een innige tongzoen. Bovendien zouden ze ooit wel eens samen in bed betrapt zijn. ?Niks aan de hand. In die tijd was iederéén biseksueel”, minimaliseerde Jagger later. De controverse werd er nauwelijks minder om. In het begin van de eighties, ten slotte, was er de New Romantics-beweging, met figuren als Adam Ant, de vroege Duran Duran en Robert Smith van The Cure. Zij gingen zich te buiten aan exuberant escapisme of publiek beleden weltschmerz, droegen regelmatig een jurk en waren nooit ver van de make-uptafel te vinden. Een Vlaamse vertegenwoordiger van deze beweging was de vroeg overleden dichter Jotie ’t Hooft.
Androgynie is dus een oud gegeven in de popmuziek. Maar terwijl het flirten met biseksualiteit bij Bowie en Jagger en hun tijdgenoten eerder groteske, theatrale vormen aannam, dragen de Britpop-jongens van vandaag hun tweeslachtigheid met schijnbaar grote nonchalance. Want wie sexy wil zijn, mag daar vooral niet te veel zijn best voor doen. Fitness-clubs zijn verboden terrein, en hoe uitgekiend hun outfits ook zijn, ze zien eruit alsof ze louter toevallig uit de kleerkast gehaald zijn. Alledaagsheid en bereikbaarheid zijn belangrijke elementen in het succes van figuren als Cocker, Albarn en de Gallaghers. Het zijn gewone lads. Sinds hun komst mogen meisjes dromen van popsterren die er niet anders uitzien dan de jongens in hun straat of school. En voor diezelfde jongens is het makkelijker om zich met hun weliswaar beroemde gelijken te identificeren dan met de onrealistische Amerikaanse sporthengsten die traditioneel voor sekssymbool doorgaan.
Jongeren van tegenwoordig hebben naar verluidt een hang naar authenticiteit. De geprefabriceerde rock-ster doet het niet meer. De antihelden van de Amerikaanse grunge van twee, drie jaar geleden vertolkte dat gevoel al. De huidige Britpop-golf geeft er een eigen interpretatie aan, zonder het pathos van Nirvana’s Curt Cobain, maar met typisch Engelse ironie en flegma. Met die houding gaat een onvervalste laat-maar-hangen-mentaliteit gepaard. Onconventioneel gedrag wordt hoog gewaardeerd. Toen pop-opa Cliff Richard bijvoorbeeld Supergrass ontmoette, complimenteerde hij hen collegiaal over hun debuutsingle Caught By The Fuzz (gepakt door de politie). Uit sympathie vertelde hij dat hijzelf op net dezelfde leeftijd debuteerde. ?Juist,” repliceerde Supergrass zeer gevat, ?maar jouw eerste single ging niet over marihuana roken, zoals de onze.” En Johnny Depps marktwaarde als sekssymbool van de nieuwe generatie schoot de hoogte in toen hij vorig jaar na een ruzie met zijn vriendinKate Moss een hotelkamer kort en klein sloeg in grote rock-‘n-roll-stijl. Ook goedgedoseerde arrogantie is een probaat verleidingsmiddel. ?Wij zijn walgelijk ijdel”, verklaarde Blurs bassist Alex James in een interview. ?We zien er goed uit en dat zeggen we ook openlijk.” Oasis vindt zichzelf dan weer de beste Britse popgroep sinds de Beatles. Jarvis Cocker van Pulp liet zich op een gegeven moment ontvallen Wet Wet Wet, de nog steeds aan de slag zijnde gewezen teeny-bopper-sensatie uit de late jaren tachtig, maar crap (onzin) te vinden. ?Het interesseert mij niet wat hij of zij denkt”, reageerde Wet Wet Wet-frontman Marti Pellow. Hij of zij. De nagel op de kop.
Wie zijn de nieuwe mannelijke sekssymbolen ? Is hun opkomst een weerspiegeling van de veranderende visie op seksualiteit in het aidstijdperk ? Is de Nieuwe Man, waar vrouwenbladen nu al haast decennia lang over schrijven, eindelijk gearriveerd ? Of is dit net de blijkbaar succesvolle mannelijke reactie op die finaal onvervulde vrouwenverlangens ? De Oude Man hangt immers uitgeput in de touwen, dolgedraaid door sterke vrouwen en niet wetend of hij nu gevoelig of sterk, geëmancipeerd of macho hoort te zijn. Feit is dat deze fase in de populaire cultuur niet zonder precedenten is. Het is niet de eerste keer dat een dergelijke beweging ontstaat, en naar alle waarschijnlijkheid zal het ook niet de laatste zijn. Aanschouwen we een authentiek fenomeen, of hebben we eerder te maken met een goed uitgekiend internationaal marketingoffensief ?
Te mooi om u te onthouden is alleszins het veelzeggende refrein van Blurs grote doorbraak-single Girls and Boys : ? Girls who are boys/Who like boys to be girls/Who do boys like they’e girls/Who do girls like they’re boys/Always should be someone you really like.”
Van links naar rechts, van boven naar onder : Little Richard, David Bowie, Noel Gallagher van Oasis, Jarvis Cocker van Pulp, Oasis, Damon Albarn van Blur, Blur, Duran Duran, Donovan Leitch, The Cure, Pulp, en Mick Jagger van de Rolling Stones.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier