De ouderlijke of goddelijke toorn vrezen ze al lang niet meer. Toch blijven geliefden het elkaar graag officieel zeggen : ja. Het huwelijk volhardt.

Voorbijgestreefd, uitgehold, zelfs hypocriet voor de een. Romantisch, waardevol en onmisbaar voor de ander. Gold het huwelijk dertig jaar geleden nog als een onschendbare evidentie, vandaag lijkt het evenveel voor discussie vatbaar als de kleur van onze nieuwe auto. Daarbij leek vooral het kamp van de non-believers de laatste jaren aan leden te winnen : het aantal huwelijken in ons land duikelde van 74.352 in 1972 steil neerwaarts tot 40.434 in 2002. Al mogen we daaruit niet al te drastische conclusies trekken, waarschuwt het NationaalInstituut voor Statistiek (NIS). Want natuurlijk zijn de cijfers ook sterk demografisch gestuurd : er zijn nu eenmaal minder jonge volwassenen en dus logischerwijs ook minder huwelijken.

Maar dat het huwelijk zijn populariteit zag verbleken, valt niet te miskennen. Oorzaken daarvoor zoekt het NIS onder meer in de neiging om traditionele structuren overboord te gooien (“Wij hebben geen papiertje nodig om te weten dat we elkaar graag zien”), in de angst dat een huwelijk “andere vormen van zelfontplooiing in de weg staat” én in de concurrentie van alternatieve samenlevingsvormen, zoals het wettelijk samenwonen. Sinds 2000 kunnen koppels namelijk ook gewoon wettelijk samenwonen : dat begint met een simpele schriftelijke verklaring op de dienst Bevolking en kan eenvoudig beëindigd worden met de opzegging door een van de partners. De samenwonenden sluiten bij de notaris eventueel een samenlevingscontract af met afspraken, bijvoorbeeld over wie welke kosten betaalt. Tussen begin 2000 en eind 2004 tekenden we zo in België 65.290 samenlevingscontracten. Kanttekening : in diezelfde periode werden er 14.644 alweer stopgezet, meer dan één op de vijf dus.

Hoe ook, nu wettelijk samenwonenden almaar meer vergelijkbare rechten en plichten krijgen als gehuwden – fiscaal of het recht op adoptie – kan het bestaansrecht van het huwelijk wel eens beginnen te wankelen.

Zeker als we weten dat de wettelijke regelingen van het huwelijk er kwamen op maat van de maatschappelijke opvattingen van de vroege negentiende eeuw en – niet onbelangrijk – bij gebrek aan een mogelijke vaderschapstest. “Zo moest het huwelijk en de bijbehorende seksuele exclusiviteit, de man vooral garanderen dat zijn vrouw zeker zíjn kinderen baarde”, zegt Frederik Swennen, professor familierecht aan de Universiteit Antwerpen. “Anders gezegd : dat zijn vermogen naar zijn natuurlijke erfgenamen ging – vandaar het onvermijdelijke scheidingsrecht bij overspel van de vrouw. Voor vrouwen betekende het huwelijk dan weer sociale zekerheid, een dak boven het hoofd en een vast inkomen.”

Twee eeuwen later zijn de tijden duidelijk en gelukkig ietwat veranderd, onze samenlevingsvormen onvermijdelijk ook. Vooral seksuele en morele verplichtingen worden almaar moeilijker afdwingbaar. Isabelle Durant van Ecolo ijvert er trouwens al langer voor om morele plichten, zoals getrouwheid, uit de burgerlijke definitie van het huwelijk te schrappen. Maar wat dan ? Sleutelen en bijschaven tot het huwelijk neerkomt op wettelijk samenwonen ? De Britse krant The Times gooide onlangs nog de knuppel in het hoenderhok en opende een debat op haar site met de vraag : zullen de groeiende rechten voor samenwonenden het huwelijk definitief ondermijnen ? Gevolg : een knetterende on-linediscussie waarbij een leger van (vaak net) gehuwden de samenwonenden wel eens durfde te definiëren als ‘broekschijters’ en ‘besluitelozen’. Opvallend strijdvaardig, die gehuwden.

Hardnekkig instituut

En dat blijken ze ook in eigen land. De laatste cijfers van het Nationaal Instituut voor Statistiek tonen een voorzichtige aarzeling in de dalende huwelijkstrend. In 2003 dook het aantal huwelijken niet onder de grens van de 40.000, maar klauterde het zelfs met een duizendtal omhoog. “Al zou ik niet spreken van een positieve trend, veeleer van een stabilisatie”, nuanceert professor Thérèse Jacobs van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies. Er wordt op almaar latere leeftijd voor het eerst getrouwd (al was het maar omdat we langer studeren) “en die uitstelbeweging raakt nu langzaam uitgewerkt. Dat doet de cijfers natuurlijk opnieuw stijgen.” De cijfers bevatten bovendien ook tweede huwelijken en uiteraard mogen we de nieuwkomers van de homohuwelijken niet vergeten. Al hebben die laatste een magere invloed op de statistieken. Jacobs : “Homohuwelijken worden geteld in tientallen, heterohuwelijken in duizendtallen.”

Ook al moeten we de stijging niet meteen interpreteren als een enthousiaste revival van het huwelijk, toch zegt het iets over de hardnekkigheid van het instituut. “Het huwelijk is er om te blijven”, zegt ook Jacobs. Ze verbaast zich helemaal niet over de bewuste keuze van veel jonge mensen voor het officiële jawoord. “Ook al bestaat de mogelijkheid dat het huwelijk ooit op de klippen loopt, we blijven proberen. Het huwelijk legt de toekomst nu eenmaal nog altijd grotendeels vast. Het is een dankbaar houvast.”

“Bovendien”, zegt Jacobs, “blijkt gezinsvorming nog altijd de hoogst gewaardeerde levensweg. Het huwelijk loopt daarbij analoog met die gezinsvorming, net vanwege de onbreekbare band die het als norm hanteert. Op het vlak van gezinsvorming blijven we onverbeterlijke romantici en idealisten : we ménen het en leggen de lat hoog. Samenwonen linken we daarbij nog vooral aan de relatie tussen partners, en niet zozeer aan ouderschap, een gezin dus. Met het huwelijk ronden we volgens mij tegenwoordig ook de jongvolwassenheid af, een soort nieuwe fase die we sinds kort in het levensproces hebben ingeschoven. De overgang van die experimentele en verruimende jongvolwassenheid naar een nieuwe stabielere fase, willen we nog altijd vieren met overgangsrituelen.”

Verbeten romantici en relatie-idealisten, zo’n indruk wekken alvast ook de 3801 zestien- tot achttienjarigen die zich door het taaltijdschrift Panache en de Universiteit Antwerpen lieten uitvragen over liefde en vriendschap. “Niet minder dan 80 procent van de ondervraagden wil absoluut trouwen en kinderen krijgen”, zegt socioloog Jeremi Van Gorp van de Antwerpse universiteit. “Daarbij zien ze 24 als een mooie leeftijd om in het huwelijksbootje te stappen. Het eerste kind komt er dan het liefst al op hun 26ste. Daarover zijn jongens en meisjes het trouwens roerend eens. Trouw, wederzijds respect, begrip, verdraagzaamheid en een bevredigende seksuele relatie stippen ze aan als absolute sleutelwoorden in een goed huwelijk. Al bij al verrassend traditionele toekomstdromen, toch.”

Een mooie traditie

En traditie smaakt ook bij Lies (25) en Frank (27) allesbehalve vies of muf. De twee academici aan de Leuvense universiteit zijn hun wittebroodsweken nog aan het uitsoezen en halen licht verbaasd de schouders op bij de vraag waarom ze besloten om offi- cieel als man en vrouw door het leven te gaan. “Waarom ? Omdat het een mooie traditie is. Waarom ze verbreken ? Dat doet ook onze vriendenkring niet : dit jaar moeten we naar elf huwelijken. Ikzelf heb de mogelijkheid eigenlijk nooit echt in twijfel getrokken”, bekent Frank. “Jij, Lies ?” Lies schudt overtuigd het hoofd. “Het is een manier om aan de buitenwereld te laten zien dat je definitief voor elkaar kiest. Je jawoord uitspreken in het bijzijn van tweehonderd mensen, dat doe je niet zomaar. Het is een stevig uitgangspunt voor dat ‘altijd’.”

Ook de keuze om voor de kerk te trouwen hebben ze nooit in de weegschaal gelegd ? Frank : “Nee, een kerkelijke viering wilden we sowieso : een onmisbare meerwaarde. De kerk blijft je eraan herinneren te leven als een goed mens en elkaar graag te zien. En je mag zeggen wat je wilt : het doet deugd als dat je nog eens gezegd wordt. Elkaar eeuwige trouw beloven in zo’n omgeving, ja, dat zorgt toch voor iets extra’s.”

“Toch zeker omdat we de mis ook grotendeels zelf hebben georganiseerd”, vindt Lies. “Met eigen teksten, eigen geloften, een vriendin zong. Dat maakte het heel persoonlijk en emotioneel allemaal. Ik had dat zeker niet willen missen.”

Oeroude springlevende rituelen

Bij ongeveer vier op de tien burgerlijke huwelijken hoort nog altijd een kerkelijk huwelijk (we moeten er rekening mee houden dat de kerkelijke ceremonie sowieso uitgesloten is bij een tweede huwelijk). Te kort en te weinig romantisch, dat tweetal krabbels in het stadhuis, zo blijkt. Zelfs in deze tijden van “eerst zien en dan geloven” blijken we belangrijke overgangen in het leven nog graag diepplechtig en ritueel te willen vieren. En daar gaan we ver in. Van de grootste geheimhouding van de bruidsjurk, over de gescheiden nacht voor het huwelijk, tot en met de huwelijksreis. Kijk naar prins Charles. Hij en zijn beslist al even weinig onbevlekte bruid Camilla hoorden van moeder Elizabeth II de nacht voor het huwelijk afzonderlijk door te brengen. In hoeverre dat nog hielp om ‘rein het huwelijk in te stappen’ is nog maar de vraag.

“Ongelooflijk hoe we vasthouden aan de vorm van die eeuwenoude huwelijksgebruiken, hoewel die inhoudelijk al lang hun oorspronkelijke, christelijke, betekenis verloren”, zegt Stefaan Top, professor Volkskunde aan de Leuvense universiteit. “Zo zie je maar wat een kracht er nog uitgaat van aloude rituelen. Maar op zich is het crazy natuurlijk, om na jaren in hetzelfde bed dan plots de nacht voor het huwelijk afzonderlijk te slapen. Zelfs een huwelijksreis heeft zijn doel – voor de eerste keer met zijn tweeën iets doén en ontdekken – hopeloos verloren. Op zich grandioos achterhaald dus, maar meestal wel goed bedoeld : door de vorm van ooit veelbetekenende rituelen te respecteren, willen koppels de sterkte van hun motivatie bewijzen.”

Een alles-erop-en-eraanhuwelijk was ook wat Weekend Knack-styliste Ilja (29) wou. Zij trouwde in mei met Gregory (28) in de pracht van de Antwerpse Sint-Carolus Borromeuskerk, compleet met rozenblaadjes strooiende bruidskinderen, weddingplanner, een voorhuwelijkse nacht die zij bij haar ouders doorbracht en hij in een hotel, en een aansluitende huwelijksreis naar de Seychellen. “Een sprookjeshuwelijk, zoals een prinses, daarvan droomde ik als klein meisje al. Ben ik dan van de oude stempel ? Misschien. Dan is het maar zo, daar lig ik niet wakker van. Zeker niet als het om zo’n mooie traditie als het huwelijk gaat. Vooral de mis was een emotioneel moment : je ziet op de film dat we elkaars handen geen moment loslieten. Wat de priester vertelde en onze belofte om elkaar graag te zien, in rijkdom en armoede, in goede en slechte tijden : dat is niet zomaar lucht, ik denk er nog bijna dagelijks aan. We hebben de dag van onze dromen beleefd. Soms leek het zelfs of er magie in de lucht hing : toen we uit de kerk kwamen, blies de wind de rozenblaadjes in een draaikolk waar we mooi door konden stappen. En een dag na het feest stonden nog twee kaarsen in de tuin te branden.”

Ze stopt even en lacht, verontschuldigend bijna. “Het was gewoon een dag die ik niet had willen missen. En een mooi vertrekpunt voor Gregory en mij. Ik hoop dat we het geluk van die dag kunnen meenemen voor de rest van ons leven. En dat zal ongetwijfeld lukken.”

Een zucht van voldoening ook bij Aisha (26), die in april trouwde met Mohamed (34) en trots de film van haar huwelijk laat zien. Een feest op Marokkaanse wijze, ook al bulkend van oeroude, maar nog springlevende rituelen : bruid en bruidegom die dansend worden rondgedragen in een soort zitbankjes bijvoorbeeld, en de krachttoer van Aisha om tussen acht uur ’s avonds en vijf uur ’s morgens vijf keer van jurk, kapsel, juwelen en make-up te wisselen. “Vermoeiend, dat wel, maar leuk voor de gasten. Anders is het toch maar een saaie bedoening, nee ?” Aisha en Mohamed trouwden eerst voor de Belgische wet, en later ook voor de Marokkaanse. “Voor mijn ouders volstond dat. Toch wilden we een echt feest. Met alle bijbehorende rituelen. Dat voelt sterker aan.”

Twintig jaar na datum

En bij de jonge bruidsparen vinden we hier en daar ook minder prille liefdes. Die hoeven we niet eens alleen bij de tweede huwelijken te zoeken. Willy (45) en May (44) bijvoorbeeld. Weigerden ze twintig jaar geleden nog strijdlustig om hun liefde via de traditionele weg te bezegelen, in mei stapten ze dan toch nog officieel als man en vrouw het Leuvense stadhuis uit. Precies twintig jaar na de eerste kus. “We roeien graag tegen de stroom in”, glimlacht May. “Nu bij leeftijdsgenoten duchtig gescheiden wordt, wilden wij het tegenovergestelde doen. En intussen hadden we ons punt van twintig jaar geleden – we kunnen elkaar ook zonder officiële verbintenis graag zien – toch al afdoend bewezen. Hoeveel mensen het ons trouwens niet gezegd hebben : eindelijk nog eens goed nieuws uit de vriendenkring.”

Ongedwongen dus, en zo was ook de sfeer van de dag. Zo nam het gelukkige paar en ‘de suite’ gewoon de lijnbus naar het stadhuis. “Leuven is een ramp als het op parkeren aankomt”, zegt Willy. “Het openbaar vervoer leek ons dus het makkelijkst – best wel een grappig gezicht aan die bushalte. Het eigenlijke feest vond plaats in de school van onze kinderen, een mooi beschermd gebouw in de stad.” Dat de kinderen, Lienne (8) en Britt (6), mee konden vieren, dat vinden Willy en May het grootste pluspunt aan hun late huwelijk. “Ze zijn gewoon meegetrouwd”, zegt May. “Ongelooflijk hoe intens ze het allemaal beleefd hebben.” Of Lienne en Britt zelf ooit in het huwelijksbootje willen peddelen ? “Misschien, maar dan moet ik eerst heel verliefd zijn”, vindt Lienne. “Ik weet het ook nog niet”, zegt Britt met een schouderophalen. “Maar ik wil in elk geval niet met Lienne trouwen. Met een jongen dan ? Nee, want ik heb nog geen enkele mooie gevonden.” Dat het huwelijk van hun ouders ‘superleuk’ was, dat weten ze dan weer zeker wel.

Zoveel is duidelijk, het laatste jawoord is nog niet gezegd. Kijk alleen al naar het tiental blinkende huwelijkstijdschriften in de krantenwinkel, de vele sites die je het trouwfeest van je dromen helpen organiseren, of de vaak jaren vooraf volgeboekte feestzalen. Aloude rituelen, we blijven er dol op. “Er zit een zweempje bezwering in”, meent Jacobs nog. “Zo vlug raken we nu eenmaal niet verlost van onze irrationele trekjes. En maar goed ook.” En dus houdt het huwelijk stand. In goede en kwade tijden. Net zoals het hoort. n

Tekst Guinevere Claeys I Foto Guy Kokken

“Je mag zeggen wat je wilt : het doet deugd. Elkaar eeuwige trouw beloven in een volle kerk, ja, dat zorgt toch voor iets extra’s.”

Dat de kinderen mee konden vieren, dat vinden Willy en May het grootste pluspunt aan hun late huwelijk. “Ze zijn gewoon meegetrouwd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content