1. Naam: AF Vandevorst.

Getekend door: An Vandevorst en Filip Arickx.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: kunnen we na drie collecties al spreken van een welomlijnde huisstijl? Ja en neen. Constanten zijn de gelaagde en a-typische silhouetopbouw en het naast elkaar gebruiken van materialen. En van sferen: eerder bracht AF lingerie meets militair, of nachtjaponnen in een ziekenhuisomgeving. Persoonlijke expressie doorheen mode, beïnvloed door kunst, poëzie en autobiografie.

Sterke punten: ons is opgevallen dat AF sterk is in ‘grote’ stukken. Overjassen, broeken, blazers en tricot. Ook deze keer zijn de klinknageltruien erg overtuigend, de jassen stug maar vrouwelijk en de pantalons mooi geknipt.

Zwakke punten: aansluitend bij het voorgaande, vinden wij AF soms te frullerig als ze zich beperken op vierkante centimeters: de halve tops, de éénpandjurken, de losse kragen. Prima op zich, daar niet van, maar het silhouet wordt op die manier wel erg gefragmenteerd.

Blikvangers: de beenlange lederen laarzen, op de zolen bezet met klinknagels.

Styling en sfeer: modellen, jong en oud, gevangen in lichtbundels, die zich traag en van geen kijkers bewust, uitkleden op de intimistische tonen van een live spelende cellist. Deze laatste ontroerde een deel van het publiek, de rest verlangde naar een gewone popsong.

2. Naam: Balenciaga.

Getekend door: Nicolas Ghesquière

Origine: Parijs, Frankrijk.

Profiel: gerevitaliseerd maison de luxe.

Sterke punten: Ghesquière is de lieveling van een goed oplettend internationaal modepubliek. Zonder fanfaregeschal à la Tom Ford bij Gucci of Galliano bij Dior, heeft hij een ingeslapen modehuis een cutting edge-imago gegeven: harde romantiek, scherpe belijningen, luxueuze uitvoeringen, gecapteerd door hippe fotografen en grafici. Modern, quoi.

Zwakke punten: weinig. Maar Ghesquière laat zich af en toe verleiden tot retro elementen. Het is overduidelijk dat hij een levenslange fan is van instituten als Pierre Cardin en YSL. Maar hoort hij vooral niet Christobal Balenciaga in ere te herstellen?

Blikvangers: het strenge kleurenpalet, veel zwart en veel wit, wat deze keer niet duidt op een gebrek aan inspiratie. Ook indrukwekkend: de kapsels, alsof de modellen toevallig tegen een hete krultang zijn aangelopen. Dat kan precedenten scheppen.

3. Naam: Veronique Branquinho.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: het Britse stijltijdschrift i-D noemt haar Queen B., maar zelf hoort ze liever gewoon Veronique. Toch schuilt wel waarheid in de omschrijving, of ze nu een echte troon krijgt of niet: Branquinho is in recordtempo de toonaangevende designer-voor-vrouwen geworden. Ze detecteert alle gevoelens van onze late nineties: romantiek maar dan niet soft, soberheid maar dan niet saai en vrouwelijkheid maar dan niet vamperig.

Sterke punten: de controle die Branquinho over haar stijl behoudt. Deze collectie is een logische verderzetting en toch een mini-ommekeer, wat na-apers toch even een hak zet. Nieuw en goed: de dikke, halflange plooirokken, de aangepaste volumes, de bucolische styling, de slaapkleedjes als echte jurken en de subtiele herwerking van lodenjassen.

Zwakke punten: voorlopig zijn er nog geen tekenen van, maar als Branquinho deze ingeslagen weg van lagen en volumes verderzet, zouden haar silhouetten wel eens zwaar en massief kunnen worden. Terwijl raffinement haar sterke kant is.

Blikvangers: de beenwarmers die nu echt aan een revival toe zijn.

FOTO 1,2,3,4,5,6 (TORDOIR)

4. Naam: Hussein Chalayan.

Origine: opereert vanuit Londen, Groot-Brittannië. Zelf is hij Cypriotisch Turks.

Profiel: al sinds vele seizoenen ingehaald als de Grote Ziener die de mode van oppervlakkigheden en domheid moet redden. Chalayan gaat ver in zijn filosofieën en denkpatronen, maar slaagt er toch in om een droog intellectualisme om te zetten in immer interessante, ja zelfs draagbare kleren. Dé held van modestudenten over de gehele wereld.

Sterke punten: deze collectie is voor zijn doen vrij ingetogen en geconcentreerd. Vooral melkwit en chocoladebruin voor langwerpige silhouetten en subtiele vormverschuivingen. Chalayan doet een verwoede poging om zich uit het keurslijf van het minimalisme los te wrikken, zonder daarom meteen voor kleur, bedrukkingen of balzaaljurken te kiezen.

Zwakke punten: dat Chalayan met één oog lonkt naar een wat grotere klantenkring kunnen we hem niet kwalijk nemen. Moeilijker te slikken is de zoveelste variatie op de éénreverjas, een ontwerp dat we in andere versies al vroeger zagen bij Armani, Calvin Klein, YSL en een hoop anderen. Must do better.

Blikvanger: de ineen te schroeven jurken in witte plexi en de ontwerpen met ingebouwd neksteuntje, voortvloeiend uit zijn pogingen om objecten en kledingstukken met elkaar te versmelten. Zijn eerdere jurken die tegelijk dienst deden als stoel waren spectaculairder.

Voor de toekomst: we blijven uitkijken naar zijn creaties, alleen weten we niet hoe lang we die ‘kliniekperformances’ nog kunnen doorzitten.

FOTO 7,8,9,10,11 (TORDOIR)

5. Naam: Chanel.

Getekend door: Karl Lagerfeld.

Origine: Parijs, Frankrijk.

Profiel: nog steeds niet tanend luxehuis dat zich laat meedrijven op de golven van de tijd.

Sterke punten: de afwezigheid van al te ostentatieve logo’s en ornamenten. Aangezien dit Karls millenniumcollectie is, moet er geëxperimenteerd worden. Dat gebeurt vooral in de materialen, Karls sterkste punt: chiffons met loodzwaar vilt en zilver leder met kasjmier en/of tweed.

Zwakke punten: Lagerfeld is bezeten door de jeugdige tegenwoordige tijd en nog meer door de toekomst, op zijn manier dan. Dus duikt er hier en daar wel eens een cyberelement op bij Chanel, zoals de gestroomlijnde, futuristische handtassen. We willen niet respectloos klinken, maar Lagerfeld hoort te weten dat de jonge generatie potentiële Chanel-klanten misschien niet veel boodschap heeft aan punky Barbarella-kapsels en zilveren rokjes. Very ’91.

Blikvanger: de zware zilveren kettingen annex riemen. Jammer genoeg.

FOTO 12,13,14,15,16,17 (TORDOIR)

6. Naam: Comme des Garçons

Getekend door: Rei Kawakubo.

Origine: Tokio, Japan.

Profiel: het ABC van de moderne mode – Avant-gardistisch, Baanbrekend, Conceptueel, Dissonant, Eigenzinnig en toch Flatteus. Kawakubo blijft haar publiek al decennia verrassen. En tekenen van vermoeidheid hebben we nog niet kunnen ontdekken.

Sterke punten: de uitbundigheid en het Goed Gevoel dat we eraan overhouden. Schotse ruiten, etnische prints, lappendekentjes genre huisvlijt, geometrische motieven, lurexdraden, western-schoenen… Allemaal door elkaar gewikkeld en geplooid, een kakafonie die een Stockhausen oproept, maar als een Debussy binnenglijdt.

Zwakke punten: geen. Zelfs wie blijft volhouden dat Comme des Garçons sukkel- en strompelmode is, moet bekennen dat elke vrouw die daadwerkelijk stukken uit de collecties draagt er geweldig uitziet.

Zwakke punten, bis: een detail, maar toch. Kawakubo moet dringend terug een dj aanspreken want defilés, zoals deze, volledig in stilte gehuld, werken op de zenuwen.

FOTO 18,19,20,21,22,23 (TORDOIR)

7. Naam: Jurgi Persoons.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: hij die vrouwen wil die het achterste van hun tong laten zien. Al acht seizoenen lang gaan de Persoons-collecties over identiteit, seksualiteit en dualiteit van vrouwen, en daarbij schuwt hij het extreme niet. Een constante in zijn werk is het verdraaien van conventies, ook vestimentaire.

Sterke punten: geen defilé, maar een indrukwekkende presentatie aan de oevers van de Seine. In glazen bakken staan een aantal mannequins stokstijf te wezen en ze verpinken niet wanneer de toeschouwers dichtbij komen kijken. Onder de ijzige gezichten zitten strenge mantels in leder of aan de buitenkant doornaaid met piepkleine, horizontale handsteekjes. Tops in kapotgetrokken netten of truien met verbrokkelde kant bezet.

Zwakke punten: geen defilé. Niet dat we willen zeggen dat de kleren van Persoons enkel op het podium tot hun recht zouden komen. We denken alleen dat een show zijn profiel meteen zou opkrikken en hem zou lanceren bij een internationaal modepubliek dat hem voorlopig nog te weinig kent. Anderzijds denken we dat Persoons maar al te goed weet wat hij doet, dus houden we verder onze mond.

Styling en sfeer: zware motorlaarzen en gezichten ingesnoerd met draden en reepjes stof. En het onheilzaam klotsen van het water tegen de oevers, een meter achter de presentatieboxen. Bij nachte. En veiligheidsagenten met honden. Die horen wel niet echt bij de Persoons-crew, maar ze dragen wel bij tot de sfeer.

FOTO 24,25,26,27,28 (REPORTERS

8. Naam: Prada – Miu Miu.

Getekend door: Miuccia Prada die zowel de hoofdlijn als de bijlijn Miu Miu overziet.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: ooit een tassenlijn, nu het meest uit het hoofd geleerde modeaxioma van de jaren ’90. Prada rules, met gigantische verkoopcijfers en een almaar groter wordende adoratie van mode-insiders. Miu Miu, de eerder recent opgestarte bijlijn, krijgt langzaam aan dezelfde impact. Miuccia Prada is zakenvrouw en laborante: modernisme, sport, retro en street, allemaal in dezelfde luxeblender.

Sterke punten: bij Prada, de tendens van neo-ecolo, met nadruk op groenen tinten en florale en boombladmotieven. De onwinterse lichtheid van de silhouetten, met veel transparant, korte shorts en blote ruggen, en dat in contrast met hoge laarzen.

Bij Miu Miu: de tendens van techno-hippie, met middeleeuwse blouses boven bergbottines en jassen van dierenhuiden met de gordel van een rugzak als sluiting.

Zwakke punten: bij Miuccia heeft het geen zin te zeuren over details. Haar beide lijnen dicteren de look van het moment, zonder pardon. Noch Prada noch Miu Miu blijven ter plaatse trappelen en kijken vooral niet achterom: elk seizoen verandert de invalshoek, in een poging onze tijd te definiëren. Wat wel een vraag doet opwellen: wat is dan de versheidsdatum van een kledingstuk uit een dergelijke collectie?

FOTO’S 29,30,31,32 (=prada) (REPORTERS) FOTO’S 33,34 (=MIU MIU) (SYGMA)

9. Naam: Yves Saint Laurent.

Getekend door: Alber Elbaz.

Origine: Parijs, Frankrijk.

Profiel: uitleggen waar Saint Laurent voor staat, is na zovele glorieuze jaren wat overbodig. Alleen vragen we ons af of de YSL-directie het zelf nog weet. Wat jaren voor onmogelijk werd gehouden, is nu gebeurd: Saint Laurent tekent niet langer zelf de prêt-à-porter maar laat dat over aan de stille Elbas die met weinig aanknopingspunten een scepter in de hand krijgt. Moet hij zorgen voor een nieuw elan, een andere richting, een ware ommekeer? Het blijft onduidelijk.

Sterke punten: alles wat très Saint Laurent is – de Matisse- en Picasso-kleuren, de vloeiende, ingehouden chic, de smokings, de afgemeten etnische invloeden, de vrouwelijkheid van de mannelijke stijlelementen.

Zwakke punten: alles wat très Saint Laurent is. Want Elbas heeft iets te nadrukkelijk over de schouder van zijn meester gekeken. Een pak outfits ogen verdacht veel als heruitgaves van Saint Laurents creaties; naar een eigen signatuur van Elbas is het iets te vaak zoeken.

Styling en sfeer: alle topmodellen zijn present maar razen het podium over, zonder omkijken en in een rechte lijn; al na twaalf seconden is elke mannequin verdwenen zodat de fotografen sneller dan hun schaduw moeten schieten. Waarom?

FOTO’S 35,36,37,38,39,40 (TORDOIR)

10. Naam: Olivier Theyskens.

Origine: Brussel, België.

Profiel: arsenicum-glamour en Victoriaanse gotiek, in alle tonen van black.

Sterke punten: Theyskens’ intelligentie. Zijn eerste twee Parijse defilés moesten het vooral van het schokeffect hebben, maar deze winter tovert hij een nieuw konijn uit zijn hoed. Zijn silhouetten zijn erg draagbaar, ja zelfs verleidelijk volgens de norm geworden: lederen dwangbuisjassen, vloeiende broeken, jassen met wapperende panden. Zonder ook maar een gram van zijn giftige stijl weg te laten.

Zwakke punten: geen. Het klopt van voor tot achter, tenminste voor wie meegaat in Theyskens’ trip. Een deel van het modepubliek blijft het maar niets vinden: “te agressief, te zwartgallig, te derivatief” zijn genoteerde opmerkingen.

Styling en sfeer: elke topnaam, van Stella Tennant tot Amber Valetta, loopt een rondje, maar de geweldige en Vlaamse Kirsten Pieters blijft de show openen. Bepaald indrukwekkend is de lichtshow (haperende lampenbalken) en de muziek. Aphex Twin met een zenuwcrisis, of toch zoiets.

Blikvangers: Theyskens houdt van drama en show, ook bij deze onderkoelde collectie. Wat de reuzestrikken en de vrouw-opgaand-in-een-matras betekenen, weet alleen hij, maar ze steken wel onze ogen uit.

FOTO’S 41,42,43,44,45,46 (tordoir)

11. Naam: Dries Van Noten.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: de internationaal meest geprofileerde van de Antwerpenaren. Van Noten maakt er een punt van om vrouwen vooral schoonheid en comfort te bieden, wat hem een erg grote schare fans heeft opgeleverd.

Sterke punten: Dries reist wel vaker doorheen continenten, nu reist hij vooral door de tijd. Inspiratiebron is de tijdsspanne tussen Middeleeuwen en renaissance, wat er qua trendbeeld pal op is. Van Noten excelleert hier in het straatbeeld-fähig maken van vervlogen vormen en belijningen. Het beste voorbeeld zijn de officiersvesten die ogen als makkelijk zittende jeansjacks.

Zwakke punten: de coherentie van de collectie. Van Noten switcht van erg korte rokjes naar meterslange nonnenjurken en slepende mantels, van ongestructureerde lappendekens naar transparante tops, niet altijd met hetzelfde gemak. Er zit veel hooi op de vork, en toch missen er ontsluitingssilhouetten die het geheel in eenzelfde richting duwen.

Sfeer en styling: uitzonderlijk is voor deze collectie de hulp van een stilist ingeroepen, en niet de minste. Paul Sinclaire, vooral bekend van L’Uomo Vogue, gooit bloemen in het haar, trekt afgeknipte mouwen in tricot rond de armen van de modellen en strooit overal lintjes en strikjes doorheen. We zijn ervan overtuigd dat Van Noten het zelf beter kan.

FOTO’S 47,48,49,50,51,52 (TORDOIR)

12. Naam: Van Ommeslaeghe.

Origine: Parijs, Frankrijk, maar de ontwerper, Patrick Van Ommeslaeghe, is helemaal Belgisch.

Profiel: moeilijk te zeggen, want dit is een debuutcollectie. Als we toch een poging moeten doen: klassieke couture, genre oude meesters en meesteressen, en tegelijk intuïtieve avant-garde, zonder daar meteen een recept in te zien.

Sterke punten: het kleurenpalet van puur pigment, de ogenschijnlijk simpele maar ingenieuze coupevondsten, de styling met ineengekluwde breiwol, de royale en statische avondjurken.

Zwakke punten: niet meteen gevonden. Alleen hopen we dat de volgende collecties van Van Ommeslaeghe meer silhouetten gaan tellen.

Blikvangers: de mutsjes en de meterslange vlecht van donkerbruin haar rond de nek gedragen.

Sfeer en styling: deze collectie heeft de Vlaamse Primitieven als uitgangspunt, wat de witte gezichten en de serene sfeer verklaart. In de nek van elk model blijkt een roze-bruine bol geschilderd.

FOTO’S 53,54,55,56,57,58 (REPORTERS)

13. Naam: Louis Vuitton.

Getekend door: Marc Jacobs (VSA).

Origine: Parijs, Frankrijk.

Profiel: na de luxueuze lederwaren, nu ook high fashion.

Sterke punten: Jacobs noemt zichzelf een urban modernist, wat al bij al vaag klinkt, maar ergens wel klopt. Voor Vuitton gaat hij niet een geforceerde Franse toer op, wel toont hij een resoluut internationaal en stads ogende look. Hij is op zijn best wanneer hij simpele zaken tekent, die tegelijk een sport- en een soiréetoets vertonen, zoals de mouwloze, gefronste topjes en de strenge jasjes met een zeemanstouw als riempje.

Zwakke punten: soms gaat Jacobs over z’n eigen schreef. De losse, rondgebreide kragen als sjaals over een jas zijn de trop en bovendien wat déjà-vu.

Blikvangers: de vele, vele tassen. Logisch, want Vuitton blijft nog steeds een tassenlabel, maar moeten we die nu echt allemaal zien tijdens het defilé van de prêt-à-porter? Wij vinden van niet.

FOTO’S 59,60,61,62,63,64 (TORDOIR)

14. Naam: Junya Watanabe.

Origine: Tokio, Japan.

Profiel: losgelaten vanonder de vleugels van Rei Kawakubo, deze ex-assistent van Comme des Garçons. Watanabe is ontegensprekelijk Japans maar heeft zijn eigen weg gevonden. Waar een ander netjes patroondelen knipt en naait, wikkelt, vouwt, plooit en knutselt hij, zelfs met een soldeerbout.

Sterke punten: de manier waarop Watanabe het typische Dior-silhouet van de fifties weet op te roepen met zijn eigen coupetechnieken die mijlenver verwijderd zijn van de methodes uit de Parijse ateliers. Het oogt elegant en zwierig, is erg draagbaar en bovenal vrouwelijk.

Twijfelgevallen: de jasjes die tot tassen kunnen omgevormd worden en omgekeerd. Knap en ingenieus, maar meer show dan praktisch. Wij kunnen ons niemand voorstellen die zich de moeite gaat getroosten om haar jas ‘even’ te transformeren tot een draagtas. Een beetje zinloos, zelfs voor de meest fervente fan. Bovendien: wie een jas en een tas tegelijk wil, moet twee keer een Watanabeetje kopen. En geloof ons, die hebbedingen zijn niet goedkoop.

Zwakke punten: de kapsels. Mensenhaar en kippengaas gaan niet echt samen, vinden wij.

FOTO’S 65 (VOOR)66(NA)67 (VOOR) 68 (NA) 69 (VOOR) 70 (NA) (TORDOIR)

15. Naam: Bernhard Willhelm

Origine: Duits geboren, opererend vanuit Antwerpen, België.

Profiel: fris en nieuw in Modeland, dus er kan nog van alles gebeuren. De start is hoopvol: net afgestudeerd aan de Antwerpse modeschool en nu al op een schavotje in Parijs, weinigen doen het hem na.

Sterke punten: een erg gevarieerde en uitgewerkte lijn, zeker voor een debuutcollectie. Willhelm is niet bang voor afwijkende volumes zoals de driehoekige tops en de wijd uitstaande plooirokken, wat we alleen maar kunnen toejuichen. Wilde geometrie vermengd met schuchtere schoolmeisjesblikken, lichtjes anarchistisch en persoonlijk.

Zwakke punten: een reëel gevaar voor het kerstboomsyndroom. Te veel elementen door elkaar, waardoor het silhouet eerder mistig dan duidelijk wordt. Maar we zien nog altijd liever wat teveel dan veel te weinig.

Blikvangers: de truien met libelles op geborduurd en de jas met een aapje in de nek die met de armpjes het hoofd van de draagster omhelst.

FOTO’S 71,72,73,74,75,76 (TORDOIR)

16. Naam : Yohji Yamamoto.

Origine: Tokio, Japan

Profiel: de Japanse designer die zich na een verleden als deconstructivist-in-zwart nu vooral profileert als nieuwsoortige romanticus. Van alle Oosterse designers is Yamamoto het meest geïnteresseerd in de Westerse kostuumgeschiedenis, vooral dan die van de jaren ’30 en ’40. Met een letterlijke kruisbestuiving als resultaat.

Sterke punten: sfeerschepping maar dan degelijk onderbouwd met kleren. Een mooi thema in zwart en wit, een garçonne die femme wordt. Verder een onderdeel dat zo weggelopen lijkt uit de schilderijen van Holbein of Titiaan, met lange fluwelen mantels en omlaagrollende kragen. Clair-obscur in bruin, zwart, wit en grijs.

Zwakke punten: een licht gevoel van déjà-vu. Yamamoto breekt met deze collectie geen noemenswaardige barrières. Zijn creaties passen wel helemaal in het tijdsbeeld van vervlogen romantiek en schilderachtige nostalgie, maar we verwachten toch iets meer dan een opeenvolging van zijn klassieke en klassiek geworden basics.

Blikvangers: de erg kunstig gevlochten kapsels. We geven het ruiterlijk toe: soms hebben we zolang naar deze huzarenstukjes zitten staren dat we vergaten dat we vooral voor de kleren gekomen waren.

FOTO’S 77,78,79,80,81,82 (TORDOIR)

Naam: Max Mara en Sportmax.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: Italiaans commercieel modehuis waarvan het bestverkochte stuk al jaren een camelkleurige, wijde overjas is. Max Mara brengt elegante en luxueuze collecties zoals er in Milaan nog getoond worden: kleren die goede smaak, stijl en rijkdom uitstralen. De bijlijn Sportmax heeft dezelfde uitstraling, maar is jonger en pittiger.

Sterke punten: na alle mouwloze topjes en jurken van de andere Milanese shows, toont Max Mara klassieke winterstukken die de ergste vrieskou kunnen trotseren. En dan denken we aan variaties op de enkellange kasjmieren mantel en de perfect gesneden grijze flanellen pantalon. Sportmax trekt de aandacht met knappe kleuraccenten: een vrolijk gestreepte sjaal in dik tricot, een knalroze teddyvoering voor een beige jasje, turkoois gecombineerd met kaki.

Zwakke punten: Max Mara en Sportmax veroorzaken weinig opwinding op het podium. Maar misschien is dat een onterecht verwijt. Want waarom zouden we kritiek geven op een merk dat met stijl de klassieke basisstukken levert die vrouwen zo graag willen?

Blikvangers: bij Max Mara de lange mantel, gedragen met een leren touwtje, in geschoren bont. Bij Sportmax: de wijde, sportieve pantalons.

Naam: Versace en Versus.

Getekend door: Donatella Versace, zus van de in 1997 vermoorde ontwerper Gianni Versace.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: de andere Italiaan. Met soms opvallende prints en nadrukkelijk sexy coupes zet het huis Versace een opulente en extraverte mode neer. De uitbundige Versace-glamour – te nemen of te laten – trekt heel wat rocksterren en Hollywood-royalty aan. Madonna is een fan, Elton John een vriend des huizes en Liz Hurley werd in één klap wereldberoemd toen ze met een gewaagde Versace-creatie op een filmpremière verscheen.

Sterke punten: Donatella tast met goed resultaat de grenzen van kitsch en vulgariteit af. Haar vrouwen zijn onbeschroomd sexy, maar laten ook al eens een zachtere kant zien. Voor de jongere bijlijn Versus maakt Donatella een spetterende mix van hippie- en eighties elementen: tie-dy-motieven en smalle broeken met daarover een soort rok in panden.

Zwakke punten: we hebben niks tegen blote borsten, maar op het Versace-defilé krijgen we een overdosis geserveerd in een passage van zwarte transparante blouses en jurken: in tulle en nogal déjà vu.

Blikvangers: een witte nertsblouson met pailletten aan de mouwen bij Versace, de wafelijzerkapsels bij Versus.

Styling en sfeer: Versus defileert in een hippe Milanese discotheek. Na de show springt Lenny Kravitz op het podium en worden we vergast op een anderhalf uur durend concert. Het Versace-defilé gaat ’thuis’ door en dat is een zaal in de smalle Via Gèsu. Paparazzi en limousines blokkeren het verkeer, voorbijgangers reppen zich om een glimp van een ster op te vangen. Wij kunnen onopvallend staren: Juliette Lewis zit twee rijen voor ons.

Naam: Hermès.

Getekend door de Belg Martin Margiela.

Origine: Parijs, Frankrijk.

Profiel: prêt-à-porter-lijn van het Franse luxehuis dat vooral beroemd werd met tassen – denk aan de legendarische Kelly-tas – en sjaals – de Hermès carré. Noblesse oblige: uitgelezen kwaliteit en prachtige materialen waren altijd al het uitgangspunt voor deze kledingcollectie. Martin Margiela – die de collectie nu drie seizoenen tekent – heeft dat principe behouden, maar er duidelijk zijn stempel aan toegevoegd: nooit straalde soberheid zoveel klasse uit. En daarbij denken we niet aan pocherige bourgeois-chic maar aan stijl: aristocratisch, discreet en zelfverzekerd.

Sterke punten: franjeloze modellen uitgevoerd in exquise materialen. Een collectie waarvan je de meeste silhouetten meteen mee naar huis wil nemen, om ze nooit meer af te geven. Want deze klassieke basics zullen niet gauw ‘vervallen’: wijde grijze pantalons, kasjmieren tunieken, hemden en pulls met diepe V-hals, leren jassen.

Zwakke punten: geen. Alleen het frustratiegevoel dat we niet snel eigenaar zullen worden van zo’n dure stukken.

Blikvanger: de brede ‘stola’ met diepe zakken die als jas of sjaal gedragen kan worden – in leer of kasjmier.

Sfeer en styling: mooie vrouwen – echte vrouwen – defileren glimlachend door de Parijse Hermès-winkel in de Faubourg St.Honoré.

Naam: Ann Demeulemeester.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: de herkenbare Demeulemeester-signatuur omvat wikkels, knopen en een snuifje asymmetrie. De elementen zijn mooi gedoseerd zodat in wezen draagbare en chique kleren, een rebelse en opwindende nonchalance verwerven. Dat alles bij voorkeur uitgevoerd in zwart en wit (al is het kleurenpalet dit seizoen veel ruimer).

Sterke punten: leer. Een enkellange jurk, een asymmetrisch geknoopte rok, een gefronst topje: Demeulemeester zet leer op originele wijze volledig naar haar hand. Daarnaast jongleert ze met schijnbaar lukraak aan elkaar gezette schapenvachten. Het knappe resultaat: mantels en gilets waaraan Suzy Menkes in The Herald Tribune een Flintstones-gehalte toeschrijft.

Zwakke punten: als fan zijn we daar blind voor. Als we het nuchter bekijken: de lichtbruine krijtstreepstoffen zetten een minder sterk silhouet neer. Maar zou het kunnen dat we gebrainwashed zijn door al die mode-medemensen in het zwart?

Blikvangers: -een zwart sjaaltje samengesteld uit lange veters. Het staat bovenaan op ons shoppinglijstje voor de winter.

-acteur Peter Van de Begin als gelegenheidsmodel.

Styling en sfeer: zelfverzekerde en resoluut stappende modellen op muziek van Nico. Ze hebben de typische Demeulemeester- look: daarin worden de natuurlijke schaduwen in het gezicht niet gecamoufleerd maar geaccentueerd, en vallen de borstelige wenkbrauwen op. Aan het warrige haar werd dit keer nog een superkorte pony toegevoegd.

Naam: Dirk Van Saene.

Origine: Antwerpen, België.

Profiel: “Ik pas in geen enkel hokje en dat is wat ik wil”, vertelde Van Saene enkele maanden geleden nog in Weekend Knack. Een profiel schetsen is dus moeilijk. Laten we het houden bij de begrippen coupe & couture.

Sterke punten: het beeld dat Van Saene neerzet is, om het met een onmodieus woord te zeggen, mooi. Geslaagd balancerend tussen breekbaarheid en kracht. Voorts: de wijze waarop hij een schijnbaar eenvoudig zwart silhouet – een topje en broek, knie- of enkellange mouwloze jurken – door coupe, speelse accenten en trompe-l’oeil-effecten zo bijzonder maakt.

Zwakke punten: de transparante jurkjes en rokken, waarbij ons een nachtpongevoel overvalt, zijn ons net iets te teer.

Blikvangers: de mouwloze zwarte leren top met applicaties. De ecru rok met wollige bloemen.

Sfeer en styling: de piepjonge modellen lopen langs het publiek met een brede smile (of is het een bevroren glimlach?). Het doet vreemd aan, zoveel lieflijkheid zijn we in Parijs niet gewoon. Op de oogleden en wenkbrauwen zijn knalrode piepschuimbolletjes aangebracht – een variant op de witte bolletjes van vorig seizoen, maar het blijft een knappe vondst.

Naam: Strenesse, Gabriele Strehle.

Vroeger kortweg Strenesse, sinds enkele seizoenen wordt de naam van de ontwerpster aan de collectienaam toegevoegd.

Origine: Nördelingen, Duitsland. Met elk seizoen een defilé in Milaan.

Profiel: meer dan 20 jaar geleden nam Gerd Strehle de ambitieuze en pas afgestudeerde Gabriele Mangold aan om het textielbedrijf van zijn ouders, dat alleen jassen produceerde, een nieuw elan te geven. De twee zijn ondertussen al lang getrouwd, delen een familie en een succesvolle kledingcollectie. Deze laatste wordt nog het best omschreven met het cliché: moderne chic. Geen collectie voor fashion victims die het laatste designerstuk najagen, wel voor modeliefhebbers op zoek naar kwaliteit, mooie stoffen en eigentijdse coupes.

Sterke punten: in het geval van Strenesse zijn begrippen als draagbaar en commercieel geen alibi voor een doorsnee boetiekcollectie. We zijn absoluut weg van de discreet glanzende stretch-technostoffen, zowat het Strenesse-handelsmerk. Dit seizoen is er ook prachtig dik tricot: mouwloze tops met een immense rolkraag en op de rug een smalle opening.

Zwakke punten: het voor Strenesse ontypische, sexy karakter van miniscule topjes.

Blikvanger: de blinkende zilveren bustierjurk met plastic schouderbandjes. Een idee voor wie zich toch laat overhalen voor een millenniumparty.

Naam: Giorgio Armani – Emporio Armani.

Getekend door: Giorgio Armani die hoofd- en bijlijn overziet.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: een vaste waarde in modeland, of beter, een klassieker. Lang voor de vestimentaire hysterie waarmee de oscar-uitreikingen tegenwoordig omgeven worden, kleedde Armani al heel wat leden van de zogenaamde Hollywood-royalty. En dat doet hij nog steeds. De vele fans vallen voor zijn herkenbare, fluïde pakken en zijn universele goede smaak, wars van trends. De sportievere bijlijn Emporio Armani spreekt een jongere en hippere clientèle aan. Hiphop queen Lauryn Hill treedt op in Emporio Armani.

Sterke punten: bij Giorgio Armani, alweer pakken met kraagloze jasjes en daarnaast de pastelkleurige topjes op een fluïde pantalon. Bij Emporio Armani: de voor Armani gedurfde combinatie van rood en turkoois en de speelse kleuraccenten bij donkere silhouetten.

Zwakke punten: bij Giorgio Armani, bustiertopjes in ondefinieerbare kleuren die zelfs modellen niet flatteren. Bij Emporio: weinig. Misschien hier en daar een utility-accent (opgestikte zak, sportieve riem) te veel.

Blikvangers: zie sterke punten.

Styling en sfeer: in Milaan ontvangt Giorgio Armani inkopers, pers en sterren (dit keer onder meer Jef Goldblum en Sophia Loren) bij hem thuis, in een kelderzaal van het Palazzo dat ook de kantoren huisvest. De shows verlopen – aansluitend bij zijn mode – in no-nonsense stijl: weinig topmodellen, geen spectaculaire make-up of kapsels.

Naam: Jil Sander.

Origine: Hamburg, Duitsland. Defileert in Milaan.

Profiel: zonder franjes, minimalistisch en resoluut modern. Sommigen noemen haar mode streng. Duits wordt er dan bij gezegd, in tegenstelling tot de opulente chic van Milanese modehuizen en de soms ongebreidelde creativiteit van Parijs. Wij vinden het prachtig. Zeker sinds Sander naast haar stijlvolle kleermakershand en haar voorliefde voor technologische stoffen ook een zachtere, vrouwelijke toets aan haar collecties meegeeft.

Sterke punten: de stoffen. Sander speelt met technologische lichtgewichtstoffen. Nergens is een print te bespeuren – alleen op de blauwe mantel met zilveren metallieke glans. De snit en de discrete, zuinig gebruikte stiksels, fronsen en plooien geven het geheel iets vrouwelijks zonder aan kracht in te boeten. Ook op het kleurenpalet, van mosterd tot groen en kaki, valt niets aan te merken.

Zwakke punten: geen. Alleen aan de plateauveterschoenen twijfelen we. Olijfgroen, turkoois, geel. Dat is toch even wennen. Hoewel… Schrik dus niet als u ons deze winter op Sanders plateaus ziet rondlopen.

Blikvanger: de kaki bustierjurk met sportief schouderriempje. Zonder enige twijfel.

Naam: Gucci.

Getekend door de Texaan Tom Ford.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: bijna ter ziele gegaan Italiaans modehuis dat een spectaculaire comeback maakte. Voor Tom Ford er hoofddesigner werd, was Gucci, dat vooral naam gemaakt had in lederwaren, verwaterd tot een taxfree merk met 1001 licenties. Maar halfweg de jaren ’90 doet Ford – gesteund door zakelijk directeur Domenico De Sole – het tij keren: zijn schaamteloos sexy collecties met hippie- en disco-inslag zetten Gucci in één klap bovenaan de mode-agenda. Dit jaar stond het modehuis ook in de belangstelling omwille van de door Gucci als vijandelijk omschreven overnamepogingen door het Franse luxeconglomeraat LVMH. Met de hulp van de Franse zakenman François Pinault – ook al eigenaar van Yves Saint Laurent – konden De Sole en Ford, LVMH-baas Bernard Arnault terugdringen. Maar Arnault blijft na Pinault wel de tweede grootste aandeelhouder van Gucci.

Sterke punten: Ford slaat het publiek telkens weer om de oren. We moeten opletten dat onze mond niet openvalt, zo erg zijn we aan het staren. We zien een sexy parade van leder, bont, kant en fluweel; van stilettolaarzen, heupbroeken en rokken met Dirndl-allures; van paars, oudroze, groen en bordeaux.

Zwakke punten: een blouse in gefronst fluweel op een groene leren pantalon met glittermotieven, een transparante blouse op een kanten broek met olifantenpijpen,… Vaak is het te veel en komt Ford gevaarlijk dicht in de buurt van kitsch en vulgariteit. Maar dat is volgens hem geen probleem: je pikt er toch de stukken uit die je bevallen? Hij voegt er nog aan toe: behalve rocksterren zal niemand zo’n compleet silhouet dragen.

Blikvangers: de kniehoge stilettolaarzen, in gefronst leer of satijn.

Styling en sfeer: er hangt hoogspanning in de witte, cleane zaal waar Gucci defileert. Donatella en Santo Versace zitten naast De Sole op de eerste rij. Op het ritme van disco-remixen stapt een resem topmodellen, met zwaar aangezette ogen, over de catwalk. Dan breekt een opgelucht applaus los. Het is voor iedereen duidelijk dat zakelijke zorgen Ford niet klein gekregen hebben, integendeel.

Naam: Ruffo Research.

Getekend door jonge ontwerpers. De voorbije twee seizoenen waren dat Veronique Branquinho en Raf Simons. Voor volgend seizoen kijken we uit naar alweer een Belgisch duo: AF Vandevorst.

Origine: Milaan, Italië.

Profiel: Ruffo is een dure Italiaanse lederfirma. Ruffo Research moet het label een hipper en meer fashionable imago geven. Met de inbreng van ‘gastontwerpers’ is een opwindende cocktail ontstaan: de prachtigste leersoorten en traditionele vakkennis in dienst van boeiende ontwerpen.

Sterke punten: “Leder ziet er zelden zo goed uit”, noteert de journalist van WWD. We kunnen deze uitspraak beamen. Onze favorieten: de zwartleren broeken en rokken met streepeffect door de afwisseling van dof en glad leder; het gebruik van omgekeerd schaap waarbij de haren strepen vormen; de zachte leren blouses.

Zwakke punten: we hebben onze twijfels omtrent de ‘Millet’-anorakken, hoewel we ze absoluut de blikvanger van de collectie vinden. Mooi, dat zeker. Maar zo’n Millet was indertijd zo politiek oncorrect – om niet te moeten zeggen hoe vreselijk we de Millet-dragende soort vonden – dat we er nog steeds moeite mee hebben. Zelfs al zijn de Ruffo-anorakken uitgevoerd in het fijnste leder.

Blikvangers: de Millet-anorakken.

Sfeer en styling: Ruffo Research krijgt de prijs voor de origineelste locatie: een tramstelplaats in Milaan. In de immense hangar kijken de tramherstellers vreemd op naar al dat modevolk. De betonnen vloer met tramsporen doet dienst als catwalk, de langste die we ooit zagen. Al snel worden we meegenomen naar een humaniorafuif uit het begin van de jaren ’80. Ze zijn er allemaal: de Millet-snobs, de new-wavers, de slome Christiane F.-types. Op muziek van The Smiths en afsluitend met De Brassers. Al confronteert deze emotionele flashback ons duidelijk met onze leeftijd, de gevoelige snaar is geraakt. Eindelijk doen ontwerpers iets moois met onze jeugdcultuur.

G

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content