De touch van een touche-à-tout
De Brusselse architecte Caroline Notté is wat je noemt een ‘duizendpoot’. Haar stijlenmix, van street art tot Mondriaanpatronen, is heel expressief. Haar nieuwe woonst is daar een mooi voorbeeld van.
Architecte Caroline Notté heeft het minimalisme van de jaren 2000 al lang achter zich gelaten en liet ook de vintagehype aan zich voorbijgaan. In haar woning zie je wel hier en daar een vintage stuk maar dat valt niet op. Wat wel opvalt, is de eigen dynamiek van het interieur. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Caroline om de paar jaar verhuist. Toch zie je – we volgen al een tijdje haar parcours – dat ze telkens, van het ene huis naar het andere, bepaalde dingen meeneemt, zoals het drumstel dat nu in een hoekje van de living staat.
Carolines nieuwe woning is een stuk kleiner dan de vorige. “En compacter. Ooit woonde ik in een loft. Dat was mij te ruim, ik hou van de intimiteit van een kleiner pand.” Lofts zijn sowieso een beetje uit, compact en intiem zijn in. Het huis staat enkele tientallen meters van de van de straat. Caroline houdt van discretie. Met haar kleurrijke mengstijl was Caroline Notté de tijdgeest ver vooruit. Zij houdt van een gedurfde mengeling van tinten, materialen en kunstwerken. Het design dat haar voorkeur wegdraagt, heeft vaak iets sculpturaals, zoals de hoedvormige lamp van carbonvezel boven de tafel, uit de collectie van Petite Friture.
Caroline is niet alleen actief als architect, ze richt interieurs in, maakte naam als kunstfotografe, doceert aan de Brusselse kunstschool CAD en decoreert een collectie espadrilles, onder de naam Smart Tong. Haar eigen interieur is een erg persoonlijke creatie, die bepaald wordt door de kunstwerken en de hele, wat mysterieuze sfeer ; de meubels spelen eigenlijk een ondergeschikte rol. De inrichting heeft een uitgesproken grafisch karakter. “De zwart-witpatronen in de keuken en de lijnen die de kasten afboorden, zijn een knipoog naar Andrée Putman, een architecte die ik bewonder”, zegt Caroline. In de badkamer liet zij de blauwe tegels versnijden in Mondriaanpatronen, in de gastenkamer schilderde graffitikunstenares Tatiana Eckel een grote vogel op de muur en in de zithoek hangt een grote perspectieftekening van de Braziliaanse kunstenaar Paulo Climachauska. Zijn perspectivische tekeningen inspireren haar als architect.
Het interieur zit vol onverwachte wendingen. De grote lijnen zijn vrij strak, maar de rest is dat helemaal niet. Caroline houdt zowel van de organische vormen van Muranoglas als van de surrealistische taxidermiecreaties van het Nederlandse atelier Les Deux Garçons, die eigenlijk thuishoren in een Wunderkammer. Notté bewondert ook de David Hicks-achtige stijl van de Knokse decorateur Jean-Philippe Demeyer, die al jaren eclectisch te werk gaat. Ze voelt zich ook aangetrokken tot street art ; ze heeft werken van de Portugees Alexandre Farto Vhils en van de befaamde Brusselse graffitikunstenaar Gonzalez Sozyone. “Mijn interieur is inderdaad uitgesproken eclectisch, zo’n mix groeit natuurlijk. Soms vragen klanten mij om voor hen zo’n interieur te creëren. Dat is niet makkelijk, maar het kan. Dan dweil ik heel wat antiquairs en kunstgaleries af, en dat brengt mij telkens opnieuw in contact met nieuwe namen. Er is nog zo veel te ontdekken”, vertelt Caroline enthousiast. Maar ze waarschuwt ook : “Bij een eclectische stijl gaat het om meer dan een combinatie van objecten en kleur. Ook humor is een belangrijke factor. Neem niet alles serieus, kijk naar de ludieke accenten. Ik hou van een beetje popart.”
DOOR PIET SWIMBERGHE & FOTO’S JAN VERLINDE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier