De prins en Assepoester
Hij is gekend voor zijn muiltjes, veterschoenen en sandalen. “Wat ik het mooist vind? De manier waarop Afrikaanse vrouwen hun schoenen dragen, met de achterkant helemaal platgelopen.” Jean-Paul Barriol van Accessoire.
Plaats me niet in een modekader en vraag me niet om mijn werk te verklaren want dat kan ik niet. Ik heb niet het idee dat ik de trends aanvoel. Ik heb het gevoel dat ik er compleet buitensta en louter toevallig de juiste schoenen ontwerp. Als ik zo’n uitspraak doe, denkt iedereen dat het valse bescheidenheid is, dat ik stiekem de modetijdschriften bestudeer en trendvoorspellingen lees. Maar ik doe helemaal niks. Ik teken de collectie die ik voel.”
Hij heeft een opleiding in de schone kunsten en fotografie achter de rug, werkte als ontwerper van theaterdecors, reclameaffiches en platenhoezen en kwam uiteindelijk in de schoenen terecht, als gevolg van een van die gebeurtenissen in het leven die men toeval noemt.
“Ik ben ziek geworden, moest een tijdje het huis houden en verveelde me. Een vriendin werkte op dat moment bij Kenzo. Een beetje achteloos vroeg ze me of ik geen schoenen voor hen wilde tekenen, als ik dan toch huisarrest had. Tot op vandaag weet ik niet waarom ze veronderstelde dat ik het zou kunnen, maar ik heb veel aan die vriendin te danken.”
Dat was midden de jaren ’70 en het ging erg snel voor Barriol. Na Kenzo volgde Michel Klein en Cerruti en daarna een eigen collectie. “We huurden een stand op een beurs: negen vierkante meter. Dat zou wel volstaan voor een beginneling dachten we. De zaak ontplofte. We hebben meteen 15.000 paar schoenen verkocht. Ik begreep er niets van. Het zal wel zijn omdat ik ‘de nieuwe’ ben, dacht ik.”
De nieuwe heeft ondertussen een resem winkels, een schare trouwe volgelingen, drie eigen merken – Accessoire, Accessoire Détente, Lundi Bleu – en nog steeds een neus voor trends. Alhoewel…
“Vier jaar geleden heb ik prachtige rijlaarzen gemaakt. Ze hebben drie jaar lang in de winkel gestaan, we raakten ze niet kwijt. Pas nog kijk ik in een modetijdschrift en wat zie ik: pagina’s vol rijlaarzen. Mijn timing is niet altijd correct, ik kan er soms glad naast zitten. Misschien zal ik ooit kunnen verklaren hoe het hele creatieproces in elkaar zit. Ik vermoed dat het een instinctieve reactie is op wat er rondom mij gebeurt. Mode door osmose, zeg maar. Ik heb een eigen stijl, dat geef ik toe, en die schijnt zich als vanzelf aan te passen aan de sfeer van het seizoen.”
Uw eigen stijl lijkt me: vrouwelijk, en spaarzaam wat decoratie betreft.
Jean-Paul Barriol: Ik denk dat je een schoen koopt om dezelfde redenen als een glas of een vaas: omdat de proporties je aanspreken. Een schoen is als elk ander object en moet architecturaal worden opgebouwd: zuivere lijnen, evenwichtige verhoudingen, mooie volumes.
Een hak is een architecturaal element, en toch bent u geen hogehakkenman. Platte schoenen zijn altijd uw sterke punt geweest.
Manolo Blahnik of Sergio Rossi zal ik nooit worden, maar ik kan echt wel mooie hakken maken hoor. Ik word er niet zo lyrisch over als andere mensen in mijn vak, dat soort fetisjisme voel ik niet; maar ik kan het wel.
Andere schoenmakers worden haast poëtisch als het over de juiste hakhoogte gaat. Raymond Massaro vertelde me dat zes centimeter perfect is voor overdag en dat ’s avonds acht centimeter de juiste golving van het onderbeen veroorzaakt. Sergio Rossi houdt het bij tien centimeter.
Zes overdag, en acht ’s avonds… Kijk, dat soort theorieën heb ik dus niet. Ik maak hakken van twintig centimeter als ik het esthetisch verantwoord vind. Voor mij is de perfecte hoogte degene waar een vrouw zich het best bij voelt. Er zijn dames die zich vlot voortbewegen op hakken van vijftien centimeter en anderen die eleganter zijn met een platte veterschoen. Het is niet aan mij om dat te beslissen.
Er is hoe dan ook veel fetisjisme aan schoenen verbonden. Het is een haast mythisch object, denk maar aan Assepoester.
Er zijn ontzettend veel mythes met een schoen in de hoofdrol. En dan die gewoonte om champagne uit een vrouwenschoen te drinken… Mannen houden van vrouwen, vrouwen houden van schoenen, dus hebben mannen iets met vrouwenschoenen; zo simpel is dat.
In de winkel beleef ik nog altijd evenveel plezier aan het observeren van vrouwen die schoenen passen. Het zijn altijd leuke, moderne dames die ik daar ontmoet en ik heb het gevoel dat ik ze heel even gelukkig maak door hen de juiste schoen te leveren.
Toch een beetje de prins en Assepoester dus.
Ah ja, misschien wel.
Komt nog bij dat u heel graag muiltjes maakt.
Ja, ik heb altijd een voorkeur voor muiltjes gehad, ook toen ze volstrekt niet trendy waren. De etnische uitstraling fascineert me, en het gevoel van comfort. Afhankelijk van de hakhoogte kan je met een muil veel richtingen uit, van de slaapkamer naar het boudoir zeg maar. Enfin, u begrijpt wat ik bedoel: een muiltje kan een makkelijke pantoffel zijn of een erg verfijnd schoeisel.
Hebt u ooit Roger Vivier ontmoet, de uitvinder van het muiltje?
Hij heeft me enkele jaren geleden opgebeld en heeft me een enorm compliment gegeven. Hij zei dat ik in zijn ogen de enige van de jonge generatie was, die hem eventueel zou kunnen opvolgen. En, het is een echte schande wat ik nu ga zeggen, maar ik wist helemaal niet wie hij was. Ik geloof dat ik hem zelfs gevraagd heb wat hij wilde, alsof het om een doodgewone handelsvertegenwoordiger ging of zo. Een vriendin heeft me moeten vertellen over de legendarische Vivier die voor Dior hét definitieve muiltje heeft ontworpen. En een vriend van bij Charles Jourdan heeft me werk laten zien dat Vivier indertijd voor hen maakte. Prachtig gewoon. Enfin, het is uiteindelijk tot een ontmoeting gekomen en het is een heel intens gesprek geworden tussen mij en Vivier, die op dat moment al achteraan in de 80 was, maar nog heel alert. We hebben een groot man verloren. (Vivier overleed in oktober ’98, hij was 90, nvdr.)
Hebt u over schoenen gepraat?
Ook, maar meer over het leven. Ik praat zelden over schoenen of mode. Ik ga ook bijzonder weinig om met modemensen. Ik wil niet middenin de modewereld staan, ik wil er afstand van nemen.
Zijn er behalve Vivier nog andere schoenontwerpers die u bewondert?
Gezien mijn geringe belangstelling voor alles wat mode is, ken ik er niet zo veel. Michel Perry zie ik wel eens op een beurs, die heeft talent. Rodolphe Menudier ontwikkelt een vorm van elegantie die ik interessant vind. Karena Schuessler is soms wat moeilijk, maar ze experimenteert en dat is goed. Iemand voor wie ik het grootste respect heb, is Camille Unglick, nu totaal vergeten. Hij heeft de mooiste sandalen gemaakt die ik ooit heb gezien. Groot talent, moeilijk karakter.
U hebt fotografie gestudeerd en maakt nu schoenen. Dan moeten de beelden van Guy Bourdin voor Charles Jourdan u erg zijn bijgebleven.
Vreemd dat u over Bourdin praat. Wie kent die nu nog? Ik heb onlangs nog naar die foto’s voor Jourdan gekeken en me afgevraagd waarom Guy Bourdin geen wereldberoemde fotograaf is en er na zijn dood geen kilo’s boeken zijn verschenen of overzichtstentoonstellingen zijn georganiseerd. Die campagnes waren van een ongekende moderniteit, heel gestileerd en vol spanning, en ik herinner me dat ik ze tot in de puntjes bestudeerde, niet wetende dat ik ooit zelf schoenen zou ontwerpen.
Waarom maakt u zelf de foto’s niet voor uw eigen merk?
Ik werk al jaren met een prachtige jongedame, een Belgische trouwens, Maria Dawlat, die dat prima doet. Heel gevoelig en poëtisch. Ik zou het niet beter kunnen. Trouwens, fotografie is nooit mijn grote passie geweest. Ik ben destijds de liefde van mijn leven naar Vevey in Zwitserland gevolgd en toevallig is de internationale school voor fotografie daar gevestigd. Ik moest toch iets doen…
Met het oog op het millennium lijkt iedereen bezeten door het begrip moderniteit. Uw definitie?
Hoe ziet een moderne schoen eruit? Ik zou het niet weten. Een voet blijft een voet. Modern betekent: een breuk met het verleden, iets maken wat voorheen niet bestond. En daar geloof ik niet meer in. Ik denk dat mensen meer dan ooit behoefte hebben aan continuïteit, aan een band tussen heden en verleden.
Weet u wat ik denk? Als ik mooie en comfortabele schoenen maak, moeten mensen zich daar alvast geen zorgen meer over maken. Geen pijnlijke voeten in het nieuwe millennium, da’s toch een goed begin.
Lene Kemps
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier