DE PRAAT VAN DE STRAAT

Tom Vandyck
Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Rappers vernieuwen de taal met hun anarchistisch woordenspel, en steeds meer dichters kijken hun kant op voor inspiratie. Kan hiphop de poëzie redden ?

Tom Vandyck / Foto’s Guy Kokken

Een historische dag voor de Nederlandse literatuur?, zo werd het aangekondigd. Op het Double Talk-festival, eind januari in Amsterdam, werd een selectie gepresenteerd van jonge woordkunstenaars uit Nederland en België, aangevuld met geestesgenoten uit enkele andere Europese landen en de Verenigde Staten, onder de gemeenschappelijke noemer rap. De gevestigde poëzie kreunt volgens sommige waarnemers in toenemende mate onder het gewicht van haar eigen elitarisme. Dichtbundels verkopen voor geen meter, oplagecijfers gaan steeds maar omlaag, en de kloof met de populaire cultuur is groter dan ooit. Er is dringend nieuw bloed nodig en dat wordt gezocht bij rappers. Rap krijgt in ons taalgebied onvoldoende literaire erkenning, stellen Double Talk-organisatoren Emerald Beryl en Fred Bomber in de bloemlezing die werd uitgegeven ter gelegenheid van het festival. In het buitenland is die erkenning er wel, daar wordt ingezien ?dat rap, meer dan songteksten, de grens tussen muziek en poëzie overschrijdt.?

Die grens opheffen was het ambitieuze doel dat Double Talk zichzelf stelde. Rappers en dichters werden op hetzelfde podium gezet, met de bedoeling om een artistieke kruisbestuiving op gang te brengen. Niet al wat er tijdens het evenement te zien was, was van hoge kwaliteit. De zelfverzekerde rappers overstemden meer dan eens de immer introverte dichters, en de fans van de beide clans bekeken elkaar nogal onwennig. Maar de sfeer was broeierig en bij momenten sloegen de gensters van het podium. The Roots uit Philadelphia, één van de rapgroepen van de nieuwe generatie, zetten een daverend concert neer. De Amsterdamse Spookrijders lieten een sterk staaltje van Nederlandstalige rap zien. De Groningse Dichters uit Epibreren gaven een nijdige performance, die aantoonde dat poëzie ook op de bühne voor beklijvende ogenblikken kan zorgen. En Gerrit Komrij, de éminence grise van de Nederlandse dichtkunst, hij stond er op de eerste rij geboeid naar te kijken, in de rug geduwd door hiphoppers met baseball-petjes, baggy jeans en futuristische sportschoenen.

Rap als de ultieme redding van de poëzie, dus ? Het mag raar klinken. Zijn rappers immers niet die vuilbekkende, krompratende, kwaaie negers die zich nergens vertonen zonder vuurwapens en zich verder vooral onledig houden met het roken van joints en het beledigen van vrouwen ?

G ylan ‘Baby’ Kain is de vader van The Last Poets, de groep die doorgaans geciteerd wordt als de grondlegger van het rapgenre. ?In 1968, toen ik The Last Poets oprichtte, was poëzie een blanke bourgeois-aangelegenheid waar zwarten weinig mee te maken hadden?, vertelt hij. ?De term ‘rap’ betekende op dat moment weinig meer dan jive talking op de hoek van de straat. Wij wilden er meer van maken. Het was een revolutionair tijdperk. Black Power was in bloei, en het sociale klimaat leek rijp voor grote veranderingen. Wij wilden dat rap zwarte poëzie zou worden. Blanken vertelden me dat niemand daarin geïnteresseerd zou zijn, maar ik wist beter, want rap zit in ons onderbewuste. Het is het culturele gevoel van zwarte mensen. Kijk maar naar onze orale traditie : de predikanten in onze kerken, figuren als James Brown en Mohammed Ali. Wat zij doen, is in essentie rappen. Rap was met andere woorden het meest geschikte medium om een politieke boodschap te brengen in een taal die verstaanbaar was voor zwarte Amerikanen. Dat was op dat moment heel revolutionair.? De vroegste wortels van rap liggen in Afrika, waar in prekoloniale tijden de griotten van dorp tot dorp trokken. Zij waren de CNN van de savanne, de troubadours van het oerwoud, die de bevolking middels verhalen op rijm lieten weten wat er zich afspeelde in de belendende nederzettingen. Als slaven werden miljoenen Afrikanen naar de nieuwe wereld verscheept, waar ze door de blanke meesters vakkundig van hun taal en cultuur beroofd werden. Toch overleefde de Afrikaanse vertelkunst, zij het in andere vormen. Omdat het hen onmogelijk werd gemaakt om te leren lezen en schrijven, gebeurden de overleveringen mondeling. Op die manier werd spreken een belangrijk element in de Afro-Amerikaanse cultuur. Dat is nog steeds zo : een zwarte Amerikaan die niet rad van tong is, moet al een Mike Tyson wezen om zijn mannetje te kunnen staan.

Door negrospirituals en later blues gaven de slaven uitdrukking aan hun leed. Uit de blues ontstond R&B, uit R&B ontstond soul, uit soul ontstond funk. En daar vloeide in het New York van de jaren zeventig dan weer een heel nieuw fenomeen uit voort : hiphop. Dj’s gingen experimenteren met technieken als mixing en scratching, en ontwikkelden zo een heel nieuwe manier van muziek maken. Daarbij lieten ze zich begeleiden door rappers. Hun rol was aanvankelijk vrij onbeduidend. De dj was de ster van de show, en van de rapper werd enkel verwacht dat hij zijn dj aan- en afkondigde en ondertussen het publiek tot dansen aanspoorde. Gaandeweg traden de rappers echter steeds meer op de voorgrond. In de tweede helft van de jaren tachtig groeiden de vaardigheden en kwam rap tot volwassenheid. De Beastie Boys en Run DMC scoorden grote hits en gaven het genre wereldwijde bekendheid. Big Daddy Kane verlegde de grenzen van rijm en metrum. De Ultramagnetic MC’s creëerden onder invloed van een jointje te veel een hallucinant, psychedelisch universum. En Public Enemy en KRS One bewerkstelligden met hun politiek geladen teksten haast op hun eentje een Black Power-revival.

Tegen die tijd had Gylan Kain zich echter allang van rap afgekeerd. In 1970 was hij letterlijk uit The Last Poets geschopt : ?We kregen ontzettend veel respons, en vanaf 1969 waren we op zoek naar een manier om onze raps op plaat te zetten. Jalal Mansur Nurridin, Abiodun Oyewole en Omar Bin Hassan, nota bene de laatst bijgekomen groepsleden, wilden in zee met de blanke platenbaas Alan Douglas. Dat zag ik op basis van mijn politieke overtuigingen niet zitten. Ik wilde alleen met zwarten werken. Het was dus zij of ik. Uiteindelijk ben ik, nadat ik van Jalal en Omar de rammeling van mijn leven heb gekregen, gedwongen om uit de groep te stappen.? Kain was verbitterd en wilde niks meer met rap te maken hebben. ?Met het ontstaan van hiphop heb ik me niet bemoeid. Ik wou geen rap meer horen. Wij hadden het in het leven geroepen als een progressieve, politieke kunstvorm. Pro vrouwen, pro familie. Maar uiteindelijk bleef daar niets van over. Het ging alleen nog over seksisme, materialisme en geweld van zwarten tegen zwarten. Dat was het tegendeel van wat ik bedoeld had. Ik ging in Amsterdam wonen om zo ver mogelijk weg te zijn van rap, Amerika en al wat er mee te maken had.?

Wat Kain er ook van denken mocht, rap was definitief deel gaan uitmaken van de Amerikaanse cultuur. Vandaag zijn er niet alleen hiphop-platen, maar ook hiphop-kleren, hiphop-films, hiphop-tijdschriften en hiphop-programma’s op radio en televisie. Samen goed voor reusachtige zakencijfers. In Independence Day mocht rapper/acteur Will Smith de aarde redden van de marsmannetjes. Twintig jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat die eer te beurt zou vallen aan een zwarte. Ook het Amerikaans Engels draagt de sporen van rap. Slangwoorden als to chill (relaxen) of to diss (van to disrespect, afkeuring uitspreken) zijn deel gaan uitmaken van het standaardvocabulaire en worden zelfs gebruikt door Larry King op CNN.

Maar is rap poëzie ? ?Natuurlijk wel, dat is toch evident?, zegt Black Thought, de rapper van The Roots. ? Poetry is the formation of words that fit. En dat is precies wat rapteksten zijn : woorden die passen, op de beat, in de maat. Ik ben dus een dichter. Je kan mijn teksten lezen op papier, net zoals een gedicht. Maar ik ga nog een stap verder. Ik ga op het podium staan en voeg theater toe aan mijn poëzie. Ik ben dus een dichter in de vijfde graad, een superpoëet.? Def-P van de Osdorp Posse is het daar niet mee eens : ?Rap is rap en poëzie is poëzie. Dat zijn twee verschillende dingen. Als je rap op papier zet, blijft er weinig van over. Maar omgekeerd is er ook weinig poëzie die overeind blijft als je er een beat onder zet.?

Daarmee is de vraag natuurlijk nog niet beantwoord. Is rap nu wel of niet poëzie ? Veel regulierepoëten vinden van niet. Raps zijn dikwijls simplistische sinterklaasgedichtjes, zeggen ze, te veel gebonden aan rijm en ontdaan van diepere betekenis. Paul Janaindun Singh van De Dichters uit Epibreren : ?Dichters denken langer na over wat ze schrijven. Soms zit ik twaalf uur te peinzen en dan heb ik nog maar een paar regeltjes. Op die tijd hebben rappers al een paar kantjes volgeschreven.? ?Dat is onzin?, vindt een licht verontwaardigde Def-P. ?Ook ik denk serieus na over wat ik schrijf. Maar veel dichters kunnen nog een puntje zuigen aan het klankenspel en de rijmschema’s van sommige rappers.?

We halen er een academicus bij. Geert Buelens, assistent Nederlands en docent aan de Universiteit van Antwerpen : ?Veel rappers zijn technisch inderdaad uitzonderlijk sterk. Hun woordenvloed is, zeker in combinatie met de beat, indrukwekkend. Op Internet vond ik onlangs teksten van Public Enemy. Die hoor je echt in je hoofd terwijl je ze leest, omdat ze zo strak, ritmisch geschreven zijn. Betekent dat dat ze thuishoren in een bloemlezing van Amerikaansepoëzie ? Misschien wel, misschien niet. Ik heb daar alleszins geen problemen mee. Het punt is dit : op een bepaald moment in de geschiedenis van de Europese poëzie is rijm echt dreun geworden. Veel dichters gingen toen vrije verzen schrijven. In heel wat gevallen was dat niet meer dan proza waarin men zinnen hier en daar afhakte en waarvan men dan dacht dat het poëzie was. Eigenlijk is er niks zo moeilijk als het schrijven van goeie vrije verzen omdat je de interne ritmiek en klankverhoudingen daarvan zelf moet bepalen. Dat is dikwijls nog indrukwekkender dan de virtuositeit van de rappers binnen hun geijkte schema’s. Maar het is begrijpelijk dat rappers zich ergeren aan het dédain tegenover populaire cultuur, dat nog steeds bestaat in bepaalde literaire kringen.?

Poëzie of niet, rap is in ieder geval een krachtige manier om een boodschap over te brengen, en meerdere dichters zijn zich daar goed van bewust. De dichters uit Epibreren, bijvoorbeeld, laten zich door rap inspireren en geven dat ook openlijk te kennen. ?We moeten de poëzie redden,? zegt Bart F.M. Droog, ?en dat doe je door ze in een vorm te gieten die mensen die nog nooit een gedicht hebben gehoord toch tot luisteren aanzet. Je moet zoveel mogelijk contact proberen te zoeken met het publiek. Alle elementen die daarbij kunnen helpen, zijn welkom : theater, muziek en ook rap.? Ondertussen heeft Epibreren zijn affiniteiten met hiphop echter zo breed geafficheerd dat ze bekend zijn gaan staan als een collectief van rapdichters. Bart Droog : ?Ik ben geen rapdichter, net zo min als een rock- of een punkdichter. Ik ben een dichter tout court. Al wat ik van rap overneem, is de klank en het ritme.?

Ook binnen hiphop zelf is er sinds een tijdje weer heel wat beweging merkbaar. Na een paar jaar van creatieve stagnatie en overheersing van het genre door stereotiepe gangsta rap, zijn er de afgelopen maanden een paar platen verschenen die voor nieuwe impulsen zorgen. Artiesten als The Roots en Jeru The Damaja uit Brooklyn nemen luidkeels afstand van de platvloerse verheerlijking van seksisme en geweld die rap in de jaren negentig zo’n kwalijk geurtje bezorgd heeft. Zij prediken de terugkeer naar de pure vorm en zetten skills (vaardigheden) op de eerste plaats. Kool Keith, voormalig lid en bezieler van de Ultramagnetic MC’s, maakte onder de alias Dr. Octagon één van de origineelste rap-cd’s van de laatste jaren. En de Fugees zetten de kroon op het werk door van hun cd The Score acht miljoen stuks te verkopen, wat aantoonde dat een ongegeneerd positieve aanpak ook in 1997 nog lonend kan zijn voor een rap-act.

Een interessante vernieuwing komt, voor de eerste keer in de 25-jarige hiphop-geschiedenis, uit Europa. Nadat rappers zich hier in den beginne vooral concentreerden op het zo goed mogelijk imiteren van hun Amerikaanse voorbeelden, is er nu een lichting opgestaan die de nadruk legt op de eigen identiteit en in haar eigen taal rapt. De Osdorp Posse verkoopt van elke cd vlot 25.000 exemplaren. In zijn kielzog volgden er nog een stuk of 15 Nederhop-groepen, die met regelmaat goedlopende cd’s maken. Osdorp-voorman Def-P wordt in Nederland algemeen aanvaard als taalvernieuwer en woordvoerder van zijn generatie. In Frankrijk zijn IAM, NTM en Assassin de stem van de gefrustreerde jongeren in de banlieues. Ook in België wint de Franstalige rap veld. De meest opvallende release was Une balle dans la tête, het debuut van het Schaarbeekse De Puta Madre. Het trio bestaat uit een Marokkaan, een Spanjaard en een Belg. Hun raps vloeien in het Frans, het Spaans en het Engels en geven een vrij realistisch beeld van wat veel jongeren doormaken in het multiculturele Brussel. Ook in Europa laten de invloeden van het rapslang zich stilaan voelen. Als hiphop-fans onder elkaar praten, krijgen buitenstaanders dikwijls kop noch staart aan wat ze vertellen, maar veel van hun woorden hebben zich verankerd in de jongerentaal. Iedereen weet onderhand bijvoorbeeld dat een chill out room dient om te relaxen.

Weer in Amerika laat een heel aparte school van rappers zich dan weer beïnvloeden door onversneden poëzie. In 1992 dook op het podium van het Nuyorican Poets Café in downtown Manhattan plots de Boom Poetic op. Dit collectief onder leiding van de vrouwelijke rapper Shä-Key verlaat meer dan wie dan ook de platgetreden paden. Elektrische muziekinstrumenten worden aan de kant gelaten. De rappers van de Boom Poetic treden a capella op, of laten zich begeleiden door percussie of human beatbox, het met de mond nabootsen van drumgeluiden. Op die manier hebben ze zich bevrijd van de beperkingen van de vierkwartsmaat waarop de funk, de muzikale basis van hiphop, gebaseerd is. Ritme en metrum blijven belangrijk, maar rijm is geen vereiste. De Boom Poetic brengt poëzie vanuit een hiphop-perspectief, maar zonder het harde, competitieve element daarvan. Het duurde dan ook niet lang voor de groep omarmd werd door het grotendeels blanke literaire publiek, dat blij was dat het eindelijk een acceptabele, niet-bedreigende vorm van hiphop gevonden had.

Maar in hoeverre kan je sleutelen aan het rap-idioom zonder dat het genre zijn eigenheid verliest ? Snijd je rap de ballen niet af als je er een acceptabele, beschaafde bezigheid van maakt ? Hiphop-puristen voelen zich steeds ongemakkelijk als intellectuelen zich met hun zaken komen bemoeien. En je kan terecht veel kritische bedenkingen maken bij gangsta rap, maar dat neemt niet weg dat het werk van Nas of Mobb Deep evenveel vertelt over het leven in de Amerikaanse getto’s als Picasso’s Guernica over de Spaanse burgeroorlog. Rap is van nature rauw en controversieel en spreekt over de problemen van jonge mensen in hun eigen taal. Van de meeste poëzie kan dat nauwelijks gezegd worden. Hiphop kan dan ook een emanciperende kracht zijn. De deelname van migranten aan de highbrow-cultuur is laag, maar in Brussel laten Franstalige Marokkaanse rappers zich bij het schrijven van hun teksten wel inspireren door de weids uitwaaierende lyriek van de traditionele Arabische poëzie.

Rap als middel om het gewone volk weer aan de dichtkunst te krijgen ? Geert Buelens : ?Historisch gezien is poëzie ook in Europa gegroeid vanuit een orale cultuur, met mensen die van markt tot markt trokken om de verhalen van de gemeenschap te vertellen. In de loop van haar geschiedenis is ze echter steeds absolutistischer, moeilijker en abstracter geworden. Meer gericht op geleerde mensen, zeg maar. Rap staat dichter bij de realiteit van jongeren en van allochtonen. Als je hen bij de dichtkunst wilt betrekken, kan rap daar een geschikt instrument voor zijn. Maar ondertussen is de smaak ook zo geëvolueerd, dat je niet kan doen of de evolutie van het genre er nooit geweest is. Daarom is veel van die op rap gebaseerdepoëzie ook niet briljant. Er loopt een dunne lijn tussen enerzijds het direct aanspreken van het publiek en anderzijds het bewaren van de poëticale verworvenheden.?

Terug naar Last Poet Gylan Kain. Al die blanke rappers en Europese dichters die zich op rap baseren, staat hij daar niet raar van te kijken ? ?In de sixties was rap de stem van de zwarte revolutie,? zegt hij, ?toen had ik onmogelijk kunnen denken dat ik ooit in Nederland samen met een stel blanken in een dichtbundel zou staan en dat ik zou musiceren met blanke cats. Maar ik ben blij dat het gebeurd is. Met Double Talk is de cirkel rond. Rap is mijn baby, ik heb het uitgevonden. En toen die baby opgroeide, heeft hij zich nukkig en onverantwoordelijk gedragen. Maar vader en kind zijn allebei ouder en wijzer geworden. We hebben ons met elkaar verzoend.?

Double Talk, samenstelling Emerald Beryl en Fred Bomber, De Arbeiderspers, 1996.

The Roots : Rapteksten zijn woorden die passen op de beat, in de maat.

Def-P van Osdorp Posse, in Nederland beschouwd als taalvernieuwer (links). Geert Buelens : Rap verwoordt de realiteit van de jongeren.

Gylan Kain : Ik heb rap uitgevonden (boven). De dichters uit Epibreren (links) : dichters tout court.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content