COLUMN
Eigenlijk heeft het nog lang geduurd voor de Disney-machine de prinses van Wales recupereerde. Maar nu is het dan zover. De tekenfilm van 30 minuten, die in het najaar van 1999 getoond zal worden op het Britse Channel 5 en op het Amerikaanse ABC, wordt aangekondigd als “de hit in de kinderprogamma’s voor volgend jaar”. De machtige publiciteitsmachine van het Amerikaanse concern zal ertegenaan gegooid worden om ouders ervan te overtuigen dat deze film de manier is om hun kinderen over het “verlies van de prinses heen te helpen”. Als de behoefte er niet is, dan zal ze er wel ingeramd worden…
Het scenario, naar het boek The happy princess van Nicholas Allen, gaat op een eigenzinnige en nogal wisselvallige manier om met de werkelijkheid. Het huwelijk met kroonprins Charles wordt voorgesteld als een “promotiekans”, wat wellicht dicht bij de werkelijkheid ligt. Het lelijke, ongelukkige, verwaarloosde eendje wordt een echte prinses, in een droomjurk en met een diamanten kroon op het hoofd. Het eenvoudige maar gevoelige meisje trouwt met de toekomstige koning, ondanks het bezwarende feit dat hij een saaie intellectueel is. Bij een eerste gezamenlijk bezoek aan Buckingham Palace bestaat hij het immers het paleis te vergelijken met de Akropolis in Athene, terwijl het voor Diana in de film alleen belangrijk is dat het koninklijk paleis op een boogscheut van haar favoriete winkels ligt. Diana is immers een “gezellig” meisje – zo wil het althans het Disney-draaiboek – die jagen op Balmoral Castle saai vindt en liever naar een concert van Elton John gaat.
Kortom, in Disneyland is Diana een gewoon meisje, zoals uw dochter en die van uw imaginaire Britse of Amerikaanse buurvrouw, dat zwelgt in onmogelijke sprookjes, net zoals zij. Zo’n kleine meisjes lopen natuurlijk wel het risico plots hun neus te stoten aan een blinde muur waar ze een magische spiegel verwachtten, waardoor ze (net als Alice) Wonderland wilden instappen.
Dat ik van Diana geen hoge hoed ophad, weet u natuurlijk, en velen onder u nemen mij dat bijzonder kwalijk. Sans rancune. Maar dit gaat mij toch meer dan te ver.
Een aanbeden maar tragische jonge vrouw wordt gerecupereerd door een barnumshowmachine en om puur commerciële redenen gereduceerd tot een tweedimensionele Barbie. Overgoten met een pseudo-psychologisch sausje kan dit heiligenleven de zogenaamd verweesd achtergelaten Angelsaksische kindjes en hun ouders nog vlotter opgelepeld worden. En dit zal slechts een begin zijn. Want na de film volgen er natuurlijk in de ware Disney-traditie een boek, stickers, servies, T-shirts, nachthemdjes… De Disney stores over de hele wereld zullen weer lekker draaien.
De echte sprookjes, die van Grimm en Perrault, zijn wreed, en daarom precies bevatten ze zo’n wijze lessen. Ze zijn het leven zelf. Geen kind dat daar ooit een trauma aan overhield, integendeel.
Hier wordt door de Disney imagineers het gruwelijke levenseinde van de prinses verdonkeremaand. Geen beeld zal verwijzen naar het auto-ongeluk waarin ze bijna een jaar geleden het leven liet, aan de zijde van een ander soort exotische prins die haar op zijn beurt wou overladen met diamanten. Maar die, net als zij, meer hield van blitse exotische oorden dan van het leven op het Engelse platteland. Aan het eind van de tekenfilm zal Diana dartelen in een Hollywoodhemel, omstuwd door kinderen die haar bewonderen.
De bikkelharde werkelijkheid is natuurlijk niet zo bevorderlijk voor de verkoop van suikerzoete prenten op de wereldshowbusinessmarkt. There’s no business like Disney-business.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier