COLUMN
Wivina De Meester is een vinnig vrouwtje. Ze is niet bang voor nieuwe dingen en het is haar taak om elke Vlaamse frank in twee te bijten. Op haar jongste project, waarbij ze erin geslaagd is om de werkruimte per ambtenaar in de toekomst te reduceren van 20 tot 12 vierkante meter, is ze erg trots.
Mevrouw de minister heeft immers laten berekenen dat niet alle ambtenaren altijd aan hun bureau zitten. Ze zijn al eens ziek, met vakantie of hebben een vergadering buitenshuis. Dus waarom zou er permanent een persoonlijke werktafel of een werkruimte voor ieder van hen ter beschikking moeten staan? En met al die sentimentaliteit van een poster aan de muur, een vlijtig liesje of een foto van de kinderen op het bureau moet het maar eens afgelopen zijn. In de blitse kantoorruimte van de toekomst krijgt iedere ambtenaar van Wivina een rijdende ladenkast, kan hij of zij een oplaadbare telefoon van de muur nemen, en zich installeren waar er een vrije plaats is. Verder geen gezeur. Werk is werk en thuis is thuis.
Of die ambtenaren zich daar goed bij voelen? Ze hebben nauwelijks de tijd gekregen om erover na te denken. Tussen het opstarten van het proefproject en het definitief installeren van office sharing in de eerste dienst die op die manier moest gaan werken, verliepen nauwelijks zes weken. Het lijkt er sterk op dat mevrouw de minister en haar adviseurs vooral geen overgevoelig gezanik van gefrustreerde werknemers aan hun oren wilden.
Blijkt dat iedereen die naar Wivina’s nieuwe kantoorplateaus gaat kijken zwaar onder de indruk is van het chique en dure uitzicht van de nieuwe werkruimten, en van gadgets zoals een bureautafel die zich met een paar drukken op de knop instelt op je persoonlijke ideale werkhoogte. Werknemers blijken in deze kantoorruimten minder tijd te verliezen met kranten lezen en privé-telefoontjes. Kortom, het project van mevrouw De Meester glimt van innovatiedrang en efficiëntie en dus zal het wel goed zitten.
Hoe moet je zo’n evolutie bekijken, vraag ik me af. Hoeveel uur per week spendeert een mens op zijn werkplek? Hoe belangrijk is een job voor iemands gevoel van voldoening in het leven, voor zijn of haar identiteit? Leg je binnen je werk dan beter alle persoonlijke kenmerken af? Moet je je realiseren dat je in de eerste plaats gewaardeerd wordt omdat je ultraflexibel inzetbaar en makkelijk inruilbaar bent, een rijdend karretje dat gestuurd wordt vanuit een centrale? Een karretje dat ook zonder veel sentiment gedumpt kan worden als het niet meer naar behoren functioneert. In een dergelijke organisatie valt er zelfs geen symbolisch lege plek meer bij saneringsoperaties. Karretjes kunnen geruisloos afgevoerd worden.
Je kunt het natuurlijk ook omdraaien. Als je zelfs geen eigen plek meer gegund wordt en alleen nog de gemeten prestatie en de financiële transactie aan het eind van de maand van belang zijn, heeft een mens misschien ook minder moeite om de emotionele betrokkenheid bij zijn job af te bouwen. Dat de inzet bijgevolg laag dreigt te worden en het resultaat minder creatief, is volgens mij niet onmogelijk.
Maar alles is natuurlijk ook afhankelijk van de wederzijdse verwachtingen. Misschien is het nieuwe kantoorsysteem, waarover mevrouw De Meester zo enthousiast is, wel de perfecte vormgeving van de koele arbeidsverhoudingen van de toekomst, waarbij niet langer mensen tellen maar enkel hun direct inzetbare, nuchter meetbare prestatie.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier