COLUMN
Linda Eastman, de vrouw van Paul McCartney sinds bijna 30 jaar, trok zich terug op hun afgelegen ranch in Arizona om daar, omringd door haar geliefden, te sterven. Om de meute van zich af te houden en, de eerste dagen toch, te kunnen rouwen in privé-kring, had de familie in een persmededeling gelogen dat Linda in Santa-Barbara, Californië, was overleden. Dat was voldoende om een massale speurtocht te doen losbarsten, en speculaties de wereld in te sturen over de manier waarop Linda Eastman was gestorven. De beweging voor de legalisering van euthanasie wou de beroemde dode meteen recupereren voor haar strijd.
Twee weken geleden was ik immens gechoqueerd toen De Morgen in de eindafrekening rond getuige X1, een document afdrukte uit het autopsierapport van Carine Dellaert. Stel dat je de moeder van het meisje bent, dat je de krant openslaat en daar in gruwelijke en platvloerse details (BOB’ers hebben blijkbaar een zeer cru woordgebruik) je vermoorde dochter beschreven ziet. Een paar honderdduizend mensen lezen met je mee. Je kind wordt, in alle details van haar gruwelijke dood, publiek bezit.
Er is natuurlijk een verschil. Showbizz-mensen en politiekers hebben een dubbelzinnige houding tegenover publiciteit, en daardoor wordt de grens tussen wat kan en niet kan subtiel. En bovenal: zij zijn geen onwetende slachtoffers. Ze teren natuurlijk op de nieuwshonger van bladen en televisiestations.
Wanneer een naar Afrika gevluchte ex-voorzitter van een politieke partij in een populair programma als Nieuwe Maandag gaat zitten, heeft hij daar een bedoeling mee: een zo breed mogelijk publiek bereiken via een niet-kritisch medium. Een uur van bewondering. Een boodschap spuien ook, zonder lastige vragen te moeten verwachten. Verdoken signalen uitzenden naar wie ze moet horen, zonder dat degenen die echt luisteren en kijken ze begrijpen. Maar desondanks blijft het zijn goed recht om te weigeren antwoord te geven op indringende vragen over zijn privé-leven.
De dode Carine Dellaert en haar ouders hebben nergens om gevraagd. Ook Regina Louf werd meegesleurd in een draaikolk van publieke belangstelling, waarvan ze de kracht onmogelijk kon inschatten, en die haar ongetwijfeld, overladen met blauwe plekken en schaafwonden, op het droge zal gooien. De overvloed aan aandacht zal haar, tijdelijk althans, een gevoel van warmte en geborgenheid bezorgd hebben. Maar ik betwijfel of dat voor een zwaar beschadigde persoonlijkheid, die zij blijkbaar is, uiteindelijk heilzaam zal blijken. En ik stel me ernstig de vraag of de mensen die haar in dit publieke avontuur hebben betrokken, journalisten en therapeuten, vooraf hebben nagedacht over de gevolgen van hun kruistocht voor haar. En wie zal er nog zijn om haar op te vangen als dit hele avontuur afgelopen is?
Er zijn mensen die ervan genieten om publiek bezit te zijn, zonder hen zou een bepaald soort pers niet kunnen voortbestaan. Een andere categorie doet de noodzakelijke concessies, omdat die nu eenmaal horen bij het beroep dat ze uitoefenen.
Maar er is een steeds grotere groep mensen die wetens en willens door televisie- en radiomakers, door journalisten en zelfs door politieke partijen, gebruikt wordt. Persoonlijk leed verkoopt goed, drijft kijkcijfers omhoog, levert straks misschien zelfs stemmen op. Precies door deze tendens werden de jongste tijd grenzen, ook in de “serieuze” journalistiek, makkelijker dan ooit tevoren overschreden. Het zoeken naar de waarheid is geen excuus om het diepste leed van zwaar getroffen mensen te grabbel te gooien.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier