COLUMN
Op een vakbeurs voor advocaten in Birmingham achtten de organisatoren het nodig om jonge vrouwelijke solicitors goede raad te geven over de manier waarop ze zich het best kleden. Immers, door de organiserende The Law Society Gazette was uitgemaakt dat als vrouwen niet vooruitgeraken in het gerechtelijke milieu, dat voor een groot stuk ligt aan het feit dat ze de regels niet respecteren. Ziehier wat beginnende vrouwelijke advocaten werd aangeraden: “Vermijd decolletés, parfum, bengelende juwelen, cardigans, meer dan één gaatje in de oren en blote benen.” Blote benen schijnen trouwens het allerergste vergrijp te zijn. In een grote Londense lawfirm ging vorige zomer een ernstig memo rond dat een “halfaangeklede vrouw” in de kantoren gesignaleerd was. Daarmee werd een belangrijke vrouwelijke partner geviseerd die het gewaagd had op een hete zomerdag haar nylons thuis te laten. De verleidelijke Eva verstoort de wereld van de wet.
Deze “professionele” raadgevingen werden de wereld ingestuurd precies op het moment dat een paar hooggeplaatste Britse juristen formeel op de vingers waren getikt wegens het “lastigvallen” van jonge vrouwelijke collega’s en omwille van het professioneel discrimineren van vrouwen.
Als er al vrouwen in doodserieuze kringen rondlopen, heeft men ze blijkbaar liefst kleurloos, geurloos en smaakloos. In een soort camouflagepak waardoor ze net mannen lijken. Op maat gesneden om de rust in de herenwereld niet te verstoren. Groot-Brittannië is natuurlijk ongeveer de ergste mannenburcht ter wereld. Clubs zijn er nog steeds overwegend niet toegankelijk voor vrouwen.
Gelukkig maar storen in onze contreien steeds minder vrouwen zich aan dat soort ongeschreven regels. Onze piepkleine minister van Begroting Wivina De Meester verscheen onlangs op een serieuze academische zitting in een koket knalrood mantelpak met een ruim gesneden boothalsdecolleté en een kort rokje. Of ze daarom minder ernstig genomen werd? Vast niet, maar ze viel wel op in het toch overwegend vrouwelijke gezelschap waar de gedempte deux-pièces de rigueur was.
Vrouwen maken over het algemeen veel minder ophef over het uiterlijk van mannen in hun werkomgeving. Hoewel er wel wat over te zeggen zou vallen. Er zou bijvoorbeeld actie kunnen gevoerd worden tegen sommige types die je vanop meters afstand ruikt, die thuis niet over een strijkijzer of schoenpoets lijken te beschikken en die de kam waarschijnlijk in de prullenmand hebben gedeponeerd.
Verregaande mannelijke nonchalance en slordigheid wordt nog te vaak onder “viriel” gecatalogeerd en is bijgevolg acceptabel. Verzorgde vrouwelijke frivoliteit op de werkvloer daarentegen is eerder bedreigend.
De moraal is dubbel. Van vrouwen wordt bijvoorbeeld ook minder verdragen dat ze buitenmaats zijn. Nog niet zo lang geleden werd in het Gentse een lerares afgekeurd die met haar 1,67 meter 90 kilo weegt. Dat blijkt meer te gebeuren en, hoe kon u het raden, vrijwel uitsluitend bij vrouwen.
Onlangs werd ik op een receptie aangesproken door een man van zeer grote omvang; hij fulmineerde over al die “graatmagere” mannequins in advertenties. Die waren volgens hem ziek en men zou hun publieke optreden moeten verbieden. Dat hij, met zijn ongezond buitenmaatse gestalte, geregeld op het scherm te zien is en misschien op die manier een even groot gevaar is voor de volksgezondheid, dat was niet bij hem opgekomen.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier