De beste adressen in Firenze volgens fotografe Sofie Delauw

© Sofie Delauw

Fotografe Sofie Delauw groeide op in de Vlaamse Ardennen, maar woont ondertussen al twaalf jaar in het échte Toscane. Gedreven door haar passie voor de lokale keuken schreef ze het boek ‘The Curious Eater’, waarmee ze wil aantonen dat die voor veel meer staat dan rood-wit geblokte tafellakens en chianti in strooien mandjes. Dit zijn volgens Sofie de beste adressen in haar thuisstad Firenze.

‘Firenze is heerlijk, maar je moet weten wanneer en wat de beste adressen zijn, wil je aan het massatoerisme ontsnappen. Musea en monumenten verken je bijvoorbeeld best ’s morgens vroeg of ’s avonds laat.

De meest authentieke, minst platgelopen wijk is Oltrarno, de wijk ‘aan de andere kant van de Arno’. De Boboli-tuinen achter het Palazzo Pitti bieden een uniek zicht op het historisch centrum en de Duomo aan de andere kant van de rivier. In Oltrarno flaneer je tussen elegante locals op de Via Santo Spirito en langs palazzi van grote, aristocratische families zoals de Ferragamo’s en de Frescobaldi’s.

Je vindt er ook de beste ‘artigiani’, die kleding zoals kostuums, hoeden en schoenen op maat maken. Loop er gerust binnen. Veel Florentijnen dragen op maat gemaakte kleding, die betaalbaarder is dan je denkt. Een op maat gemaakt hemd bijvoorbeeld kost rond de 120 euro.’

Ideale dag in Firenze?

‘Die start ik met een cappuccino op het terras van Cibrèo Caffè, naast de versmarkt van San’t Ambrogio. De meeste toeristen gaan naar de Mercado Centrale. Op San’t Ambrogio zie je meer echte Florentijnen. Bij Cibrèo voel je die typisch Italiaanse energie: locals lopen er binnen en buiten, begroeten elkaar, drinken snel een espresso voor het werk.’

‘Daarna wandel ik langs Piazza Santa Croce, over de brug, naar Villa Bardini. De tuinen rond de villa zijn minder bekend dan die van Boboli, met als voordeel dat het er rustiger is. Lunchen doe ik graag bij Floret. Ik ben dol op de lokale keuken, maar heb natuurlijk niet elke dag zin een bistecca alla Fiorentina. Floret, in de boetiek van LUISAVIAROMA is een echte hipster-hotspot. Het eten is er licht en gezond en je kunt ondertussen fijn modieuze mensen kijken.’

Floret © Floret

‘In de namiddag slenter ik langs de etalages van de boetieks rond de Piazza Republica, en op het einde van de dag trek ik naar de wijnbar Il Santino in Oltrarno voor een apericena : een goed glas wijn of artisanaal bier (aperitivo) met hapjes (cena). Il Santino is piepklein: de locals staan er meestal tot op straat met een drankje in de hand. De eigenaars werken samen met kleine lokale producenten voor hun dranken, kazen en salumi.’

Il Santino © Il Santino

Must do’s tijdens een eerste bezoek aan Firenze?

‘De eerste keer dat je in Firenze bent, zijn er vier dingen die je volgens mij niet mag missen. Eén: eten in een authentieke trattoria. Twee: de Boboli-tuinen bezoeken. Drie: de Duomo beklimmen tegen zonsondergang (reserveer je ticket van tevoren om de wachtrij te vermijden). En vier: het Uffizi. Michelangelo, Botticelli, Caravaggio, … indrukwekkend om al die beroemde werken in het echt te zien.’

Meest verrassende adres in Firenze?

‘Wie Firenze zegt, zegt renaissancekunst en -architectuur. Manifattura Tabacchi Firenze is een vreemde eend in de bijt, maar wel een interessante. Deze oude tabaksfabriek werd na jaren leegstand en verloedering gerenoveerd door een Britse investeerder en fungeert nu als hub voor creatief talent. Polimoda, één van de belangrijkste modescholen ter wereld, heeft er onderdak gevonden, net als verschillende kunstenaars en andere creatievelingen in residence. Er worden tentoonstellingen, concerten, film- en theatervoorstellingen georganiseerd en er is een coworkingspace, maar je kunt er ook gewoon iets gaan drinken en de industriële architectuur bekijken die je eerder in een stad als Londen of Berlijn zou verwachten. In een lijst met ‘beste adressen in Firenze’ mag deze plek niet ontbreken.’

Manifattura Tabacchi Firenze © Manifattura Tabacchi Firenze

Beste adressen om lokale gerechten te eten in Firenze?

‘Bij Casa del Vino, vlak bij de Mercado Centrale, gingen de marktkramers vroeger voor het werk (lees: rond vijf uur ’s ochtends) ontbijten met een hardgekookt ei, brood met tomaat en een glas met water aangelengde wijn. Dat kun je daar nog steeds bestellen, maar je kunt er ook heel lekkere panini en crostini eten, en -voor de meer avontuurlijk aangelegden- typisch Toscaanse trippa en lampredoto (ingewanden). Iets verderop serveert Sergio Gozzi de cucina della nonna, gerechten zoals grootmoeder ze klaarmaakt. Het is zo’n plek waar je al eens een oudere Florentijnse weduwnaar ziet lunchen die de keuken van zijn overleden echtgenote mist. Il Sabattino ten slotte is ook één van de beste adressen in Firenze. Het is één van die zeldzame trattoria waar ook locals gaan eten. Je kunt niet reserveren en zit er met andere mensen aan dezelfde tafel, maar je eet er verrukkelijke pasta aan amper 13 euro.’

Favoriet ijssalon?

‘Aan ijssalons geen gebrek, maar bij sommige laat de kwaliteit te wensen en bij andere moet je lang aanschuiven. Daarom ga ik graag naar Vivoli: heerlijke gelato op een beetje verborgen plek, dus minder kans op een lange rij voor je.’

De beste adressen om iets te gaan drinken in Firenze?

‘Alsof je de toren kunt aanraken, zo dicht bij Palazzo Vecchio bevindt de rooftop bar van het chique hotel Continentale zich. Aan de andere kant van de Arno ligt de Loggia Roof Bar van hotel Palazzo Guadagni. Een oud, gammel liftje brengt je tot aan het elegante, overdekte terras met verbluffend zicht op het historisch centrum. Zowel de bar van het Continentale als die van Palazzo Guadagni zijn eerder prijzig, maar op zo’n plek een cocktail drinken, is elke eurocent waard. Een laatste bar die ik wil aanraden, is Serre Torrigiani. De Torrigiani’s zijn een belangrijke Florentijnse familie die verschillende palazzi bezit. De citrusbomen in de tuinen van die palazzi overwinteren elk jaar in een grote serre. In die limonaia wordt tegenwoordig in de zomer een pop-upbar ingericht waar de lokale beau monde graag een glas komt drinken.’

Loggia Roof Bar © Loggia Roof Bar

In welk hotel zou je logeren mocht je niet in Firenze wonen?

‘Betty Soldi en haar echtgenoot Matteo Perduca hebben drie bed and breakfasts ingericht, waarvan AdAstra volgens mij één van de beste adressen in Firenze is. Het vroeg 19e eeuws palazzo van de adelijke Torrigiani-familie is sowieso prachtig (denk: parket, marmer, met fresco’s beschilderde plafonds …). De combinatie van de klassieke kamers met vintage Italiaanse design is een schoolvoorbeeld van Italiaanse goede smaak.’

‘Wie graag met een goed verhaal wil thuiskomen, raad ik aan een kamer te reserveren in het 25hours Hotel. De inrichting, van de hand van Paola Navone en haar team, is geïnspireerd op Dante’s Divina Commedia: de helft van de kamers refereert aan de hemel, de andere aan de hel. Beetje absurd, beetje sprookjesachtig, absoluut origineel.’

AdAstra © AdAstra

Koelkastmagneten genoeg: welk souvenir nemen we mee uit Firenze?

Flow is een conceptstore met een zorgvuldig gecureerde selectie Italiaanse merken die je niet gauw in het buitenland tegenkomt. Loop ook eens binnen bij Gerard, aan de Piazza Republica, een Florentijns modemerk dat vandaag nog altijd even relevant is als toen het vijftig jaar geleden werd opgericht, 100% made in Tuscany. Bij Aqua Flor kun je een persoonlijk parfum laten samenstellen en Officina Profumo Santa Maria Novella is ondertussen wereldberoemd, maar het blijft één van de beste adressen in Firenze. Het is echt een unieke ervaring om de acht eeuwen oude kloosterapotheek binnen te lopen. En foodies ten slotte, die hebben keuze te over: olijfolie, kazen, vleeswaren, pasta, sauzen …  Vlakbij wijnbar Il Santino vind je bijvoorbeeld S.forno, van dezelfde eigenaars. Kans is klein dat je daar met lege handen buitengaat.’

Officina Profumo Santa Maria Novella © Officina Profumo Santa Maria Novella

Nog een laatste tip?

‘Kom niet naar Firenze in juli of augustus! Dan is het hier veel te warm. Rond 15 augustus, Ferragosto, ontvluchten alle Florentijnen de stad, is alles dicht en lopen hier alleen nog toeristen rond. Ik heb het mijn ouders ook al vaak gezegd: kom zodra het in België slecht weer begint te worden en geniet nog een laatste weekend van de zon.’

Sofie Delauw schreef The Curious Eater – De geheimen van de Toscaanse keuken, uitgegeven bij Lannoo. sofiedelauw.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content