Geschiedenis

Chennai is de oudste stad van India. Toch is deze Zuid-Indiase stad eigenlijk nog niet zo oud, zo’n 350 jaar. Zijn ontstaan dankt hij aan Francis Day en Andrew Cogan, twee medewerkers van de Oost-Indische Compagnie. Zij kochten het vissersdorp Madraspatnam van koning Peda Venkata Raya en transformeerden het tot de eerste Britse nederzetting in India.

Al oefende de streek ook in de eeuwen daarvoor al heel wat aantrekkingskracht uit. Zo belandden Griekse en Romeinse handelaren op de kust van Coromandel in hun zoektocht naar parels. En vonden ook zeevaarders, kruidenhandelaren en kledijverkopers vlot de weg. Bovendien gaat het verhaal dat de ‘ongelovige’ apostel Thomas omstreeks 52 na Christus in Zuid-India belandde. Hij zou er de laatste twintig jaar van zijn leven doorbrengen. Voor zijn stoffelijk overschot werd in Chennai een kathedraal gebouwd. Al ligt zijn stoffelijk overschot er nu niet meer.

Het belang van Chennai als handelsplek blijkt duidelijk in de zestiende eeuw. Zowat alle Europese zeevaarders zetten er dan voet aan wal. Eerst komen de Portugezen, daarna de Nederlanders. En in de zeventiende eeuw de Engelsen en de Fransen.

Uiteindelijk zijn het de Engelsen die de échte aanzet geven tot de uitbouw van een volwaardige stad. Zij bouwen het fort St-George, dat na vijftien jaar klaar is in 1653. Ten noorden van het fort vestigen zich al snel inlandse werklieden, waardoor de wijk Chennapatnam de bijnaam ‘Black Town’ krijgt. Het gedeelte waar de Britten zelf resideren heet logischerwijs ‘White Town’.

Na samenvoeging vormen die twee delen Madras. In 1688 krijgt Madras de stadsrechten van koning Jacobus II van Engeland, waardoor het de eerste Indiase stad wordt.

Indiase naam heringevoerd

In de 18e eeuw vormt Madras het toneel voor een bittere strijd tussen de Engelsen en Fransen. Eventjes leek de stad in Franse handen te vallen, maar in 1756 moeten ze de benen nemen naar het zuidelijker Pondicherry. De Britten ontwikkelen Madras verder tot voornaamste basis in Zuid-India. Zo bouwen ze Madras in de 19e eeuw uit tot de zetel van Madras Presidency, de overkoepelende naam van de vier zuidelijke afdelingen van Brits India, en verbinden ze de stad via de spoorweg met andere Indiase steden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Madras de enige Indiase stad die aangevallen is. Ook na de Indiase onafhankelijkheid in 1947, én tot op de dag van vandaag, blijft Madras het belangrijkste zuidelijke handelsknooppunt.

Sinds 1997 is de naam Madras terug aangepast naar de oorspronkelijke Indiase naam ‘Chennai’. Madras deed te veel denken aan de koloniale tijd. Die naam was namelijk afgeleid van Madraspatnam, het deel van de stad waar de Britten resideerden. Chennai komt van Chennapatnam.

Aangezien de stad blijft groeien, is hij momenteel de vierde grootste stad van India. Het is bovendien de hoofdstad van de provincie Tamil Nadu. In 2004 veroorzaakte de tsunami heel wat schade op de kusten van Chennai.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content