De makers van Fantastic Man: ‘Koffie en sneakers, dát wil de man van vandaag’

Jop van Bennekom (links) en Gert Jonkers: 'Fijn om niet bezig te zijn met jeugdcultuur.' © Thomas Lohr

Gert Jonkers en Jop van Bennekom zijn de bedenkers van Fantastic Man, een wereldwijd gerespecteerd blad ‘over kleren en over mannen’. “Het begon met: laten we geen jongetjes van achttien brengen, maar échte mannen.”

Fantastic Man bestaat sinds 2005. Journalist Gert Jonkers en grafisch designer Jop van Bennekom begonnen hun tijdschriftenonderneming in Amsterdam met Butt, het eerste homoblad met een poot in de mode – ontwerper Bernhard Willhelm poseerde naakt voor het eerste nummer – en een minder gladde, meer hedendaagse visie op mannen en seks dan we van de traditionele media gewoon waren. Fantastic Man, de opvolger, is een meer generalistisch, intelligent modeblad voor mannen, met net zoveel aandacht voor woord als voor beeld. Het verschijnt tweemaal per jaar. Jonkers en Van Bennekom zijn ook de uitgevers van The Gentlewoman, misschien wel het meest volwassen modeblad voor vrouwen op de internationale markt en, in samenwerking met uitgeverij Penguin, van The Happy Reader. ‘We geloven dat we met Fantastic Man iets unieks maken, met een duidelijke focus’, zeggen Jonkers en Van Bennekom in hun redactielokalen. Die zijn tegenwoordig gevestigd in Londen, op wandelafstand van Oxford Street. Engeland is hun belangrijkste afzetmarkt, gevolgd door Duitsland en de Verenigde Staten. ‘We zijn misschien niet het grootste mainstream blad, maar we spreken overal ter wereld wel een paar mensen aan, van Tokio tot Sydney.’

Gert Jonkers (links) en Jop van Bennekom: 'We spreken overal ter wereld wel een paar mensen aan, van Tokio tot Sydney.'
Gert Jonkers (links) en Jop van Bennekom: ‘We spreken overal ter wereld wel een paar mensen aan, van Tokio tot Sydney.’

Gert Jonkers: ‘In de zomer van 2004 begonnen we aan Fantastic Man te denken. Er bestond op dat moment geen enkel blad waarin we onszelf herkenden. De modellen waren stukken jonger, de kleren die ze aanhadden droegen wij niet, en de sigaren, de wijn en de snelle motorjachten waarover ze schreven interesseerden ons ook geen reet.’

Jop van Bennekom: ‘Bladen als GQ creëren een fictie rond mode. Ze tonen geen echte mensen en ze zijn ook nog eens voorspelbaar. Wij wilden een blad maken over personal style, over wat mannen dragen. In het begin hadden we regels. Geen jongetjes van achttien, wel mannen met een carrière. Dertigers, veertigers, vijftigers. Ik vond het fijn om niet bezig te zijn met jeugdcultuur, of met het fetisjeren van jeugd. Ik heb daar nooit iets mee gehad.’

Hebben mannen meer interesse voor mode dan vijftien jaar geleden?

Jop van Bennekom: ‘Mannen zijn misschien niet méér in mode geïnteresseerd, maar wel meer in stijl en alles wat eromheen hangt. In lifestyle, in koffie en sneakers, in de juiste jeans en de juiste bomber. Mannen zijn veel meer fussy geworden.’

Gert Jonkers: ‘Je hoort nu vaak dat de wereld van de mannenmode enorm gegroeid is, en dat zal in cijfers uitgedrukt misschien ook wel zo zijn. Maar toen we vijftien jaar geleden met Fantastic Man begonnen, waren er natuurlijk ook al mannen die heel specifiek waren in hoe ze zich kleedden.’

We hebben altijd van simpele kleren gehouden, meer dan van mode

Wat is er veranderd?

Jop van Bennekom: ‘Tien jaar geleden ging het allemaal over pakken en over heritage. Nu heeft streetwear een moment.’

Gert Jonkers: ‘Uiterlijk gezien is de evolutie van aangekleed naar sportief het opvallendst. De mannenmode is nu moderner. Dat merk je ook aan Fantastic Man. Ik wil het woord dandy niet gebruiken, maar zeker in het begin waren we behoorlijk opgekleed. Tegelijk zijn we altijd gefascineerd geweest door een wit T-shirt, een grijze sweater, een simpele witte gymschoen. We hebben altijd van simpele kleren gehouden, meer dan van mode.’

Jop van Bennekom: ‘Er is veel meer kwaliteit, ook in de high street. Cos is een goed voorbeeld ( Van Bennekom en Jonkers maakten de voorbije jaren een tijdschrift in opdracht van de winkelketen, red. ). De middelmaat van een Peek & Cloppenburg, van kleren zonder identiteit, die past niet meer bij deze tijd.’

Gert Jonkers: ‘Tegelijk zijn er miljarden mensen op aarde die Tommy Hilfiger kopen: dat is de nieuwe middelmaat. In het algemeen is de kennis over mode enorm toegenomen.’

De mannenafdeling zit bij heel veel winkels toch nog gewoon in de kelder

Jop van Bennekom: ‘Ik zag kinderen in de bus met petjes van Balenciaga. Het zullen misschien wel valse petjes geweest zijn, maar toch. Mensen krijgen veel meer toegang tot mode.’

Gert Jonkers: ‘Dat geldt dus ook voor vrouwen. Vrouwen zijn net zo goed modebewuster geworden.’

Jop van Bennekom: ‘Hier om de hoek in Oxford Street zit de mannenafdeling bij veel winkels toch gewoon in de kelder.’

Gert Jonkers: ‘Ik heb het idee dat de hele economie enorm is gegroeid. Er is meer mode, maar er is ook meer food. Mensen zijn over het algemeen veel beter geïnformeerd, en ze verwachten meer. Tegelijk is er ook een veel groter aanbod. We hebben van bij het begin gezegd dat je kleren moet kopen waar je tien jaar lol van hebt. Het zou toch te gek zijn om fast fashion de nek te kunnen omdraaien? Zeventig procent, of wat is het, van de kleren komt op een stortplaats terecht. Mensen consumeren te veel, op alle gebied. Het is beter om drie keer per dag een volwaardige maaltijd te eten dan zestien keer te snacken. Voor kleding geldt hetzelfde.’

Lente-zomer 2005
Lente-zomer 2005

Hoe zijn jullie zelf geëvolueerd?

Gert Jonkers: ‘Onze eigen stijl is niet veel veranderd, denk ik. (Tot Jop:) Jij bent volgens mij toch heel standvastig?’

Jop van Bennekom: ‘Van mijn zestiende tot mijn zesendertigste droeg ik alleen tweedehands. Dat waren kleren die niet goed pasten, kleren die al een ander leven hadden geleid, heel veel army ook. Maar het aanbod is nu een beetje opgedroogd. Ik ben pas de afgelopen tien jaar vaker nieuwe kleren gaan dragen. Designermode, maar ook Cos, A.P.C., kwaliteitsbasics.’

Gert Jonkers: ‘Ik heb vandaag een spijkerbroek van Dries Van Noten aan uit 2011. Toen collega’s me er vanochtend naar vroegen heb ik het even opgezocht. De tijd vliegt, maar ik draag die broek dus nog steeds.’

Jop van Bennekom: ‘Ik ben een van die vele mannen die niet graag opvallen met hun kleren. Ik hou van het idee van een uniform, van ontwerpers als Helmut Lang of Martin Margiela, die soms kleren kocht op de rommelmarkt in Brussel en ze dan op de een of andere manier recycleerde. Ik draag enorm veel navy, met zwart, wit of grijs. Ik vind mezelf er vaak heel saai uitzien, maar ik voel me daar ook wel prettig bij. Ik wil ’s ochtends niet nadenken over wat ik ga aantrekken, hoe ik eruitzie. Ik heb geen behoefte om een statement te maken met mijn kleren. Maar ik vind het interessant als mensen dat wél doen. Gert experimenteert vaak met zijn look.’

Lente-zomer 2016
Lente-zomer 2016

Gert Jonkers: ‘Toen ik voor tijdschriften begon te schrijven was er een keer een stagiair die van de school voor journalistiek kwam, en die zei: ‘Je kleedt je helemaal verkeerd.’ Op school, zei hij, leren we dat je er als journalist zo anoniem mogelijk moet uitzien. Daar had ik heel weinig mee. Ik vond het leuk om naar een redactie te gaan in, bijvoorbeeld, een wit trainingspak. Ik daag mezelf graag uit. Ik hou ook van lelijke kleren. Wow, lelijk, ga ik even aantrekken.’

Wat vind je echt lelijk?

Gert Jonkers: ‘Ik vind mouwloze T-shirts moeilijk. Toch probeer ik ze te dragen.’

Jop van Bennekom: ‘Leuk als je zeventien bent.’

Gert Jonkers: ‘Nou ja, dat komt er ook bij. Een mouwloos T-shirt is leuk als je jong bent en minder leuk als je ouder bent.’

Jop van Bennekom: ‘Er komt ook een moment dat het je niets meer kan schelen. Dat je je gewoon op je gemak wilt voelen.’

Gert Jonkers: ‘Ik heb jarenlang geen poloshirts willen dragen. Ik vond mezelf daar saai in uitzien. Tot ik er op een moment vijf ineens heb gekocht. Het is goed om jezelf soms tot iets anders te dwingen. Goede modeontwerpers tonen soms dingen waarvan je denkt: ‘God, ik had er nooit aan gedacht om dat te gaan dragen.’ Zo word je geïnspireerd om iets nieuws te proberen. De kunst bestaat erin je eigen stijl te hebben, maar tegelijk ook te veranderen.’

Jop van Bennekom:Move on. Natuurlijk is het goed om te evolueren. Op een gegeven moment vallen je kleren ook uit elkaar. En soms passen ze niet meer, bijvoorbeeld omdat je naar de sportschool gaat. Dan verandert je lichaam helemaal.’

Hoe kijken jullie naar ‘echte’ mode?

Gert Jonkers: ‘Ik denk niet dat de catwalk heel belangrijk is. Het is een vermakelijk circus, dat soms ook inspireert. De modeweek is dan weer een kruispunt waar van alles gebeurt. Sommige dingen raken je, andere niet.’

Jop van Bennekom: ‘Ik zie de mode heel erg rondgeslingerd worden in de popcultuur. Celebrity’s die de labels pushen op social media, Chinese toeristen van top tot teen in Gucci. Dat zie je meer en meer. Ik vind dat de afstand tussen de catwalks en wat je op de straat ziet minder groot is geworden, ook door het succes van streetwear. En gelukkig maar.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content