Vermaarde banketbakkerijen, gezellige bistro’s en brasserieën, trendy eetkroegjes, koffiehuizen en ?lustige Stuben und Kneipen? in Duitslands meest uitgestrekte stad. Berlijn, zes jaar na de Wende.

Pieter van Doveren / Foto’s Tony Le Duc

Dynamiek is inherent aan Berlijn : zes jaar na de Wende is oost en west uiterlijk bijna volledig vervloeid tot een uitgestrekte metropool met een territorium zo groot als München, Hamburg en Keulen samen. De sporen van de muur zijn wel uit het stadsbeeld verdwenen, maar nog niet uit het bewustzijn. Bij de voormalige Ossi’s en Wessi’s heerst onzekerheid over de toekomst en sinds dehereniging morren meer en meer verwende West-Duitsers over de inleveringen die zij op grote schaal moeten doen om hun landgenoten uit het oosten er weer bovenop te helpen. De verstandhouding tussen Wessi’s en Ossi’s is niet goed, doch daar merkt de toerist op het eerst gezicht niets van. Berlijn is voor de bezoeker een aangename stad : de mensen zijn vriendelijk en hulpvaardig, en men heeft het zo druk met bouwen, dat er geen tijd blijft om te piekeren. Het nieuwe Berlijn heeft zoveel ambities dat de bewoners vroeg gaan slapen om bij het krieken van de dag uit de veren te schieten. Om tien uur ’s avonds zijn, op enkele uitgangscentra na, overal de lichten gedoofd en liggen de grote boulevards en pleinen er uitgestorven bij. Om zes uur ’s ochtends daarentegen, heerst er op de lanen een drukte van belang : dan spoeden de bewoners van Berlijn zich naar bouwput of kantoor.

Berlijn heeft twee centra : de Westcity, met de Zoologischer Garten, winkels, restaurants en hotels rond de Kurfürstendamm, en het vroegere oostelijke deel met de Friedrichstraße als belangrijkste ader in Berlin-Mitte. Het hart van een nieuwe subcultuur klopt in het oostelijke stadsdeel, dezer dagen the place to be. Door de lage huurprijzen trokken studenten en kunstenaars naar de oostelijke districten, waar achter met graffiti beschilderde muren, in leegstaande fabrieken en scholen, alternatieve werkplaatsen, kunstgaleries en leef- en werkruimten werden geboren.

Onze tocht begint in een noordelijk gedeelte van voormalig Oost-Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg. De eens zo grauwe arbeidersbuurt veranderde rond Kollwitzplatz in een alternatief uitgaanscentrum met clubs, gezellige Kneipen, hotels en restaurants. In de straten hangen nog rafels van een vooroorlogs sfeertje. Dat niet alle buurtbewoners gelukkig zijn met de omwenteling, bewijzen de met stenen bekogelde ruiten van Gugelhof. Dit restaurant is amper een jaar open maar krijgt blijkbaar te veel belangstelling naar de zin van conservatieve en radicale lieden uit de wijk. Gugelhof heeft nochtans een aangenaam-eenvoudige inrichting met gesponste muren en natuurkleurig hout alom en doet denken aan een familieherberg uit de Elzas. Het eten is geïnspireerd op specialiteiten uit de drielandenhoek (Frankrijk, Zwitserland en Duitsland). De borden met geflambeerde taart uit de Elzas (12.50 DM), Sundgauer raclette (15.80 DM) en koninklijke zuurkool, bereid met Crémant d’Alsace (22.50 DM) worden rechtstreeks op de houten tafelbladen gezet. Gugelhof wordt vooral ’s avonds bezocht en je bent welkom voor een drankje, en voor kleine of grote hapjes.

Enkele Kneipen verder bevindt zich het charmante, maar ook een beetje weemoedige Russische eethuisje Pasternak, genoemd naar de bekende schrijver en dichter. De Russische cultuur beleeft in Berlijn een renaissance en dat merk je ook aan de restaurants. Het schemerige eethuisje kreeg veel aandacht van de media en is inmiddels een van de klassiekers van de buurt. Aanraders van de spijskaart zijn : wortelsalade Duschetschka met knoflook en room (8.50 DM), Bortsch van rode bieten en zure room (9.50 DM), Pelmeni of in deeg verpakt vlees met basilicumboter of zure room (19.50 DM) en rundvlees Stroganoff met paddestoelensaus als lievelingsgerecht van Boris (26.50 DM). Op dinsdag- en woensdagavond speelt er een orkestje.

Scheunenviertel, de vroegere joodse wijk die zich in Berlin-Mitte aan beide zijden van de Oranienburgerstraße uitstrekt, geldt als een van de voorbeelden van ?kraakrenovatie?. Vooraan in de Oranienburgerstraße bevindt zich Freßco, Küche Artistico, een hippe Spaanse eetbar waar kleurrijk volk binnenvalt om de honger staande, of gezeten op een barkruk te stillen met pasta al forno, tapas of bocconcini. Oren ligt naast de oude synagoge in het joodse kwartier en trekt deftiger volk aan. Oren wordt vooral ’s avonds voor en na het theater druk bezocht door elegant geklede burgers van standing. De spijskaart is opgesteld in het Duits, Jiddisch en het Engels en vermeldt zowel vegetarische, oosterse als visgerechten. Op de drankenkaart is plaatsgemaakt voor Israëlische wijnen en bieren. Geliefd zijn bereidingen als : humus met tahina en pitabrood (10.50 DM), Marokkaanse sigaren met vulling van aardappel, kaas en spinazie (17.50 DM) en malawach, een soort omelet uit Jemen (9.50 DM).

Café Silberstein ligt naast Oren en is een donkere, kale en holle blitse eet- en drankgelegenheid, waar een Japanse kok, bij de beat van elektronische muziek, sushi opdient. Er zijn miso-soepen (vanaf 3.70 DM), maki-sushi van in algen gerolde rijst met vulling (vanaf 6 DM) en nigiri-sushi (vanaf 3.5 DM.). In het achterhuis wordt kunst tentoongesteld en in de weekends is Silberstein tot de vroege morgen geopend.

De Oranienburgerstraße geeft uit op de Hackescher Markt. Daar bevindt zich rond acht verscholen pleintjes een gebouwencomplex. Deze Hackeschen Hinterhöfen vormen een van de nieuwe aantrekkingspolen van het verenigd Berlijn. Men treft er, rond een doolhof van pleintjes, stijlvol gerestaureerde woonblokken met op het gelijkvloers en in de kelders interessante winkels, kunstgaleries, cafés en restaurants. Het ruime café-restaurant Hackescher Hof bevindt zich aan de ingang van de Hinterhöfen en werd smaakvol ingericht in een aangenaam sobere bistrostijl. Het gonst er van de bedrijvigheid. Hackescher Hof kent sinds de opening, eind vorig jaar, onaflatend succes. Het fraaie Jugendstilgebouw dateert uit 1906 maar binnen is er, op de trapleuning en de vensters na, weinig over van de krullenstijl van toen. In de tijd van de DDR waren er een danszaal en een kinderwinkel in het pand ondergebracht. Nu zijn de grote ruimtes gevuld met tafeltjes en wordt er geanimeerd gegeten en gedronken. Hackescher Hof vormt een soort kruispunt tussen oost en west en weerspiegelt de grootstedelijke alledaagse kultuur. Op de spijskaart treft men 7 verschillende ontbijten. Snobs beginnen de dag met een Hof Frühstück, bestaande uit een glas Sekt, ganzenleverterrine, gerookte zalm, kaviaar en dubbele crème (22 DM). Op de middag- en avondkaart treft men gevarieerde bereidingen als : aardappel- en uiensoep (7 DM), romige gnocchi in pesto (12.50 DM), eendenlever met aceto balsamico, raketsla en linzen (17.50 DM), lamskoteletten met prinsessenboontjes en knoflookboter (23.50 DM) of de, door ons geproefde, gigantische Wiener Schnitzel met bakaardappelen en salade van komkommer (32 DM). Het café-restaurant is open van 7 u. ’s ochtends tot 3 u. ’s nachts.

Wie houdt van aardappels en van Duitse Gemütlichkeit kan zijn hart ophalen in Der Kartoffelkeller, een rustiek ingericht kelderrestaurant, waar de baas Frank Hartmann zo’n 90 verschillende aardappelbereidingen serveert. Aardappels als soep, als Puffer (aardappelpannenkoek), in veldkleed of uit folie, als specialiteit uit verre landen of zelfs als nagerecht, in de vorm van gepofte aardappel gevuld met appel en kersenslagroom : alles is mogelijk. Het aardappelparadijs wordt vooral ’s avonds bezocht.

Café Einstein biedt de charme van een Weens koffiehuis in een nostalgische villa uit het begin van de eeuw. De wijk werd tijdens de oorlog zwaar gebombardeerd, maar villa Einstein bleef overeind. Het verhaal gaat dat er vroeger een bekende filmactrice in het royale huis woonde. Nu is Einstein het nostalgische rendez-vous van uit Bonn verbannen cultuurleiders, van Apfelstrudel snoepende dames en koffiedrinkende literatoren en studenten. Afternoon tea kost er 22 DM en er is een bescheiden spijskaart met Weense specialiteiten, zoals Tafelspitz (31 DM) of Wiener Safgulash mit Servietten Knödel (13.50 DM). De obers zijn beroemd om hun pretentie en op de eerste verdieping is er een kunstgalerie.

Gaat men via Potsdamer Platz, waar de omgeving één grote bouwput is, richting Ku-Damm, dan komt men aan het Grand Hotel Esplanade. Dit exclusieve hotel herbergt op het gelijkvloers de gedistingeerde Harry’s New-York Bar. Deze pianobar met modern interieur en zetels bekleed in rood leder, is een van de klassiekers uit het nachtleven. Iedereen is welkom en hoe later het wordt, hoe drukker het er is. Zeven soorten caipirinhas (19 DM) zijn de specialiteit. Franziska, het barmeisje, laat zien hoe het moet : bruine suiker en anderhalve limoen in een glas met een stamper aandrukken, bedekken met ijsschilfers en begieten met cachaça.

Van Grand Hotel Esplanade trekken we naar het oosten en via Checkpoint Charlie met de wachttoren waarop sinds enkele maanden een goudkleurige kopie van het New Yorkse vrijheidsbeeld prijkt naar Friedrich’s. Deze modernistisch ingerichte bistro met ?hoge-hal-architectuur? wordt vooral door zakenmensen bezocht en ligt juist tegenover het in aanbouw zijnde Amerikaanse Business Center. Star-architecten kregen hier een hele wijk toegewezen en tussen een oerwoud van kranen verrijzen langzaam hun kunstwerken. Jonathan Gschwilm is een van de joodse bazen van Friedrich’s. Hij schakelt over van de ene taal op de andere, en hoopt dat de putten voor de deur snel worden ingenomen door wolkenkrabbers. Friedrich’s heeft een vlotte bediening en het dagmenu biedt kwaliteit voor een redelijke prijs. De keuken is zuiders getint en de vrijdagse vissoep (18 DM) en Zuid-Duitse bereidingen zoals Brezeln (een soort ovenkoek) en Weisswürstel met zoete mosterd, trekken liefhebbers.

Dan gaat het verder door de Friedrichstraße, voorbij het Schauspielhaus en de Gendarmenmarkt, naar de Französische Straße, waar zich tegenover de nieuwe vestiging van Galeries Lafayette (het onvriendelijke ontwerp is van niemand minder dan Jean Nouvel) restaurant Borchardt bevindt. In de 17de eeuw waren het Hugenoten die zich in de wijk vestigden. Later was de buurt het centrum van het zakenleven en trof men hier de duurste hotels en banken. August Friedrich Borchardt opende er in 1853 een handel in koloniale waren en delicatessen. De negotie leverde aan het hof en de koninklijke theaters (Opernhaus en Schauspielhaus). In de oorlog werd het pand zwaar beschadigd en het duurde tot 1992, voor huis Borchardt zijn glans herwon. Toen opende op het gelijkvloers het gelijknamige eethuis, dat snel het trefpunt werd van lieden uit de kunst, politiek, mode en zaken. De eetzaal is ruim en heeft een hoog plafond met stucwerk en in marmermotief geschilderde pilaren, en doet denken aan een eersteklas stationsrestauratie uit het begin van de eeuw. Aan de muur achter de bar bevindt zich het tegelmozaïek dat Wilhelm Wiegand in 1873 aanbracht. De keuken is non-stop geopend van 11 u.30 tot middernacht en de spijskaart vermeldt, naast Franse en Italiaanse gerechten, enkele specialiteiten uit Brandenburg en Berlijn. Kleines Wiener Schnitzel mit Bratkartoffeln (24.50 DM) en Zander auf herbstlichem Gemüse mit Schnittlauchpüree (snoekbaars – 38 DM) zijn populaire gerechten.

Unter den Linden loopt een paar straten verder, parallel met de Französische Straße. Het is de flaneerboulevard naar de Dom, de Staatsoper en de Neue Wache, die door de komst van nieuwe kantoren veel van zijn vroegere glorie verloor. Hier opende recent Einstein Unter den Linden, een dependance van het beroemde café aan de Kurfürstenstraße. In een sobere, hedendaagse koffiehuisatmosfeer, met de kranten van de dag op stok, serveren nukkige obers drankjes als Fiaker (koffie met slivovitz en slagroom, 12 DM) of wijn per glas en fles en gevarieerde gerechten. Populair zijn : een half dozijn oesters (18 DM), gemarineerde inktvis op knoflook crostini (6 DM), raketsla met paddestoelen en parmezaan (19 DM), Wiener Schnitzel met peterselieaardappelen en salade (30 DM) en Wiener Apfelstrudel met vanillesaus, slagroom of vanilleijs (6.90 DM).

Ook de Staatsoper ligt aan Unter den Linden, met Opernpalais als restaurant en café. In dit uit 1733 daterende Prinzessinnenpalais zijn diverse restaurants en het Operncafé ondergebracht. Bij een wandeling door historisch Berlijn is een bezoek aan het Operncafé een welkome rustpauze. Hier serveert men, naar traditie van de grote Berlijnse koffiehuizen, temidden van een opulent decor met fresco’s en lusters met schemerkapjes, een vijftigtal heerlijke taarten. De zoete lekkernijen zijn gemaakt door meester-banketbakker Alexander Otte. Ook het uitgebreide ontbijtbuffet, dat vanaf 9 u. tot 12 u. klaarstaat, geniet een goede reputatie (16.50 DM). Voor zomerse dagen is er een aangenaam terras.

Aan de overkant van de boulevard ligt aan de Festungsgraben het Theater im Palais. Hier woonde vroeger een minister van Financiën, en tijdens de bezetting was hier het huis van de Sovjet-Duitse vriendschap ondergebracht. Volgt men de bordjes, dan belandt men via een doolhof van lege gangen in de Tadzjikische Teestube. Daar laat men de schoenen aan de ingang en wordt, gezeten of gelegen op kussens en handgeknoopte tapijten, thee geslobberd uit kommetjes. De Tadzjikische Teestube is een geprivilegieerd plekje voor ingewijden, waar men terechtkan om in een serene sfeer te ontspannen, tussen Perzische wandtaferelen, met gesculpteerd sandelhout bedekte plafonds en zuilen afkomstig uit Doesjambe (de hoofdstad van Tadzjikistan in Centraal-Azië). Specialiteit is de Russische theeceremonie, waarbij men een lepeltje marmelade onder de tong laat glijden, voordat men de donkere thee, aangelengd met water uit de samovar, drinkt. ? Priatnawa appetita i na sdarowje? (De weg naar de hemel gaat door de theepot !).

Daar waar Unter den Linden overgaat in de Karl Liebknecht Straße, bevindt zich aan het water van de Spree een parkje met, aansluitend, het rode stadhuis en het Nikolaiviertel. Dit met grote middelen gerestaureerde stadskwartier is een van de nieuwe uitgaanscentra, waar deftige winkels en eetgelegenheden overwegend oudere Duitse burgers aantrekken. Wil men een onvervalste uitgelaten Duitse sfeer meemaken, compleet met Musik en grote borden Eisbeinsülze (hammetje) met remouladesaus saurer Gurke en hausgemachten Bratkartoffeln (16.50 DM), dan is men welkom bij Mutter Hoppe. Dit kelderrestaurant heeft zich, wars van modes en eettrends, een reputatie verworven met royaal geserveerde Duitse plattelandsgerechten. Het eten wordt opgediend in rustiek en ouderwets huiselijk aangeklede eetvertrekken. Vrijdag- en zaterdagavond speelt er een bandje en dan wordt er bij Schnaps, Bier und Wein ongecompliceerde gein gemaakt aan de bar. Reserveren is noodzakelijk want bij Mutter Hoppe zijn de tafels dagelijks, van 11 u.30 tot een stuk in de nacht, tot de laatste bezet.

Reinhard’s treft men om het hoekje, in het begin van de Poststraße. Deze gezellige Latijnse mega-brasserie, met 1920-look compleet met lambriseringen, parketvloer en muren vol prentjes van vroegere sterren, heeft diverse eetzalen en een verwarmd terras. Vooral in het weekend is het wachten aan de bar voor een plaatsje. De bediening is er vriendelijk en voorkomend en het geduld wordt beloond door verzorgde, actuele bereidingen uit de wereldkeuken. Het eten komt in stevige porties op de borden. Reinhard’s wordt hoofdzakelijk bezocht door burgers van niveau, in de leeftijdsgroep van 30 tot 50 jaar. Het ontbijt wordt geserveerd vanaf 9 u. en het is prettig om te constateren dat men, zoals in de meeste Berlijnse tavernes, brasserieën en restaurants, ook hier net zo welkom is voor een glaasje als voor een uitgebreide maaltijd. Fofi’s ligt ook in het Nikolaiviertel. Niets van de kunstzinnige decoratie vertelt dat de keuken hier Grieks is. De bar-restaurant draagt de naam van de Griekse eigenares. Zowel zij als haar stijlvolle eethuis zijn een legende. Fofi’s verhuisde na de omwenteling, van de Fasanenstraße in West-Berlijn naar het oosten. Sindsdien is het restaurant minder elitair maar het behield toch een bijzonder cachet, mede door de met smaak geëtaleerde kunst van onder meer Christos Bouronikos, Akrithakis en vooral Heiner Müller, die een van de tafelkleden bewerkte en liet inlijsten. Aan tafel zitten burgers uit de upperclass en lieden uit de tv-, cinema- en kunstscène. Op de kraakwitte tafelkleden verschijnen borden met een variëteit aan Griekse voorgerechten (tzatziki, tarama, dolmades, enz., 16 DM) en gerechten als souvlaki met bakaardappelen (31 DM) en moussaka (21 DM).

Van het Nikolaiviertel trekken we door het uitgestrekte Berlijn in westelijke richting naar het Mekka van de lekkerbek : de zesde verdieping van het in september heropende warenhuis KaDeWe. Dit internationale warenhuis is een van de symbolen voor Berlijn, net zoals de Brandenburger Tor. De zakenman Adolf Jandorf opende KaDeWe in 1907 en de hoeveelheid goederen en diensten lokte toen al mensen van uit heel Berlijn. Dé trekpleister is altijd de voedsel- en delicatessenafdeling geweest. Daar, op 7000 m² wacht de meest onwaarschijnlijke verzameling etenswaren, van over de hele wereld 33.000 verschillende artikelen waarvan zo’n 1300 kazen, 1200 soorten koude vleeswaren, 400 soorten brood, enz. Er wordt demonstratief gekookt in 33 eet-units : de kok staat in het midden, terwijl hongerigen vanaf barkrukken aan de toog rond hem belangstellend toekijken. Eetbars voor Beierse bereidingen, eetbars voor aardappelbereidingen, voor Japanse, Chinese of Franse gerechten, voor vis, voor kreeft, voor oesters : je kan het niet verzinnen of het is er. Op de wijnafdeling wachten meer dan 2400 soorten wijn (de exclusieve flessen liggen in een geklimatiseerde glazen kamer). Er zijn Duitse en Franse bakkerijen met baksels uit eigen ovens, er is een crêperie van Lenotre, de thee- en koffieafdelingen bieden een onovertroffen keuze, bij de chocoladeafdeling treft men 200 soorten chocolade met pralines van Godiva, Neuhaus, Fauchon en Hedlard, en er is een toonbank vol exotisch fruit dat oogt alsof het juist is geplukt.

Ten noorden van KaDeWe ligt in het park van de ZOO CANS ( Café am Neuen See). Bij mooi weer voelt men zich op deze idyllische plek onder de bomen, op het terras bij het meertje ver weg van de stad. Men kan er bootjes huren. In de winter is het er echter kalm en gebruikt men iets in de veranda of in de eetzaal die als een haciënda werd ingericht. De kwaliteit van het Beiers-mediterrane eten en de studentikoze bediening is ondergeschikt aan de schoonheid van de groene omgeving.

De meest bekende winkel- en flaneerstraat van westelijk Berlijn is Kurfürstendamm, eens de speeltuin van de vorsten en later, door de tweedeling van de stad, noodgedwongen ontplooid tot Ersatzzentrum van Berlijn. Een bekende halte is restaurant, café en confiserie Kranzler, gelegen schuin tegenover het winkelcentrum Wertheim. De naam Kranzler werd een begrip toen hofbanketbakker Johann Georg Kranzler in 1825 een koffiehuis opende. De vestiging op Kurfürstendamm dateert uit 1932. Het is een grote, tijdloze patisserie, waar meer dan 1000 bezoekers per dag over de vloer komen. Op het terras of in de veranda zit men op de eerste rij om de mensen op het voetpad voorbij te zien schuifelen. Er zijn diverse koelvitrines, gevuld met een aanbod van ruim 30 taarten. Kranzlercake van room, ananas en chocolade, tiramisucake en Mohn Torte zijn troef.

Dat Duitse bakkers echte suikerkampioenen zijn, kan je ook zien en proeven bij Leysieffer, de confiserie die wat verder aan de andere kant van Kurfürstendamm is gelegen. De eerste Leysieffer-vestiging opende in 1909 in Osnabrück en nu zijn er winkels over heel Duitsland. Grensoverschrijdend beroemd zijn de Himmlischen, pralines, gevuld met room en melkchocolade. Maar ook de strudel en de theekoekjes zien er bijzonder verleidelijk uit.

Het hoekje om, in de Fasanenstraße, vond Café im Literaturhaus zijn onderkomen in een nostalgische villa met, in de kelder, de boekhandel Kohlhaas. De sfeervolle vertrekken van het café zijn bemeubeld met Starck-stoelen. Daar, en in de nostalgische veranda vol groen, wordt bij een kopje koffie of warme chocolade gemoedelijk gekeuveld over esthetische en literatuurpolitieke problemen. Literatuur speelt in Berlijn een belangrijke rol : de stad telt meer dan 300 boekhandels en antiquariaten.

Keukenprinses Erika Hauth-Hansen drinkt een glaasje grappa met haar man, voordat zij met de schort om naar de keuken gaat. Haar huiselijk warm ingerichte en feestelijk verlichte privé-eethuis heeft veel charme en gaat door als het bekendste geheim van West-Berlijn. Frau Erika hield als meisje al van koken en droomde van een eigen eethuisje. Tien jaar geleden opende zij Eulenspiegel en sindsdien kokkerelt zij voor een geselecteerd publiek, dat is samengesteld uit vrienden en alleen maar aardige mensen. Iedereen eet wat de pot schaft (er is slechts één menu van rond de 60 DM). De ene keer komt er Pfifferlingpudding (paddestoelpudding) op tafel en de andere keer Kartoffelpuffer. Het zijn bereidingen die passen bij Erika en haar eethuisje. Omdat er slechts vijf tafeltjes zijn, is reserveren verplicht.

Aan de andere kant van Kurfürstendamm ligt de Kantstrasse. Daar is de Paris Bar, het eerste naoorlogse Franse restaurant. Deze ?bruine? brasserie, met foto’s en werken van bekende Duitse schilders als Baselitz, Luperz en Beuys aan de muur, is meer dan een artiesten rendez-vous. Ook welvarende veertigers, die bereid zijn diep in de buidel te tasten voor een half dozijn oesters, voelen zich in de Latijnse restaurantatmosfeer, ondanks de nonchalante bediening, op hun gemak.

De nabijgelegen Savignyplatz staat bekend als een van de toeristische uitgaanscentra. De Grolmanstraße geeft uit op het plein en herbergt een monocultuur van moderne eethuisjes. Florian geniet een goede reputatie en wordt lokaal als een instituut beschouwd. Het eenvoudig ingericht eethuisje heeft een drukbevolkte bar en enkele tafeltjes aan de straatzijde. Het gaat er sympathiek en soms uitgelaten aan toe. De eigenlijke eetzaal ligt in het achtervertrek. Op tafel verschijnen Zuid-Duitse en Franse gerechten met smaak, zoals Leberknödelsuppe (8.5 DM) en Brandenburger Bauernente (34 DM). Komt men in de herfst, vergeet dan niet Pfifferlingen mit Semmelknödel te bestellen : niet voor de massieve deegknödel, waarmee je de dikste ruit kan ingooien, wel voor de heerlijke en in grote hoeveelheid opgediende cantharellen in peterselieroom.

Restaurant Borchardt, een trefpunt van kunstenaars, politici en modemensen, doet denken aan een eersteklas stationsrestauratie uit het begin van de eeuw.

V.l.n.r. : in de Pasternak hangt een nostalgische Russische sfeer. Freßco : een hippe Spaanse eetbar. Hackescher Hof : aangename sobere bistrostijl.

V.l.n.r. : Einstein biedt de charme van een Weens koffiehuis. De gedistingeerde Harry’s New-York Bar : vooral ’s nachts drukbezocht. Jonathan Geschwilm van Friedrich’s : kosmopolitisch en vlot.

De Tadzjikische Teestube : een geprivilegieerd plekje om te genieten van een Russische theeceremonie.

Het warenhuis Kadewe telt niet minder dan 33 eet-units en is, met zijn ongeëvenaard aanbod lekkers, een begrip in Berlijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content