Meubeldesigner Chanel Kapitanj werkt met metalen: ‘Passie heeft geen geslacht’

© TITUS SIMOENS
Kathleen Wuyard

Chanel Kapitanj (30) studeerde industriële vormgeving en opende haar Luikse designstudio in 2017. Ze maakt meubels in serie en maatwerk en gooide hoge ogen op de jongste meubelbeurs in Milaan, waar haar stoel van metaalgaas de aandacht trok van het prestigieuze interieurmagazine AD.

Metalen hebben me altijd gefascineerd. Ze zijn uiterst veelzijdig, wat betekent dat je je er werkelijk alles bij kunt voorstellen. Mijn vader is draaier en frezer: ik weet niet of dat mijn interesse verklaart, of dat het materiaal vooral bij mijn persoonlijkheid past. Zo is metaal in tegenstelling tot hout vrij koud, net zoals ik ook eerder gereserveerd ben.

Als designstudent hoor je vaak dat er twee soorten ontwerpers zijn: zij die in de luwte werken maar succes hebben bij designkenners, en mensen zoals Philippe Starck, die veel meer verkopen omdat ze op een breed publiek mikken. Het ideaal zou zijn om een beetje van allebei te hebben, al weet ik niet of dat voor mij weggelegd is. Ik weet wel dat ik een persoonlijke stempel wil drukken: ik streef naar minimalistische, rechtlijnige stukken met een grote herkenbaarheid, die hopelijk andere dingen mogelijk maakt.

Vandaag blijven de opmerkingen gelukkig beperkt tot enkele klanten die het gewoon bijzonder vinden dat een vrouw dit beroep uitoefent.

De nood aan tactiliteit is beroepsmisvorming. Als kind was ik al een verwoed doet-het-zelver en dat is ook waarom ik na mijn opleiding industriële vormgeving metaalbewerking ging volgen – omdat ik het materiaal moest aanraken. Die behoefte zie ik bij alle architecten en ontwerpers die ik ken: zij zitten ook overal met hun handen aan. Ontwerpen gaat dus niet alleen over het visuele en kijken, maar net zo goed over texturen en aanraken.

Er zijn geen mannen- en vrouwenberoepen. Metaalbewerking wordt vaak als een mannelijk beroep omschreven, maar passie heeft geen geslacht. Het enige wat telt, is dat je iets doet wat je graag doet. Wat je vooral niet moet doen, is te lang stilstaan bij wat anderen zeggen of denken – ga er gewoon voor en probeer vooruit te komen. Het gekke is dat ik aanvankelijk geen enkele negatieve reactie kreeg toen ik me op ijzerwerk toelegde, niet van mijn omgeving, noch in mijn opleiding. Het was pas toen ik werk zocht dat ik te maken kreeg met onbuigzame bedrijven die een probleem hadden met het feit dat ik een vrouw ben. Vandaag blijven de opmerkingen gelukkig beperkt tot enkele klanten die het gewoon bijzonder vinden dat een vrouw dit beroep uitoefent.

Design is een taal die zich niet tot het ene of het andere expressiemiddel beperkt. Neem bijvoorbeeld Ann Demeulemeester, die na haar kledinglijn nu borden en meubels maakt voor Serax. In mijn ogen is dat geen verraad aan de creativiteit die haar aanvankelijk op de kaart zette, maar een logisch gevolg van haar succes en de wens om haar ideeën ook in andere zaken te vertalen. Of denk aan Virgil Abloh, iemand die zowel kleding als meubels en interieurobjecten maakte en goed de band tussen al die vormen van creativiteit illustreerde. Hoe dan ook vind ik het belangrijk om het onderscheid te maken tussen de ontwerper en het merk waar hij zijn naam aan geeft, hoe commercieel sommige projecten ook zijn.

Meubels en kunst zijn voor mij een bron van plezier en troost. Het feit dat we ons huis kunnen inrichten en ons omringen met schoonheid staat ons niet alleen toe om even te ontsnappen aan alle drukte in de wereld, maar ook om alle crisissen om ons heen een beetje te vergeten. Zo heb ik net na de coronapandemie een zentafel gemaakt waarvan het blad gevuld is met zand, zodat je thuis, net als op een strand, even je zorgen kan vergeten en tot jezelf kan komen.

Ik weet niet of het pretentieus is, maar het spreekt voor zich dat ik streef naar naamsbekendheid.

Iedereen die creëert, zoekt een vorm van erkenning. Ik weet niet of dat pretentieus is en zelfs niet of het überhaupt kan, maar het spreekt voor zich dat ik streef naar naamsbekendheid. Niemand wil zeggen dat al het werk voor niets was, dus vind ik het fijn om te weten dat mensen zíén wat ik doe en dat mijn werk wat verder reikt dan Namen of Luik. Voor mij speelt Instagram daarin alleen maar een positieve rol. Het brengt het werk van kunstenaars naar een veel breder publiek en laat je toe om grenzen te overstijgen.

Een ontwerper werkt met zijn creativiteit en emoties. In die zin zou ik het een belediging vinden als men mijn werk als vrouwelijk zou omschrijven. Ik heb een voorliefde voor verfijnde, pure ontwerpen, maar dat heeft meer met mijn karakter te maken dan met mijn geslacht. Iedereen interpreteert je werk op zijn eigen manier en creëert er zijn eigen verhaal rond, maar het zou zonde zijn je daarbij te laten leiden door wat je van een vrouw in dit beroep verwacht. De echte vraag zou moeten zijn wat we van design en kunst in het algemeen verwachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content