Advocaat Christine Mussche: ‘Hoeveel leed ik ook zie, mijn mensbeeld wordt steeds positiever’

9286927

Christine Mussche (61) is medevennoot van het bureau Van Steenbrugge Advocaten en gespecialiseerd in bijzonder strafrecht en zedenzaken. Ze raakte vooral bekend als advocaat van slachtoffers van het misbruik in de kerk.

Christine Mussche (61) is medevennoot van het bureau Van Steenbrugge Advocaten en gespecialiseerd in bijzonder strafrecht en zedenzaken. Ze raakte vooral bekend als advocaat van slachtoffers van het misbruik in de kerk.

Verdedigen is bijstaan, niet de daad goedpraten. Ik hang eerder een begrijpcultuur aan dan de huidige verwijtcultuur omdat ik altijd wil doorgronden waarom iets gebeurt. Pas als je de wortels van een probleem blootlegt, kun je er iets aan doen. Vanuit dat perspectief is het voor mij perfect logisch om zowel slachtoffers als daders van bijvoorbeeld zedendelicten te verdedigen. Meer inzicht in het perspectief van daders kan mij helpen bij het bijstaan van slachtoffers en omgekeerd. Enkel daders die tegen elk bewijs in betwisten wat ze gedaan hebben, kan ik niet helpen. Als zij mij al niet kunnen overtuigen, hoe zou ik dat dan met de rechter kunnen doen?

Zelden hoor je: ‘Ik ken dat dossier of die situatie niet goed genoeg, ik ga me eerst met open geest informeren voor ik een mening vorm’

Hoeveel leed ik in mijn job ook zie, mijn mensbeeld wordt steeds positiever. De laatste jaren is er heel wat wetenschappelijke kennis vergaard over de redenen waarom mensen in de fout gaan. Dat vind ik hoopgevend. We kunnen bijna niet anders dan binnen afzienbare tijd evolueren naar een dieper inzicht in het menselijke falen en, als justitie en politiek daarmee aan de slag willen gaan, naar een menswaardiger beleid in strafrecht.

Als de politiek zich boven de wetenschap stelt, is dat betreurenswaardig. Het is schrijnend dat twee experten van de Strafrechtcommissie een aantal maanden geleden ontslag namen omdat de federale regering hun advies, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, aan de kant had geschoven. De experts stelden dat de gevangenisstraf slechts de ultieme remedie kon zijn. Toch houden de beleidsmakers vast aan repressie en langere gevangenisstraffen, terwijl bewezen is dat dat contraproductief is voor de veroordeelden en op langere termijn dus ook voor de samenleving. Uiteraard mag er geen straffeloosheid zijn, maar er bestaan nuttiger alternatieven om iemand op het rechte pad te krijgen. Probatiemaatregelen kunnen een oplossing bieden voor onderliggende problematieken van de dader. Een werkstraf kan ertoe leiden dat iemand meer zelfrespect krijgt.

Slachtoffers willen niet noodzakelijk dat de dader lang in de cel verdwijnt. Zij die wraak en repressie willen, zijn in de minderheid. Uit een recente Amerikaanse studie van de Alliance for Safety and Justice, gebaseerd op interviews met achthonderd slachtoffers van allerlei soorten misdrijven, blijkt dat de meeste slachtoffers vooral rehabilitatie en het achterhalen van de waarheid wensen. Als de dader bekent, de schade erkent en zijn excuses aanbiedt, kan dat al een enorme opluchting zijn. Maar zelfs als hij dat niet doet, helpt het als een gerechtelijke of andere gezaghebbende instantie zich erover uitspreekt. Een tweede belangrijke wens is preventie: vermijden dat anderen hetzelfde overkomt. Dat houdt in dat ze willen dat de dader geholpen wordt. Dit druist in tegen de roep om repressie die nu luider klinkt dan ooit.

De nuance is vandaag ver te zoeken. Naar mijn bescheiden mening kun je niet met slogans en oneliners over complexe topics spreken. Toch zoeken de media vaak de scherpte op. Ik begrijp dat ze door de harde concurrentiestrijd moeten vechten om te scoren en te overleven. Misschien zou het een goed idee zijn om geschreven media deels te laten subsidiëren door de overheid, zodat de kwaliteit van de verslaggeving stijgt en de sensatieberichtgeving afneemt.

Zij die wraak en repressie willen, zijn in de minderheid.

Soms lijkt het alsof we allemaal op ons buikgevoel afgaan. Zelden hoor je als reactie: “Ik ken dat dossier of die situatie niet goed genoeg, ik ga me eerst met open geest informeren voor ik een mening vorm.” We moeten ook bereid zijn om onze mening te herzien, zeker in tijden waarin alles zo snel evolueert. Waarom is het zo pijnlijk om toe te geven dat we ons vergist hebben? Betekent dat dan niet dat we vandaag slimmer zijn dan gisteren?

Zoals Jean Gabin zingt: je sais qu’on ne sait jamais. Ons denken is feilbaar, maar laat ons blijven zoeken. De fascinatie voor het menselijke functioneren kreeg ik van thuis mee. Hoe komt het dat we doen wat we doen? Daar werd bij ons thuis veel over nagedacht en gediscussieerd. Mijn vader was ondernemer. Ik herinner mij dat hij ooit aan tafel vertelde dat er een probleem was met iemand die al lang op zijn bedrijf werkte. In plaats van zo’n man met vier kinderen zomaar te ontslaan, leidde hij hem naar een andere baan. Mijn vader was de eerste om zijn succes als zakenman te relativeren. Hij besefte maar al te goed dat hij ook geluk had gehad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content