Nathalie Cardon

‘Wat is vriendschap waard, als je je halve leven moet wegstrepen voor de ander?’

Nathalie Cardon Eindredactrice Knack Weekend

Nathalie Cardon vindt niks te banaal voor een goed verhaal

Dag Prosper,

Ik heb je nooit teruggeschreven, maar jij geeft maar niet op. Twee keer per jaar ligt die envelop daar, en dwing ik mezelf het gelijnde papier open te vouwen, de aanhef te lezen die jij vast met steeds meer tegenzin noteert: Bonjour Marraine, comment allez-vous?

Om eerlijk te zijn, Prosper, ik weet het niet. De gevoelens die me overvallen als ik aan jouw bestaan herinnerd word, rollen vechtend met elkaar over de grond. Eentje die regelmatig een boks uitdeelt, is schaamte. De gêne dat jij voor mij een item op een to-dolijst bent dat maar niet afgevinkt raakt, net onder ‘gang schilderen’. Het besef dat je de hoop ondertussen hebt opgegeven ooit bericht terug te krijgen, uit dat land waar veel geld is en weinig zon. Dat een eerlijk relaas over mijn bestaan je een schok kan bezorgen die je niet te boven komt. ‘Pronk niet te veel met je rijkdom’, lees ik op de site van de organisatie die ons aan elkaar geklonken heeft. ‘Schrijf je petekind liever over je werk, hobby’s en tradities in ons land, zoals frietjes en voetbal en hoe wij kerst vieren. Vragen als wat wil je later worden vermijd je beter.’

Ik schaam me dat jij voor mij een item op een to-dolijst bent geworden.

Wat kan ik je vertellen over mijn werk, Prosper? Ik poets teksten op tot ze blinken, verhalen over meubelen en kleren met mensennamen. Van Severen, Jacobsen, Isabel Marant. Het zegt jou niets en dat is niet erg. Een mens kan makkelijk zonder. Je kunt je omringen met mooie dingen en toch moederziel alleen doodgaan. In mijn vrije tijd lees ik en kijk ik series. Reeksen over rijke lieden die van ellende niet weten waar kruipen, ze zijn erg in trek dezer dagen bij wie meer dan genoeg heeft, maar net iets minder.

Alles wat ik hier schrijf, voelt fout. Maar wat is vriendschap waard als je je halve leven moet wegstrepen voor de ander? Ik denk dat het weinig zin heeft om te doen alsof. Dat hebben we gemeen: faken gaat ons slecht af. Op die foto van een paar jaar geleden, waarop je samen met je moeder voor een boom staat, haar handen op je schouders, kijk je stuurs in de lens. Het nam me meteen voor je in. Mijn petekind speelt het spel niet mee. Je bent geen foldermateriaal: ‘Dankzij uw gift studeert hij straks voor dokter.’ De tekeningen die aan je brieven geniet zijn, getuigen niet zozeer van een slordige hand als wel van inzicht: jij bent niemand iets verschuldigd omdat de kaarten oneerlijk geschud zijn.

Op de site lees ik dat ik een inleefreis kan maken, waarbij ik onder begeleiding je school bezoek. Ik stel me de beelden voor die die dag geschoten worden, terwijl ik een arm om je heen sla. We staan erbij als twee houten klazen. Weet je wat, Prosper, ik zal me wel inleven door me iets meer in te lezen. Ik geloof het zo ook wel, dat elke dag in de klas er een gewonnen is voor jou. Ik ben te cynisch bedraad om met mijn dierbaren de aardbol over te vliegen en achteraf een review te schrijven: ‘Een van de rijkste ervaringen van ons leven!’ Jij koopt niks van mijn rijke ervaring. Ik voel me beter in de rol van bankautomaat.

Nu we het toch over machines hebben, waarom zou je nog moeite steken in brieven aan mij? Ergens in je dorp bevindt zich een computer. Ga daarnaar op zoek. Tegenwoordig bestaan er chatbots, aan wie je gratis de opdracht kunt geven een tekst op te stellen. Iets oppervlakkigs over hoe fel de zon schijnt, dat Frans je lievelingsvak is, en met de familie verder alles goed. Je zult versteld staan van het resultaat. En terwijl jij speelt en lacht met je vrienden, zal ik het lezen. Alsof ik elk woord geloof.

Frietjes eet ik soms, van voetbal weet ik niet veel, behalve dat er schrikbarende bedragen mee gemoeid zijn. Kerst vieren wij met veel te veel cadeaus.

Lieve groet, meter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content