ZOMERKONINKJES

GEEN ANDERE VRUCHTEN KONDIGEN ZO ONDUBBELZINNIG DE ZOMERGENEUGTEN AAN ALS DE GEURIGE AARDBEIEN UIT VOLLE GROND VAN BIJ ONS. NIET VOOR NIETS STAAN ZE SYMBOOL VOOR SWEETNESS IN LIFE, LIEFDE, GELUK…

Aardbeien zijn bij uitstek ‘geurige’ vruchten. De beste manier om te weten of ze rijp zijn, is er even aan te snuffelen voor je ze koopt. Als ze rijp zijn, geven aardbeien een intens aromatisch parfum af dat een beetje aan bloemen doet denken. Het zal dus niet verwonderen dat de aardbei (Fragaria) behoort tot de rozenfamilie. Overigens is het ook geen echte vrucht maar een zogenaamde schijnvrucht. In feite zijn de krokante zaadjes aan de buitenkant van het felrode vruchtvlees de echte vruchten.

EEN WILDE VOORGESCHIEDENIS

De aardbeien die we vandaag kennen, zijn hybriden die zo’n tweehonderdvijftig jaar geleden ontstonden. Voordien kende men alleen wilde aardbeien – die piepkleine vruchtjes die je soms nu nog in het wild aantreft en die zo lekker knarsen tussen de tanden omdat ze bijna evenveel zaadjes als vruchtvlees bevatten, maar waarvan de smaak zo geconcentreerd is dat ze als een delicatesse beschouwd worden. Wilde aardbeien kwamen vanuit Noord- en Zuid-Amerika in Europa terecht dankzij een Franse legerofficier met de welluidende naam Frézier. Ongetwijfeld lag hij aan de basis van de Franse benaming van de aardbei die later ontstond door kruising : fraise.

De Britten, altijd in concurrentie met de Fransen, konden niet achterblijven. Zij gingen eveneens aan de slag en produceerden enkele decennia later, begin negentiende eeuw, verschillende nieuwe hybriden, waaronder de Keens’ Seedling, die ook over het Kanaal en de Atlantische Oceaan ingeburgerd geraakte. Van dit aardbeienras, dat gekenmerkt werd door een uitzonderlijk aroma en formaat, zouden alle moderne varianten zijn afgeleid. Tegenwoordig bestaan er zo’n zeshonderd variëteiten. Jammer genoeg worden er slechts enkele van gecommercialiseerd. De oplossing is dus zelf kweken. Je hebt er zelfs geen tuin of (ruim) balkon voor nodig, een plantenpot is voldoende om binnen de kortste keren je eigen vruchten te plukken.

BELGIËS TROTS

Elk jaar kijken de liefhebbers weer reikhalzend uit naar de tijd dat de aardbeien uit het Naamse Wépion in de winkels liggen. Alle claims zoals ‘ British is best’ ten spijt, zijn Wépionaardbeien met hun onvergetelijke parfum en smaak nog steeds uniek ter wereld. Die uitzonderlijke kwaliteit wordt bereikt doordat de kwekers samenwerken met speciaal opgeleide technici en een strikt lastenboek volgen. Oorspronkelijk werden in Wépion traditionele variëteiten gekweekt, tegenwoordig wordt er gewerkt met moderne rassen als Elsanta, Darselect en Lambada.

Het seizoen vangt aan in mei met aardbeien uit serre- en tunnelkweek, maar begint pas echt in juni met vruchten uit volle grond. Door van april tot juli de aardbeiplanten opnieuw uit te zetten, wordt het seizoen verlengd tot september. Om optimaal de smaak en het aroma te behouden, worden de vruchten ’s ochtends vroeg geplukt, ’s avonds geveild en de dag erop in de winkel te koop aangeboden in de typische kartonnen bakjes, waarbij de aardbeien steevast in dezelfde richting worden gelegd. Eet ze puur, hoogstens met een kneepje citroensap of een schepje zure room erbij om de natuurlijk zoete smaak van het fruit te accentueren. Meer moet dat niet zijn. Je hebt meteen de zomer in je bord. Niet voor niets worden aardbeien ook ‘zomerkoninkjes’ genoemd.

DOOR VEERLE DE POOTER – FOTO’S DIANE HENDRIKX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content