Marketing
De paus zegende gisteren een parkeergarage in in Rome, Alitalia voert naast reclame voor de dure horloges van Bulgari ook de vijf duiven van het Giubileo-logo op zijn 154 jets. Het heeft daarvoor aan het Vaticaan veel betaald, net als trouwens alle andere bedrijven die hun producten slijten met dat in se onschuldige symbool. In Rome kan de pelgrim zich een pakketje aanschaffen met een T-shirt, de zegen van Johannes-Paulus, een kaars en allerlei andere gadgets. Aflaten (voor wie er niet mee vertrouwd is: daarmee zijn al uw zonden kwijtgescholden) zijn ook al te koop. Of te verdienen door bijvoorbeeld de Sint-Pietersbasiliek te betreden via de Porta Santa. Het moet zijn dat ze zich in het Vaticaan grote zorgen maken over de vele zonden van de jubileumpelgrims, want ze worden als vee door de Heilige Deur gedreven. Wie het waagt – ik spreek uit ervaring – toch door de tegenwoordig minder gefrequenteerde grote deur naar binnen te gaan, wordt voor zijn gebrek aan deemoed gestraft: hij mag de Pietà van Michelangelo niet van dichtbij aanschouwen.
Cyberpaternosters en pelgrim-chipkaarten hebben er misschien mee voor gezorgd dat al vroeg op het jaar bij de Rome-reiziger een ras-le-bol-gevoel optreedt, en dat hij eerder zuinigjes met zijn centen omspringt. Tot groot verdriet van de kerkprinsen die het marketingplan uitgekiend hadden. Kunst, gevoel, religie en spiritualiteit, angst en risico, alles valt tegenwoordig te vermarkten.
De allerjongste kick op de markt is car-dropping. Bungeespringen is duidelijk al veel te gewoon geworden. Dus heeft men nu wat anders bedacht: je bevestigt een Smart onderaan een kooi en hijst die op. Op grote hoogte wordt het autootje via een elastiek in de diepte gecatapulteerd. Niet wie in de auto zit beslist over het waagmoment, dat wordt van buitenaf bepaald. De sensatie moet ongeveer dezelfde zijn als wanneer je met de auto in een ravijn stort. Maar dan zonder het risico op totale verminking. Althans, laat ons dat hopen.
De Smart is een sympathiek stadsautootje dat niet snel kan rijden en dat gepromoot wordt als superveilig. Een echte auto voor beginners zou je denken. Nu wordt die daar in een context gehangen van pure waaghalzerij. Begrijpe wie kan… Als ik baas was bij Mercedes zou ik toch wel even nadenken bij dit soort vertoon met een product dat al niet makkelijk in de markt te plaatsen viel.
Misschien zien de verknipte geesten die dit soort “amusement” bedenken het car-droppen wel als een “veilig” alternatief voor andere waaghalzerijen van jongelui op de openbare weg, in de uren tussen nacht en dag in de buurt van grote danspaleizen. Politiemensen kunnen bijvoorbeeld bloedstollende verhalen vertellen over opzettelijk spookrijden, blind de weg oversteken en rodeorijden op rotondes.
Wat baat het dat een rechter, zoals kortelings in Antwerpen, zeer strenge vonnissen met effectieve straffen uitspreekt over verkeersagressie, als hallucinante performances zoals car-dropping als vermaak voor de jeugd mag gemarket worden, en als een bedrijf met een ernstige reputatie zich niet verzet tegen het gebruik van zijn imago voor dergelijke waanzin?
Er is geen relatie tussen de twee, zal men allicht ter verdediging opwerpen. Neen dan? De auto is voor veel jonge mannen allang niet meer uitsluitend een vervoermiddel of een statussymbool. Eerder een pantser of een gevechtswapen. Een tweede huid ook die er net zo geschramd, getatoeëerd en beschadigd uitziet als vaak hun eigen vel.
En dat er slachtoffers vallen bij verkeersagressie is ook allang geen nieuws meer. De dood van een klein jongetje als gevolg van een driftige autorace heeft het land even wakker geschud.
We leven in een tijd waarin alleen nog excessen de schellen van onze ogen doen vallen. De grens van het toelaatbare, de grens van het decente, de gevaargrens, de pijngrens zijn in deze tijd te vaak marketingtools en te zelden flikkerlichten.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier