Marie Ferran-Wabbes

AUTEUR

Ik ben pas op mijn veertigste begonnen met fictie te schrijven. Voordien had ik wat kunsthistorisch werk verricht, waarbij je schrijft over de creativiteit van anderen. Dat is iets helemaal anders. Een roman schrijven is pas echt spannend, want je gaat intenser leven en op van alles letten. Soms noteer ik zelfs een gesprek dat ik opving om nadien te gebruiken.

Aangezien ik ouders met sterke karakters heb, mijn vader Jules Wabbes was designer en mijn moeder is schrijfster van kinderboeken, vond ik vroeger dat ik mezelf niet op de voorgrond moest zetten. Ik bleef in hun schaduw. Maar het schrijven heeft mijn leven veranderd, nu voel ik me zoveel vrijer. Ik ben trouwens op een morgen beginnen schrijven, heel spontaan, zonder plan en in één ruk door.

Ik ben een ochtendmens die vóór de anderen opstaat en dan even gaat joggen in de Jardin du Luxembourg. Dat laat me toe om helder na te denken. Daarna kom ik thuis en bereid het ontbijt voor en ga aan de slag, zonder nog een telefoon op te nemen, want anders verlies ik mijn concentratie.

Elke morgen doorblader ik de kranten die mijn inspiratiebron zijn. Ik interesseer me erg voor faits divers, zoals moorden. Het fascineert me hoe iemand zijn hoofd verliest en zoiets doet.

Misschien schrijf ik ooit wel een detective. Ik ben trouwens via Simenon beginnen schrijven. Na het lezen van La veuve Couderc, een heel eenvoudig geschreven roman met korte zinnen en veel sfeer, besefte ik dat je ook iets simpel kan schrijven zonder je te spiegelen aan Proust of Flaubert.

Om mijn gevoeligheid te verbergen, rationaliseer ik constant. Ik ben rationeel en zeer gevoelig, maar hou niet van directe emoties. Ik maak me nooit kwaad en ween nooit. Ik voel mijn gevoelens wel, maar laat ze enkel los in mijn literatuur die voor mij een bevrijding is.

Ik luister naar alle soorten muziek, ook naar pop met de kinderen of zelfs naar disco als ik iets saais moet herlezen. In mijn jeugd was ik weg van rock, ook om me af te zetten tegen mijn moeder die altijd naar klassiek luistert. Rond mijn twintigste ging ik naar concerten en heb ik de opera ontdekt.

Trendy ben ik niet maar ik wil me ook niet afzonderen van de wereld en vind het leuk om op de hoogte te zijn. Ik hou van mooie kleren, design en architectuur, maar hecht zelf weinig belang aan de inrichting van mijn woning. Toch vind ik er wel plezier in om bijvoorbeeld stoffen te kiezen voor de stoelen van mijn vader die Bulo maakt.

Ik ben ook niet mondain, maar heb wel veel vrienden. Op mijn veertigste heb ik beslist om zo weinig mogelijk vervelende dingen te doen. Ik ga me niet forceren om bij iemand te gaan eten als ik daar geen zin in heb. Soms moet je je ook wat afzonderen van je vrienden, anders werk je niet, zeker hier. Want je kunt je hele leven doorbrengen met hen en veel plezier beleven, maar dan heb je niets gedaan.

Geld interesseert me niet genoeg. Ik denk er misschien te weinig aan. Het is in ieder geval geen motivatie om te werken. Maar soms ben ik kwaad op mezelf omdat ik te weinig verdien.

In Parijs voel ik me toch geen Française. In het begin had ik hier vooral vrienden uit het noorden. Hun mentaliteit is anders. Franse vrouwen hebben een vrouwelijker identiteit waarmee ik me niet identificeer. Ik ben meer als een jongen opgegroeid, in België maken ze minder verschil tussen jongens en meisjes. Bovendien horen we niet tot de Parijse klagers en stappen optimistisch door het leven. Ik vind dat je een bladzijde moet kunnen omdraaien en opnieuw beginnen.

Marie Ferran-Wabbes (47) groeide op in Brussel als dochter van designer Jules Wabbes over wie ze ook enkele boeken schreef. Op 19 augustus verschijnt het nieuwste naslagwerk over haar vader bij uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts. Ondertussen schrijft ze ook fictie, zoals de roman ‘Terrasse’ (Le Seuil). Ze woont en werkt in Parijs.

DOOR PIET SWIMBERGHE – FOTO DRIES SEGHERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content