luxueuze middenklasser
Negen jaar nadat Jaguar voor 1,6 miljard pond in Amerikaanse handen kwam, schakelt het met de lancering van het S-type over op een hogere versnelling. Afgelopen jaar werden wereldwijd een recordaantal van 50.220 Jaguars verkocht, een getal dat de Britten over een goed jaar willen verdubbelen. Na de introductie van de baby Jaguar (formaat BMW 3-reeks) in 2001 moeten jaarlijks zo’n 200.000 exemplaren een koper vinden – een indrukwekkende schaalvergroting.
Een en ander is het gevolg van de samenwerking met eigenaar Ford: het S-type staat bijvoorbeeld op eenzelfde platform als de Lincoln, die over een paar maanden wordt gelanceerd en de Scorpio wil opvolgen, terwijl de V6-motor ook al een evolutie uit de Ford-stal is. De V8-motor is dan weer helemaal Jaguar en ook de styling is duidelijk op de Mark II (de wagen waarmee inspector Morse rondtoert) en de S uit de jaren zestig geïnspireerd. Designer Geoff Lawson spreekt van elegance in a spirited way, andere ontwerpers spreken van de beste wagen in zijn klasse. Een gedurfde uitspraak, want het S-type kruist de degens met een trio geduchte Duitse concurrenten, de BMW 5-reeks, de Mercedes S-klasse en de Audi A6, en verder met de Volvo S80, de Saab 9/5 en de Lexus GS300.
De troeven zijn een uitgesproken Engelse flair, een onmiskenbare hout-en-leder-toets en een exclusiviteit die de Duitse producten missen. Daarbovenop krijgt de koper bij gelijke prijs een meeruitrusting vergeleken met de Duitse concurrentie en een garantie om van te blozen: drie jaar of 100.000 km. Alleen de Japanners doen even goed. Om die redenen is de kleine Jaguar niet alleen maar een emotionele maar ook een rationele keuze, en moet dat “klein” met een korrel zout worden genomen. Het S-type mag dan 29 cm korter zijn dan de XJ, zijn grote broer, hij blijft 9 cm langer dan de BMW, en 7 cm langer dan de Audi en de Mercedes. Opvallend is de uitzonderlijke wielbasis van 291 cm – veruit de langste in zijn klasse – en het daaruit voortvloeiende zitcomfort voor de passagiers achterin. De kofferruimte valt een beetje tegen: met 370 liter ligt die ver onder die van de Mercedes (520 liter) en de BMW (460 liter). Ook de luchtweerstandscoëfficiënt van 0.32 is de slechtste in zijn klasse, maar dat ligt grotendeels aan de wil om een nostalgisch geïnspireerd front te ontwerpen. Die voorzijde blijft op foto’s minder uitgesproken dan in werkelijkheid, maar geeft de Jaguar samen met de typische bolronde achterruit een duidelijke merkidentiteit.
Pierre Darge
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier