Landschapsarchitect
Ik geloof heel erg in de maakbaarheid van de wereld. Alles om ons heen is door mensen gemaakt. Dat besef maakt de realiteit zeer labiel. Het hangt van de beslissing van een individu af hoe iets er gaat uitzien. Wat we zien, is dus de som van afzonderlijke beslissingen. Daarom vind ik het zo boeiend om na te denken hoe je de bestaande toestand, die eigenlijk toevallig is, kan verbeteren.
Meebouwen aan steden is een jongensdroom. In mijn jeugd reisde ik veel met mijn ouders. Al snel raakte ik gefascineerd door de steden die we bezochten.
Publieke ruimte is levensnoodzakelijk. Dankzij een uitwisselingsprogramma woonde ik een tijdje op een afgelegen plek in Oregon. Een ranch met een zeer lange oprit. ’s Morgens pikte de schoolbus me daar op en ’s avonds zette die me terug af. In België was ik het gewoon om met de fiets rond te rijden en met vrienden af te spreken. Die bewegingsvrijheid had ik daar niet. Dat voelde als een enorm gemis.
Het belang van professionalisme en nooit opgeven : dat leerde ik door als zesentwintigjarige samen te werken met grote architecten als Rem Koolhaas en Norman Foster. Als verantwoordelijke buitenlandse projecten bij landschapsarchitect Michel Desvigne in Parijs kreeg ik, totaal onervaren, opdrachten van zeven miljoen euro op mijn bord. Het deed me op de tippen van mijn tenen staan. Die grote namen waren vastberaden, maar soms ook verrassend lief. “It’s such an opportunity to work with you”, zei de toen 89-jarige I.M. Pei tegen mij (Pei wordt beschouwd als een van de meest toonaangevende architecten van de twintigste eeuw).
Elk project is weer een ontdekkingstocht. Luchtfoto’s helpen me de context te doorgronden. Zo boden de luchtfoto’s van Brussel me een oplossing om de Zennevallei terug in het stadsbeeld te krijgen. Bleek immers dat tachtig procent van het huidige groen in Brussel gelinkt is aan de valleien van de secundaire stromen, zoals de Woluwe en de Molenbeek. Van de stukken groen, die nu nog afzonderlijke entiteiten zijn, kunnen we één lineaire structuur maken. Zo versterken we een geografisch systeem dat eigenlijk al latent aanwezig is.
Steden die we als aangenaam ervaren, hebben een territoriale verankering. De zeven heuvels van Rome, bijvoorbeeld, organiseren die stad. In Parijs reveleren de boulevards van Haussmann de topografie. Die ankerpunten leren je begrijpen waar je bent. De identiteit van een stad wordt dus meer bepaald door zijn landschappelijke ligging dan door zijn architectuur.
Ik hecht steeds meer waarde aan samenwerking. Voortdurend ga ik te rade bij botanisten, inge-nieurs, hydrografen en verlichtingsdeskundigen. Met Transsolar, een Duits bureau voor climate engineering, werk ik aan een territoriale studie in Bordeaux. We ontdekten daar dat de wind in de zomer hoofdzakelijk uit het westen komt. Die voert lucht aan die afgekoeld is door de oceaan. We zijn nu aan het onderzoeken of het niet mogelijk is om die wind te kanaliseren en tot in de stad en de wijngaarden door te trekken, om de klimaatopwarming te compenseren. Als het twee graden warmer wordt, heeft dat immers een invloed op de wijn die je produceert.
Laat de opdrachten maar uit onverwachte hoeken komen. Kunstenaar Philippe Parreno vroeg me om een natuurlijk decor voor zijn kortfilm C.H.Z. Dat daagde mij uit om mijn kennis op een heel andere manier toe te passen. De kortfilm is gebaseerd op een onderzoek van de NASA dat uitwees dat kleinere planeten, die belicht worden door twee zonnen, ook levensvatbaar kunnen zijn. Continuously Habitable Zones heten die. Philippe vroeg of ik er zo eentje kon creëren. Uiteindelijk hebben we delen van de privétuin van een mecenas in Porto afgebrand, uitgegraven en weer aangeplant om een ongezien landschap op te roepen.
Bas Smets (°1975) is een internationaal actieve landschapsarchitect die zijn sporen verdiende met projecten van Parijs tot Zuid-Korea. De retrospectieve tentoonstelling ‘Landschappen’ is nog tot 5 januari 2014 te zien in deSingel in Antwerpen.
DOOR PETER VAN DYCK & FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier