Kinderen krijgen

Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

De FordGalaxy, het type gezinswagen dat door marketeers wordt toebedacht aan mensen die “echt geven met hun kinderen”, adverteert in Groot-BrittanniĆ« met het ultieme gadget. Net voor de zomervakantie met haar lange ritten naar de zon, lanceert Ford zijn monovolume met ingebouwd multimediasysteem. In de hoofdsteunen van de eerste rij autostoelen zitten schermpjes. Zoals in een vliegtuig. Je hartendieven kunnen (met Ć©Ć©n druk op de knop van mams of paps aan het stuur) hun lievelingsfilms bekijken of spelletjes spelen. Vier hoofdtelefoons maken dat een groot gezin zich tegelijk kan vermaken op de achterbank. Het systeem kan ook geĆ¼pgradet worden voor dvd. Een mens wil immers bij de tijd blijven. Op reis vertrekken met een gewone tas vol spelletjes, plakplaatjes, kleurpotloden, puzzels en boeken is er blijkbaar niet meer bij. Als er al kinderen in je auto zitten, wil je ze vooral niet horen. Want je gsm belt ook nog voortdurend terwijl je gehaast van de ene plek naar de andere racet.

Het lijkt me toch merkwaardig zoiets te lanceren op een moment dat over de hele wereld steeds meer gezinnen slechts ƩƩn kind krijgen. Zelfs het legendarisch kindvriendelijke Italiƫ heeft tegenwoordig een geboortecijfer van 1,18 kinderen per vrouw. Een van de laagste van Europa. In Belgiƫ halen we op dit moment nog 1,5.

Waarom krijgen mensen minder kinderen? Omdat ze later gaan samenwonen of trouwen, omdat ze allebei druk bezig zijn met het uitbouwen van een professioneel leven en het kinderen krijgen almaar uitstellen. Dan is het plots bijna te laat en komt er hoogstens Ć©Ć©n droombaby.

Het blijkt ook niet meer zo vanzelfsprekend om het comfort en de levensstijl die men bereikt heeft vĆ³Ć³r dat kind er kwam, af te bouwen. Vaak kan het niet omdat Ć©Ć©n loon niet volstaat om een woning af te betalen Ć©n kinderen groot te krijgen. Vader en moeder gaan dus door met werken omdat het niet anders kan of omdat ze het niet anders willen. Omdat ze zich niet willen wegcijferen voor de kinderen. Een kind meer betekent nog harder rennen, nog minder tijd over. Nog meer hoofdbrekens over kinderopvang, organisatieroosters, schoolproblemen.

Als je rondloopt in een kinderwinkel en vergelijkt met wat daar 25 jaar geleden te koop was, besef je ook hoe de kinderwereld meegezogen wordt in de consumptiespiraal. De uitrusting van kinderen weerspiegelt perfect de levensstandaard van pa en ma. Bovenop de ergonomische kinderwagens en de complete klerencollecties voor elke leeftijd, is die monovolume met het multimediasysteem daarvan alweer een absurde uiting. Het beste, het duurste is niet goed genoeg meer voor onze kinderen. We zijn eigenlijk doodsbang dat ze iets te kort komen.

Maar afgezien daarvan vinden jonge mensen het ook moeilijker dan vroeger om onbekommerd een kind te krijgen. Het is immers niet eenvoudig om ze deze wereld te verklaren. Ze het gevoel te geven dat het leven er is om van te genieten en niet alleen volgestouwd zit met problemen. Zorgeloos opgroeien is niet meer vanzelfsprekend. Ik hoorde laatst over een jongetje van acht dat ’s nachts huilend van de buikpijn wakker werd. Hij was ervan overtuigd dat hij bse en mond- en klauwzeer had. Vandaag nog stond in De Standaard het verhaal van een moeder die door de weerzin van haar zonen van twaalf, tien en vijf tegen vlees dan maar noodgedwongen zelf vegetariĆ«r was geworden. Beseffen we eigenlijk wel voldoende dat kinderen dag in dag uit met ogen en oren open lopen en alles in zich opzuigen, ook onbewust?

Wie durft in deze tijd nog het rijtje kinderen te krijgen om zo’n achterbank van een dure gezinswagen te vullen? Aan de ene kant wie geld genoeg heeft om voor een beschutte omgeving te zorgen, een ruim huis met de nodige betaalde helpende handen. Of wie heel bewust met het leven omgaat en voor zichzelf bepaalt dat het ook met minder kan. Dat kinderen niet Ć”lles hoeven te hebben om gelukkig te zijn.

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content