Het betere benenwerk

Dit seizoen komt Life op de markt, een collectie luxueuze panty’s en body’s. Na het pantymerk Godin is dat een nieuw initiatief van kousenfabrikant Texim. En van de familie Vantilt.

De knowhow om naadloze body’s te maken komt uit de panty-industrie. Ze worden circulair gebreid. Bovendien worden dezelfde draden als voor panty’s gebruikt”, legt Paul Vantilt uit, de oprichter/eigenaar van het Limburgse Texim. Voor hem ligt de eerste collectie onder de naam Life: verschillende modellen body’s in fijne vezels – verkrijgbaar in een rijk kleurenpalet – en luxueuze panty’s: in polyamide en lycra en met een ingezette kanten slip, met bloemenmotieven in reliëf, met geometrische motieven, en zelfophoudende kousen met een brede kant boord. Het is een gamma dat moet kunnen wedijveren met de Wolfords van deze wereld. Voor Texim is het een logische stap. In 1986 begon Paul Vantilt met de productie van panty’s voor de grootdistributie (onder de merknaam van de betreffende warenhuizen), in 1994 lanceerde hij daarnaast het eigen merk Godin, en nu ambieert hij met Life een plaats in het topsegment van de markt. “De pantymarkt stagneert al een hele tijd. Je kan alleen slagen als je bovenaan begint. Met een sterk imago en een exclusief product.” Bij Texim in Opglabbeek werken een 25-tal mensen en de halve familie van Vantilt: Pauls echtgenote, zijn zoon, dochter en schoonzoon. “Toegegeven, dat is niet altijd makkelijk”, lacht Paul Vantilt. “Maar iedereen heeft een jobverantwoordelijkheid en moet zich daaraan houden. Familie of niet. Daar ben ik zeer strikt in.”

Hoe komt iemand in de pantywereld terecht?

Paul Vantilt: Ik heb een tijd lang voor een Italiaanse kousenfabrikant gewerkt en later in de distributiesector. Ik ben een selfmade man die bepaalde noden zag en erop inspeelde. Halfweg de jaren ’80 ontstond een echte panty boom. Fantasiekousen – met allerhande motieven, van noppen tot vlinders – verkochten als zoete broodjes. Ik zag die markt steeds groeien en ben erin gestapt. Via mijn contacten in de distributie heb ik op korte tijd veel klanten geworven. De Texim-producten werden verkocht onder de merknaam van grootwarenhuizen. Tot op vandaag maken we nog steeds veel distributiemerken.

De rage van de motieven is wel niet blijven duren…

We hadden dat zien aankomen en zijn ons meer op het klassieke gamma gaan richten. Daarnaast zijn we rustig gestart met ons eigen merk Godin. Na de motieven begon eigenlijk een interessante periode. Omdat de verkoop terugliep, werden zowel de draad- als de machinefabrikanten inventiever. Met hoogtechnologische machines concentreerde men zich op draadeffecten. Lycra en elasthan deden hun intrede, en met de nieuwe machines is het nu mogelijk om meer spanning te geven op bepaalde delen van de panty. Denk aan de kousen die de buik platter maken en de push-ups die de billen omhoogduwen.

Zoon Stijn Vantilt: Een normale steunpanty is vrij dik, vanaf 70 denier, wat logisch is: hoe dikker de draad, hoe meer spanning en dus meer steun. Met speciale machines en technieken kunnen we nu ook spanning zetten op dunne draad. Zo hebben we een elegante 30 denier die het been masseert.

Paul Vantilt: Denier wijst op het gewicht van de gebruikte draad: hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de draad en hoe dikker de kous.

Bestaan er tegenwoordig nog panty’s waar geen lycra of andere technologische draden inzitten?

Paul Vantilt: Ja hoor. Het zijn de basiskousen in mousse, je koopt ze in doosjes van 2 of 3 stuks. Europa heeft op dat vlak een achterstand in te lopen. In de Verenigde Staten bedraagt het aandeel van de lycrakousen wel 65 procent, in Japan bijna 80 procent, bij ons iets minder dan 40 procent.

Ontwerpster Vivienne Westwood werd gesignaleerd met rode panty’s, in een modereportage van Vogue droegen de modellen opake blauwe kousen. Komt kleur terug?

Paul Vantilt: Kleur komt inderdaad terug, maar dan vooral in de dikkere, opake panty’s. In een 60 denier zeg maar.

Is de bruinbeige kous nog altijd de bestverkochte in België?

Paul Vantilt: Die loopt inderdaad zeer goed. Maar terwijl we vroeger 2 beigetinten verkochten, zijn er nu 4 tot 5 belangrijk. Van een zeer natuurlijke naar een gebruinde tint. En waar je tot voor kort naast beige bijna alleen zwart had, wordt nu meer ingespeeld op de modekleuren. De Eurocolor (de trendkleur bepaald door de Europese kousenfabrikanten) voor deze winter is Opera, grijs met een tint bruin in. Grijs- en grijsbruincombinaties halen het steeds vaker op zwart. In het lichtere gamma worden lichtbrons, champagne en ecru belangrijker. Overigens hebben we de laatste 2 jaar weer wat beter verkocht in de lente. De verhouding is nu 60 procent in de winter, 40 procent in de lente.

Hoeveel panty’s koopt de Belgische vrouw per jaar?

Paul Vantilt: Rond de 15. Italiaanse vrouwen kopen er 24, Duitse 12. Samen met Oostenrijk en Zweden vormen we de goede middelmaat.

Echtgenote Christiane Vantilt: We zijn ook niet snel om pantytrends op te pikken. Italiaanse en Spaanse vrouwen durven veel meer. Ik moet hier echt hard knokken om gedurfde motieven en kleuren erdoor te krijgen.

Paul Vantilt: Christiane bepaalt de trends die moeten uitgewerkt worden. Ik bekijk de verkoopcijfers en concludeer daaruit wat haalbaar is.

Christiane Vantilt: Ik heb echt een zwak voor mooie fantasiekousen. Ik vind het knap als een vrouw expressief durft zijn. Maar je ziet het hier inderdaad weinig.

Paul Vantilt: Toch wijst alles erop dat motieven zullen terugkeren. Met de zeer technische producten, van de push-ups en de plattebuikkousen tot anticellulitispanty’s die het been masseren, hebben we nu een piek bereikt. Dat gesofisticeerd draadgebruik blijft een prioriteit, maar daarnaast komt er weer ruimte voor iets anders. Ik vermoed dat we binnen de 3 jaar weer grotere volumes fantasiekousen zullen verkopen. Al zal het nooit worden zoals in de jaren ’80. Dat was een ongelofelijke periode. Dallas in Pantyland. Ik heb duizenden dozijn panty’s in één keer verkocht. We konden de vraag niet volgen. Met de knowhow die we nu hebben, zou ik die tijd nog eens willen overdoen.

Kan u met die knowhow ook zeer fijne panty’s maken die niet meteen stukgaan?

Stijn Vantilt: We hebben net een Godin-panty uit, een 10 denier, waarvoor een speciale draad gebruikt werd. Eenmaal rond het been is die kous massief sterk. Maar zoals je weet, gaan veel kousen – we schatten rond de 20 procent – stuk op het moment dat je ze aantrekt. Daarom hebben we als gadget katoenen handschoenen bij die panty gestopt.

Heeft u er wel belang bij om ijzersterke kousen te maken?

Paul Vantilt: Natuurlijk. De consument legt de lat steeds hoger. Men wil iets duurzaams en is bereid daarvoor een meerprijs te betalen.

Enkele weken geleden besloot du Parc de productie over te brengen naar Polen en werden meer dan 100 werknemers aan de deur gezet. Blijft Texim in België?

Stijn Vantilt: We geven niet graag commentaar op onze collega’s. Je moet het zo stellen: wij hebben ervoor gekozen om hier te blijven, we gaan zelfs nog uitbreiden. Texim is sterk geautomatiseerd. Het aandeel van de loonkost is dan niet zo groot. Bovendien heb je in zo’n omgeving werknemers met een goede scholingsgraad nodig. Die vind je niet noodzakelijk in lageloonlanden. We hebben er ooit wel aan gedacht om naar het buitenland te trekken, maar we vreesden vooral dat we dan de controle over de kwaliteit zouden verliezen. En dat is een essentieel punt in onze bedrijfsfilosofie.

Trui Moerkerke