De pure relatie
Er wordt dus in Europa steeds minder getrouwd. Dat zegt althans het lijvige rapport over de Demografische evolutie in Europa dat door de Raad van Europa onlangs werd gepubliceerd. Het geeft een zicht op de demografische gegevens van 46 Europese landen, het houdt zo’n 811 miljoen mensen in het oog.
Alleen in Frankrijk, Duitsland en Portugal gaat het huwelijk nog niet echt achteruit. In het noorden van Europa trouwt nog slechts de helft van de vrouwen op huwbare leeftijd, tot voor een paar jaar was dat nog 90 procent. Niettegenstaande het feit dat er minder trouwbeloften worden gewisseld, wordt er toch steeds meer gescheiden. In het noorden alweer is dat gemiddeld 1 echtscheiding voor 2 trouwpartijen, in West-Europa eindigen 4 op 6 huwelijken in een echtscheiding.
België zit op één lijn met de rest van Europa, al daalt het aantal huwelijken iets minder snel en gaat het aantal echtscheidingen lichtjes naar beneden. De meeste kinderen blijken hier ook nog binnen het huwelijk te worden geboren, in Denemarken en Noorwegen bijvoorbeeld is dat nog maar 1 op 2.
In het Jaarboek 2000 van CGSO Trefpunt staat een boeiend artikel van Thérèse Jacobs en Aline Bauwens over hoe Belgen omgaan met koppelvorming. Ieder jaar ondervragen onderzoekers van de Universiteit Antwerpen 4000 mensen uit de Panelstudie van Belgische huishoudens over van alles en nog wat. De gegevens over relatievorming uit het onderzoek van 1998 tonen duidelijk dat er een verschuiving aan de gang is met de voortschrijdende generaties. Een nieuwe relatievorm ontstaat naast het huwelijk. Als er al veel gescheiden wordt, zou dat niet zozeer te maken hebben met lichtzinnigheid maar duidelijk meer met de hoge kwaliteitseisen die gesteld worden aan het eigen leven en bij overdracht ook aan een partner.
De romantische liefde is niet dood, maar naast haar heeft zich een andere vorm stevig geïnstalleerd: “de pure relatie”, zoals de onderzoekers het noemen, een relatie tussen twee mensen waarbij factoren als families of economische belangen geen belangrijke rol meer spelen. Nu blijkt die pure relatie niet zo’n makkelijke zaak. Jonge hoog opgeleide mannen en vrouwen hebben blijkbaar niet meer zo’n vertrouwen in het romantische ideaal dat bij hun ouders nog sterker leeft, al kreeg het daar ook al wat knauwen. Dat trouwen voor eens en voor altijd zou zijn, daar geloven jongelui van vandaag van tevoren al niet meer zo in. Als de passie tempert, als er niet meer gepraat kan worden, als de partner de carrière in de weg staat, zijn zij sneller bereid om er een punt achter te zetten. Voor slippertjes hebben ze meer begrip, hoewel een echte seksuele relatie met een ander toch net zomin kan voor hen als voor de ouderen.
Wie het op de pure relatie begrepen heeft, vindt zijn eigen voldoening en ontwikkeling minstens zo belangrijk als het in stand houden van het koppel en is dus duidelijk minder geneigd om concessies te doen. Gewoon is al lang niet goed genoeg meer. Dat er meer dan één kans is op nieuwe liefdes, gelooft men zeker wel. Van die ene wordt niet meer alles verwacht en van bij het begin zit de mogelijke mislukking al mee in het pakket. Wie zijn ouders uit elkaar zag gaan, blijkt zich nog minder illusies te maken over de grote romantische liefde. En na een zelf beleefde breuk slinken de illusies nog sterker; 70 procent van wie zijn eigen relatie al zag springen, heeft het meer begrepen op de pure relatie dan op de romantische liefde.
Blijkt echter uit dit onderzoek toch dat nog steeds beduidend meer vrouwen in het kamp van de romantici zitten dan mannen, en dat de kloof nog groeit. Vrouwen blijven dromen, mannen worden blijkbaar steeds nuchterder… Wat de onderzoekers de vraag doet stellen of daar niet een oorzaak ligt van de moeilijke relatievorming in deze tijden.
CGSO Jaarboek 2000, 795 fr. (incl. verzending). Bestellen via telefoon (09) 221.07.22, fax (09) 220.84.06, of e-mail: cgso@xs4all.be.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier