De koffer van de piloot: opstijgen en thuiskomen

© Debby Termonia

Een valies. Dat is inpakken en even weg zijn, in deze tijd, op gene plek. ‘Ik heb nog een koffer in Berlijn.’ Valies staat vaak voor verlangen. – Sommige koffers kunnen vliegen, tussen continenten, over zeeën. Ze bevatten kindertekeningen, een zaklamp en gouden strepen. De pilotenvalies ruikt ook lekker vanbinnen. Naar vliegtuig.

Het was én een jongensdroom én met de paplepel meegegeven. Piloot Olivier D’hertoge (35) is zoon van en broer van een piloot. Hij leeft uit twee valiezen: de persoonlijke koffer (blauw) en de flightcase (gitzwart). Ze staan opengeklapt tegen de muur van zijn woonkamer. Over een paar dagen gaan ze weer de lucht in. “Vroeger was mijn privévalies groter, omdat ik langer weg was, minimaal twee maanden na elkaar. Vanuit standplaats Hongkong vloog ik op Maleisië, Thailand en de Filippijnen.” Nu trekt Olivier tweewekelijks naar Leipzig waar zijn firma voor Fedex en DHL koeriersvluchten verzorgt. Olivier vervoerde in het ruim van zijn vliegtuigen alle denkbare vracht : van reguliere postpakketten tot bomhonden die, medaille om, terugkeerden uit Afghanistan na bewezen speurdiensten. Zijn valies wordt even streng gecontroleerd als die van gewone reizigers. “We gaan door de detector, de bagage gaat onder de scanner, soms moeten we onze koffers opendoen en onze badge tonen. In Italië is het verplicht om de vliegvergunning te presenteren. Sinds 9/11 en met daarbij de dreiging van terrorisme is er een heel strikte veiligheidscontrole.”

Het echte pilotenleven begon voor Olivier met die verre opdracht in Azië. Zijn contract van negen maanden werd uiteindelijk verlengd tot twee jaar. “Geen sinecure als je jonge vader en echtgenoot bent. Het was heel dubbel. Als piloot genoot ik van het werk, ik vloog over de mooiste plekken ter wereld, maar anderzijds was er dat gemis thuis. De kinderen wisten niet wat ’twee maanden’ betekenden, behalve dat het ‘lang’ was.”

Olivier grabbelt in de valies. Tussen de kleren, sportschoenen en toiletzak zit een pakje met foto’s van zijn zoontje en dochtertje. “Naar Hongkong sleepte ik ook pakken tekeningen en knutselwerkjes mee. Zodra ze doorhadden dat ik vertrok, werden ze heel lastig, verdrietig, zelfs woedend. Het tekenen en knutselen bedaarde hen. Mijn vrouw gaf kaartjes mee en ze schreef veel brieven. We zijn echt beproefd als jong koppel. Toen ik na mijn periode in Hongkong even naar Bahrein trok, kwam er bij haar een dosis angst bij. Ik vloog toen ook naar Afghanistan. Nu vlieg ik alleen in Europa ; Duitsland, Italië, Slovakije en Griekenland.”

Olivier zet de flightcase op tafel. Veel kleiner en zeer ordelijk, alles wat erin zit, heeft te maken met de job. Hij diept de vliegvergunning op, de badge, en dan twee stukken stof. Drie gouden strepen – want Olivier is copiloot, een commandant heeft er eentje meer – zitten losjes in de koffer. Zodra hij vertrekt, brengt hij ze aan op de schouder. Hij wrijft er even over, legt ze zorgzaam terug, glimlacht. “Toen mijn vader thuiskwam na een langere vliegperiode vond ik dat de max. Die strepen hebben nog altijd iets magisch. (zoekt verder) En dan heb je deze, onmisbaar in de piloten-koffer : de zaklamp. ’s Avonds moeten we de walk around doen, even rond het vliegtuig stappen voor een inspectieronde. We kijken of er in het toestel geen deuken zitten, we schijnen in de motoren op zoek naar vogelnesten, we controleren de wielen en de remmen.”

Oliviers vader vloog voor Sabena de hele wereld rond, van Alaska tot Japan en vaak ook naar Afrika. “En wat herinnert het kind zich dan ? Merkwaardig genoeg, de valies. Als mijn vader thuiskwam, reden mijn broer en ik de grote koffer in het huis rond. Wauw, dachten we, deze valies heeft duizenden kilometers afgelegd over de hele wereld. Er staken vaak cadeaus in, maar er was ook iets heel speciaals aan. Zodra je hem opendeed, steeg er een geur uit op, moeilijk te beschrijven. Alhoewel. De passagier kent het wel : je stapt via de passerelle of de trap het vliegtuig binnen en meteen valt het over jou, die typische vliegtuiggeur. Zo ruikt het ook in de pilotencabine en net die geur laat zich vangen in de valies. Hij hangt zelfs in de kleren van de piloot. Mijn broer en ik roken soms aan vaders uniform. Een generatie later stijgt uit mijn valies diezelfde geur op en hangt hij in mijn kleren. Ook mijn kinderen rijden rond met de valies, kijken verwachtingsvol als ik ze opendoe – wegens de geschenken – en snuiven de geur op.”

Net zoals chauffeurs een rijstijl hebben, hebben piloten een vliegstijl. “Je moet vaak aan knoppen draaien, van hoogte veranderen, van alles regelen. Sommige piloten doen dat met een swing, snel. Ik ben een rustige, doe alles langzaam. Ik voel meteen hoe een piloot zijn toestel bestuurt. Als ik meevlieg met een commerciele vlucht, weet ik snel of ik met een kordate of rustige piloot te maken heb. Ik voel wie bruuske bewegingen uitvoert én wanneer de automatische piloot aanstaat. Je moet er eens op letten. Als je de grond aan het naderen bent, voel je ineens dat vliegtuig een beetje heen en weer laveren. Nu, dat is het teken dat de piloten het van de automatische piloot overnemen. Ze zoeken dan eerst een beetje naar de wind.”

Wie nu ‘piloten’ zegt, denkt ook aan aanslagen, terrorisme, crashen. “Als toestellen neerstorten, praat je er met elkaar over, zoek je naar theses. Was het technisch, een pilotenfout, wat kan wijzen op een aanslag ? We praten in de cockpit ook vaak over onze eigen vracht : wat hebben we aan boord, in welke hoeveelheid, is het eventueel gevaarlijk ? Zo vervoeren we vaak batterijen, die zeer ontvlambaar zijn door het lithium. Ben ik bang van aanslagen ? (haalt de schouders op) Ik denk dat wij de terroristen maar weinig publieke reclame kunnen bezorgen. Bij ons kunnen maar twee mensen omkomen. We zijn wel zeer alert tegenwoordig. Als mensen aan boord komen om te laden, om containers erin te duwen, vraag ik meer dan vroeger naar de badge of de legitimatie.”

Het voorwerp valies, waar staat dat bij Olivier voor ? “In de eerste plaats voor werken, plezant, uitdaging. Dan denk ik : ik mág weer. Ik vul de koffer, neem de taxi en het kriebelt meteen. Mijn toestel zien, valies binnendragen, even rondkijken in het ruim, in de cockpit kruipen, voor het instrumentarium gaan zitten en diep inademen van intens genot. Die lichtjes, die lampjes, alles staat weer klaar. Zodra we loskomen van de grond, loopt het écht voor mij. Ik geniet nog elke keer van de zonsondergang en zonsopgang. En als we landen, is er dat verlangen om weer op te stijgen.”

Tekst Marijke Libert & Foto’s Debby Termonia

Piloot Olivier:”Mijn kinderen kijken verwachtingsvol als ik de valies opendoe, en snuiven de geur op.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content