Belgen in de Kaap

De Moederstad noemen de inwoners Kaapstad, een vat vol tegenstrijdigheden aan de zuidelijkste rand van Afrika. Vier Belgen vertellen over hun leven in een land in volle transformatie.

Het paradijs, dat zou je eerste indruk van de Kaap kunnen zijn : hoge bergen tot vlak bij de blauwselblauwe zee, dure villawijken bij paradijselijke stranden, een metropool met een kleine, overzichtelijke stadskern en een dorpsmentaliteit, baaie gesellig. Om nog te zwijgen van het glooiende groene achterland vol wijngaarden. Helaas, meteen al als je uit de luchthaven komt, word je uit je droom geholpen. Kilometerslange overbevolkte slopjeswyke, waar zwarten in wankele golfplaten hutjes wonen. In de aanloop naar het Wereldkampioenschap Voetbal in 2010 worden ze volop afgebroken en vervangen door eenvoudige stenen huisjes, maar het gaat allemaal veel te traag. De armsten der armen nemen hun intrek in de ruwbouw en moeten er met geweld uitgezet worden zodat de behuizing afgewerkt kan worden.

Sinds de afschaffing van de apartheid en de eerste algemene verkiezingen in 1994 is er veel veranderd. De antiapartheidsbeweging ANC werd de regeringspartij, eerst onder de leiding van nationale held Nelson Mandela, later onder Thabo Mbeki. De regering voert een beleid van ‘rechtstellende actie’ om de ongelijkheden uit het verleden tussen zwarten, kleurlingen, Indiërs en blanken te beëindigen. Sinds 1996 is er een nieuwe grondwet in werking. Maar de regering krijgt veel kritiek, onder andere wegens het falende aidsbeleid. Het land heeft het hoogste percentage hiv-besmetten ter wereld. In 2006 behaalde het ANC nog een meerderheid. De nieuw verkozen leider, Jacob Zuma, die kans maakt om in 2009 president te worden, moet in augustus 2008 voor de rechtbank verschijnen op aanklacht van fraude, corruptie, belastingontduiking en afpersing. Sinds de jaren negentig zakte Zuid-Afrika in de index van de menselijke ontwikkeling van plaats 85 naar 120, op 177 landen. Feiten die niet echt tot vrolijkheid stemmen. En toch zien de Belgen, of zeg maar Vlamingen, die we in Kaapstad opzochten nog een toekomst in hun nieuwe vaderland.

In de rustige buitenwijk Oranjezicht baat Ann De Paepe samen met haar man Kris Van Cappellen het schitterende guesthouse De Tafelberg uit. In 1996 kwam het paar voor het eerst met vakantie naar Zuid-Afrika en met-een had het Afrikavirus hen te pakken. In België hadden ze een bloeiend bedrijf in decor- en standbouw, creatief werk, maar heel stresserend en met veel te weinig tijd voor een sociaal leven. Ann : “Een avontuur, een uitdaging in een ander land, het speelde al lang in onze kop. Tien jaar geleden was er hier met relatief weinig geld nog veel mogelijk. Dat is voorbij, nu moet je echt kapitaalkrachtig zijn. De eerste jaren woonden we in Wellington, een idyllisch dorpje in de buurt van Paarl. Maar het is een echte landbouwgemeenschap, heel conservatief, de kerk beheerst het gemeenschapsleven. Niet echt een opwindende plek voor onze drie opgroeiende kinderen. Daarom zijn we naar Kaapstad gekomen, een stad die tegenwoordig geweldig boomt. We maken deel uit van de community hier, iedereen kent iedereen en eens de kinderen hier naar school gaan, word je daar als ouder heel erg bij betrokken. Het onderwijssysteem is een beetje zoals in Amerika, les tot 14 uur en daarna een geweldig aanbod aan sport. Atletiekdag is een echt familiegebeuren, met parasols en picknickmanden en iedereen die supportert. Nee, wij zijn hier echt supergelukkig.”

Christopher Van Dieren studeerde tuinbouw in Mechelen, wijnbouw in Frankrijk en werkt al sinds 1990 in Zuid-Afrika. Wonen doet hij in de wijk University Estate. “Ik hou van Kaapstad, er is een goeie vibe. Ik had het geluk vóór de grote boom van de vastgoedmarkt een huis te kunnen kopen, de beste investering die ik ooit gedaan heb.” Zijn grootste aanpassingsprobleem ? “Het klimaat, ik ben eigenlijk meer een wintermens. Wat mij hier bevalt ? De mentaliteit, de ruimte, mijn medewerkers, de kwaliteit van de druiven.” Werken doet hij als wijnmaker op het domein Cloof in Darling, op zo’n zeventig kilometer van Kaapstad. “Alles gaat hier veel langzamer dan in Europa, maar dat is niet altijd slecht, dat geeft een levenskwaliteit die je in België niet meer vindt. Maar qua zaken doen is het een harde wereld. Er is zoveel wijn op de markt dat je product en je marketingafdeling werkelijk heel goed moeten zijn of je verkoopt niet. De regels van de wine and spirits board zijn ook zeer streng. Anderzijds heb ik een grote vrijheid, de eigenaar van Cloof bemoeit zich niet met de wijn.”

Hoe hebben ze dat gelapt ?

Leila Fisher, filmmaakster met haar eigen productiehuis Visual Kitchen, weet nog heel goed wat er door haar ging toen ze op 4 november 1999 haar intrek nam in een lege flat. “Mijn meubelen waren nog bij de douane, ik zat op een matras van een vriend met een fles wijn en twee plastic glazen. Ik keek naar de zee en dacht : ‘Wat heb ik nu gedaan ?’ In België had ik een leuke job bij het bedrijf Latchodrome, een mooie woonst, een auto. Ik had gewoon verder kunnen gaan met reclamefilmpjes maken, maar ik moest zo nodig gaan pionieren. Tijdens het draaien van een documentaire hier, leerde ik een zwart jongetje van 3,5 kennen dat bij zijn grootmoeder woonde, maar dat niemand echt wilde. Ach, ze hadden me al eerder baby’s aangeboden om te adopteren, maar met Jack had ik met-een contact, ook al sprak hij alleen Xhosa. Toen hij van huis wegliep, heb ik de hele township op zijn kop gezet om hem te vinden. De adoptie was geen sinecure, ik heb er achttien maanden voor moeten vechten in high court. Intussen ben ik getrouwd met Sanjai, een Zuid- Afrikaan van Indische afkomst. Met ons drieën wonen we in Bakoven, aan het strand. Soms zie ik mensen kijken : een Indiër, een blanke vrouw, een zwart kind, hoe hebben ze dat gelapt ?”

Het was de passie voor Afrikaanse ritmen die jazzdrummer Filip Baert van Lokeren via Brussel naar Kaapstad bracht. “Alles was anders, zelfs de meest gewone dingen : de manier van communiceren, van bewegen, de humor. In het begin voelde ik me tamelijk geïsoleerd, precies door het gebrek aan communicatie. Ik wist niet waar de gevoeligheden lagen, de taboes. Via de muziek leerde ik Johanna kennen die piano speelt en destijds een bijhuurder zocht. Van het één kwam het ander en nu zijn we getrouwd. Een gemengd koppel, tijdens de apartheid was het niet waar geweest. Maar ook al is de apartheid afgeschaft, qua wonen is er nog niet veel veranderd. Je hebt het financiële centrum van de stad, de buitenwijken van de blanken, de wijken van de kleurlingen en de townships. Door de economische omstandigheden is er nog altijd afscheiding . Wij wonen in IJserplaat, Brooklyn, oorspronkelijk een arme, blanke buurt, maar langzamerhand is er een influx van zwarten, ook uit Congo, Nigeria en Zimbabwe. Wonen is hier niet goedkoop, voor ons bescheiden huisje betalen we 3300 rand ( 261 euro), dat is bijna de helft van wat ik verdien.”

Ann De Paepe : “Als je niet voor jezelf zorgt, heb je niets.”

“In het guesthouse heeft Kris alles zelf gedaan : de acht gastenkamers verbouwd, de meubelen gemaakt. De procedures om een zaak te beginnen zijn niet simpel, het heeft ons vier jaar en veel geld gekost om een permit te krijgen, je moet genoeg kapitaal hebben om twee jaar in je behoeften te kunnen voorzien. Uit je businessplan moet ook blijken dat je plaatselijke mensen werk zult geven. Qua veiligheid valt het hier goed mee, zeker in vergelijking met Johannesburg. In bepaalde wijken moet je wel uitkijken. Als mensen uit de kleurlingenwijk Mitchells Plain mij bezighoren, zeggen ze : ‘Jij weet van niets, jij zit in een veilige cocon.’ Ja, daar gebeuren erge dingen.”

“In de winkels is het aanbod van producten de laatste jaren verhonderdvoudigd, alles kunnen we hier nu krijgen. Maar sommige basisproducten zijn duurder dan in België. Het contact met de instellingen blijft stroef. Door het systeem van black empowerment zitten er nu soms mensen zonder knowhow op bepaalde diensten. De laatste tijd zijn er nogal vaak stroomonderbrekingen, maar wij blijven er meestal van gespaard, omdat wij in het circuit van de Tafelberg en de toeristische kabelbaan liggen. Ja, de middenmoot moet hier vechten, wij hebben geen sociale zekerheid. Het is zoals in de States : als je niet voor jezelf zorgt, heb je niets. Maar kijk om je heen, de lucht is blauw, de Capetonians zijn goedlachs en relaxed, je krijgt goede service. Dag in dag uit iemand in huis hebben die het lastige werk doet, ik besef heel goed wat een luxe dat is.”

Kris Van Cappellen : “De toekomst van dit land ? Moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk komt Zuma in 2009 aan de macht, maar voor het WK van 2010 zal er niet veel gebeuren, de ogen van de hele wereld zullen op Zuid-Afrika gericht zijn. Het ANC zal wel zo slim zijn dat ze leren uit de fouten die in Zimbabwe gemaakt zijn. Dit land komt van heel ver, de werkloosheid onder jonge mensen is hoog, maar de scholen beginnen meer gemengd te worden, zwarte kinderen krijgen meer en meer beurzen. Veel afgestudeerden trekken nog naar het buitenland, maar velen hebben heimwee en komen terug om iets op te starten. En ja, af en toe worden we opgeschrikt als er een grote fraudezaak aan het licht komt, maar waar is dat niet ? Er wordt tegenwoordig veel Amerikaans en Brits kapitaal in Kaapstad geïnvesteerd : in nieuwe hotels, een jachthaven, een nieuwe aanlegsteiger voor grote cruiseschepen. Als ik dat zie, denk ik : we zitten hier nog wel een tijdje goed.”

De Tafelberg, 68 Moltenoroad, 80001 Cape Town,

+27 (0)21 424 91 59, www.detafelberg.com

Christopher Van Dieren : “Ik heb hier echt mensen zien openbloeien.”

“Sinds ik hier ben, is er veel veranderd. Iedereen heeft zich moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit. Voor 90 procent is dat geslaagd : van twee kanten groeit het respect tussen blank en zwart, ik heb mensen echt zien openbloeien. Vroeger werd er voor hen gedacht, nu moeten ze hun leven zelf in handen nemen. Ik denk nu aan mijn manager, een kleurling die als gewone arbeider begonnen is, maar die zich heeft opgewerkt en nu veel verder staat dan de rest van zijn familie. Dat groeiende zelfvertrouwen geeft me moed. Er is potentieel en voor wie echt vooruit wil, is Zuid-Afrika een land met veel mogelijkheden. Pas op, er is nog altijd een tekort aan goed opgeleide mensen. Zolang er niet voldoende geld naar het onderwijs gaat, zullen we met dat probleem blijven zitten. Elk jaar moeten wij een BEE chart invullen, wat staat voor Black Economic Empowerment, hoe we omgaan met affirmative action, de zwarten naar boven trekken. Maar Cloof is een kleurlingengemeenschap, waar moeten wij hier zwarte medewerkers halen ? Het gaat ook te snel, in een paar jaar kun je het gebrek aan ervaring niet inhalen. Vandaar ook het hoge zelfmoordcijfer bij jonge zwarte afgestudeerden. Een ander probleem is de huisvesting. De shantytowns, dat gaat nog lang duren voor die weg zijn. In het centrum van Kaapstad moeten vierhonderd nieuwe huizen gebouwd worden, maar er is nauwelijks ruimte, dat zet een enorme druk op de infrastructuur.”

“Criminaliteit ? In University Estate waar ik woon, komt dat in golven, na maanden rust zijn er dan weer een paar inbraken. Maar je leert ermee leven, het is een kwestie van geen onnodige risico’s te nemen. Of ik weleens bang ben ? Kijk, na de verkiezing van Zuma weten we natuurlijk niet waar we naartoe gaan. Ik denk nog altijd dat de vierduizend gedelegeerden die voor hem gekozen hebben, niet de stem van het hele land vertolken. Eén ding is zeker, we zullen nog lang met een ANC-regering zitten. Maar ik hoop dat in 2009 koelere hoofden de stabiliteit zullen waarborgen. Ik moet wel optimistisch zijn – en ik ben het ook – ik woon nu al zolang in Zuid-Afrika dat het mij zwaar zou vallen om me ergens anders aan te passen.”

Info : www.cloof.co.za. Op het Cloof wijngoed is er mogelijkheid tot lunchen. Van 28 tot 30 september vindt er het sfeervolle muziekfestival Rocking the Daisies plaats. Cloofwijnen zoals Bosstok en Cloof Bush Vines zijn verkrijgbaar bij Delhaize.

Leila Fisher : “Het komt wel in orde met Zuid-Afrika.”

“Het is met gemengde gevoelens dat ik tegen mijn bestaan hier aankijk : enerzijds is er de lifestyle : natuurlijk is het prachtig dat ik aan het strand woon en na het werk kan gaan zwemmen en tennissen. Maar soms vind ik het werk hier overweldigend lastig. Als je geen geduld hebt kun je beter niet in Zuid-Afrika komen wonen. Je moet je gewoon aanpassen aan het ritme hier en het Europese tempo vergeten. Pas op, er zijn mensen die hun werk goed doen. Maar er is toch heel veel wat niet correct gebeurt. En dan heb ik het niet specifiek over blank, zwart of gekleurd, het is meer een algemene mentaliteit, een soort laissez aller. Ras wordt vaak als alibi gebruikt. Zwarten zeggen : ‘Ik kan dit niet omdat ik zwart ben.’ Coloureds vinden dat zwarten tegenwoordig meer bevoordeeld worden. Ook blanken beweren dat ze niet aan de bak komen omdat de jobs naar zwarten gaan. Veel mensen en niet alleen de superrijken zijn opgegroeid met hulp in huis die alle klusjes voor hen opknapten. Volgens mij is het niet alleen een kwestie van educatie, maar ook van aspiratie. In opdracht van het ministerie maak ik nu filmpjes over het openbaar vervoer dat gereorganiseerd wordt met het oog op het WK van 2010. Mensen reageren daar eerder gelaten op : ‘Ja, we zullen wel zien.’ Als je dat niet kent, een vervoerssysteem dat werkt, treinen en bussen die op tijd komen, dan kun je er ook niet naartoe leven.”

“Hoe ook heb ik het gevoel dat het wel in orde komt met Zuid-Afrika ; 1994 was voor iedereen een enorme vooruitgang. De perceptie dat alle blanken het tijdens de apartheid goed hadden, klopt niet. Je mocht niet homofiel zijn, geen kritiek op het regime hebben, je moest niet veel doen om als subversief element gearresteerd te worden. En in het buitenland was je als Zuid-Afrikaan bijna nergens welkom. Natuurlijk zijn er nog veel problemen. Racisme, het zit er nog diep in. ‘Jouw ouders kunnen niet getrouwd zijn’, zeggen klasgenootjes tegen Jack, ‘want ze hebben niet dezelfde kleur.’ Maar is er in Europa zoveel minder racisme ? Iets anders zijn de overbevolkte townships. In 1995 beloofde Mandela dat iedereen een huis zou krijgen. Nu, zover zijn we nog lang niet. Als Mandela sterft, zou het verdriet weleens kunnen omslaan in woede, veel blanken hebben het gevoel dat ze op een tijdbom zitten. In zo’n angstig moment zie ik mezelf al te voet met mijn gezin naar Namibië gaan, met een rugzak op onze rug.”

“Maar toen ik vorig jaar veertig werd en terugblikte op mijn leven, was ik echt euforisch. Wat ik hier allemaal meegemaakt hebt, zowel in positieve als in negatieve zin, dat is zoveel wilder, zoveel extremer dan in Europa.”

www.visualkitchen.co.za

Filip Baert : “Zolang je goed speelt, word je geaccepteerd.”

“Ik ben niet naar Zuid-Afrika gekomen uit frustratie en zeker niet om rijk te worden. Eigenlijk was het een sprong in het ongewisse, veel wist ik niet van de politieke en economische situatie voor ik hier aanbelandde. Ik had geluk, doordat ik mijn muzikale plannen in de vorm van een multicultureel project gegoten had, kreeg ik meteen een visum voor twee jaar. Samen met Johanna en een aantal Afrikaanse muzikanten heb ik de groep Black Rose opgericht, we spelen jazz met elementen van Afrikaanse en Europese traditionele muziek. Integratie vraagt tijd, energie en goodwill van beide kanten. En het is niet zozeer de huidskleur die een rol speelt, maar de cultuur. Als je toont dat je die wilt begrijpen, dat je gekomen bent om iets van de Afrikanen te leren, is er geen probleem. Zolang je goed speelt, word je geaccepteerd, dan zijn er geen grenzen tussen blank en zwart. Multiraciale koppels, ze vormen nog altijd een minderheid. Dat wij in een artistiek milieu zitten, helpt wel. We worden er in elk geval niet op aangekeken.”

“Goed, de zon schijnt hier, maar wie denkt in het aards paradijs terecht te komen, komt bedrogen uit. Je moet hier flink uit je pijp komen. Ja, je kunt veel geld verdienen, maar daar betaal je op andere manieren de prijs voor. Een paar jaar geleden heb ik meer in het noorden in een resort gewerkt. De eigenaar betaalde zijn werknemers heel slecht en daardoor kon hij niemand vertrouwen. Auto gestolen, televisie gestolen, inbraak in een van de vakantiehuisjes… Die man ging kapot van de stress. Ik denk dat nogal wat blanken bang zijn dat het hen zal vergaan zoals de Fransen tijdens de Brugse metten. Ik zou het ook begrijpen als zoiets zou gebeuren, mensen zolang negeren en onderdrukken, dat is om problemen vragen.”

“Wat ik hier mis, is de dynamiek van een metropool zoals Brussel. Het begint te beteren, maar het cultuuraanbod in Kaapstad is niet denderend. Op de landkaart lijkt het een grote stad, maar het centrum is klein en na zessen loopt het leeg ; de meeste mensen wonen buiten de stad. Maar ik ben blij als ik kan spelen. Twee, drie keer per week in onze vaste stek, Nyomi’s Kraal, dat is niet slecht. Johanna zou graag meer succes willen hebben, maar zelfs dat interesseert mij niet echt. De band met het publiek als je speelt, daar is het mij om te doen. Geen idee hoe het hier verder zal gaan met ons. Een eigendom heeft mij nooit geïnteresseerd, ik ben nogal een anarchist, aan een huis zit je vast, ’n boer maak ’n plan, zeggen ze hier, wat zoveel wil zeggen als ‘we zullen wel zien’.”

Johanna : “Maar het volledige spreekwoord luidt : ’n boer maak ’n plan, maar ’n colouredhet die plan. Om te overleven moesten wij altijd al slimmer zijn.”

Info : Black Rose African Orchestra : www.ancientsound.tk

Tekst en foto’s Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content