Bara

Voor 4 stuks:

200 g geweekte mungbonen, zwarte linzen of kikkererwten

2 teentjes knoflook

een handvol spinazie

4 g gist

180 ml water

250 g zelfrijzend bakmeel

1 tl komijn

1 tl zout

chilivlokken naar smaak

oe kleine bloemkool

olijfolie

1 el garam masala

1 rode ui

4 el rijstazijn

1 el suiker

2 el tomatenchutney

2 el Griekse yoghurt

oe bos koriander

1. Week de mungbonen 24 uur van tevoren of gebruik linzen of kikkererwten uit blik. Spoel goed af en laat uitlekken.

2. Blend de bonen samen met 2 teentjes knoflook en de spinazie.

3. Laat de gist oplossen in 20 ml warm water. Meng de bloem, komijn, zout, gistoplossing, de rest van het water en het bonenmengsel goed onder elkaar, voeg chilivlokken toe naar smaak en laat 2 uur rijzen.

4. Verwarm de oven voor op 195°C.

5. Snijd kleine roosjes van de bloemkool en meng met de garam masala en 2 el olijfolie. Bak de bloemkool gaar in de oven. Pel en snijd de rode ui in maantjes. Doe in een kom samen met de azijn en suiker. Laat 20 minuten marineren.

6. Verhit voldoende olie (zodat het deeg kan frituren) in een wokpan op een middelhoog vuur. Maak bolletjes van het deeg op een vochtige handpalm, druk ze plat en maak een gaatje in het midden. De bara lijkt nu wat op een schijfje ananas. Bak de bara goudbruin in de olie. Laat uitlekken op een vel keukenpapier.

7. Snijd het broodje open en vul met krokant gebakken bloemkool, yoghurt, chutney, rode ui en koriander.