Ferre Hindryckx
Winkelen in de toekomst: het belang van lokaal kopen
Op zaterdag 6 en zondag 7 mei organiseert CityZine een festival in de Gentse stadskern. De focus leggen ze op de lokale handelaars, de buurtwinkel. Zaakvoerder van CityZine, Ferre Hindryckx, zet dit initiatief op poten om net deze zaken nog eens extra in de verf te zetten. Op de menu staan namelijk geen ketens, geen Zara, geen Pizza Hut. Noch tijdens het CityZine Festival, noch in de gelijknamige magazines zelf. Die bewuste keuze heeft een aantal goede redenen.
Het lijkt erop dat het hebben van een fysieke winkel tegenwoordig niet meer zo gunstig is. Ik erken de moeilijkheden maar zie de toekomst van de fysieke winkels desalniettemin vrij positief in. In eerste instantie moeten we de grote voordelen van de bakstenen winkel niet uit het oog verliezen. Zaken zoals de beleving van het shoppen, de persoonlijke service, de kwaliteit van zorgvuldig geselecteerde producten door de gepassioneerde winkelier zijn zaken waar ketens of online shopping giganten niet tegenop kunnen. Het versterken van de stedelijke handelskernen en het steunen van lokale handelaars staat tegenwoordig hoog op de to do-lijst. Of althans, dat zou zo moeten zijn, overal.
De reële problemen van de winkeliers
We moeten de grote voordelen van de bakstenen winkel niet uit het oog verliezen
Er is de laatste tijd al veel verteld over de pro’s en contra’s van online winkelen: er gaan stemmen op om een belasting in te voeren specifiek voor buitenlandse internethandel. Ik denk dat dit echt niet de oplossing is.
Online kopen is er, gaat niet meer weg, en is op zich eigenlijk ook geen probleem. Ik zie zelf het gemak ervan in. Werk, kinderen, weinig tijd… Er zijn redenen genoeg waarom mensen verkiezen om ’s avonds om 21u online te shoppen. Helaas wordt het gemak ervan iets te veel geromantiseerd. Geef toe, hoeveel keer was je effectief ’thuis’ wanneer het pakje werd geleverd? Ik ben bijvoorbeeld al vaak mijn pakje in het plaatselijke postkantoor of in de lokale supermarkt mogen gaan ophalen. Niet veel verschil dus met effectief naar een ‘bakstenen winkel’ te gaan. Mijn advies aan de handelaars luidt dus: bouw aan je online portaal.
Geef toe, hoeveel keer was je effectief ’thuis’ wanneer het pakje dat je online kocht werd geleverd?
Zorg ervoor dat je waren ook na 18u online te bekijken zijn. Al dan niet met de mogelijkheid om te reserveren of te kopen. Het feit dat Zalando tegenwoordig meer en meer op zoek gaat naar samenwerkingen met lokale schoenenwinkels waar klanten hun schoenen nog sneller kunnen gaan afhalen, toont aan dat ook zij de efficiëntie van de lokale winkel erkennen. Immers, als een lokale winkel duizend items van iets verkoopt, zal zij dat op een economisch en ecologisch meer verantwoorde wijze doen dan Zalando die dit deur aan deur doet.
Al deze leveringen zijn namelijk ontegensprekelijk enorm belastend voor het milieu en bovendien de hoofdoorzaak van de hoge verliezen van de online giganten. Zo wordt meer dan 50% van de producten die online werden aangeschaft teruggestuurd. Het past niet, de kleur komt niet overeen met de foto, of puur uit opportunisme: mensen dragen kledij voor een avondje uit en sturen dit dan schaamteloos terug.
Online en bakstenen winkels zullen sowieso richting een hybride model evolueren
Online en bakstenen winkels zullen dus sowieso richting een hybride model evolueren, waar de fysieke bereikbaarheid en het gemak van online hand in hand samen gaan.
Dit brengt ons naar een hot topic in steden zoals Gent en Antwerpen. De toegankelijkheid van de stadskern is er een terechte zorg. Het nieuwe mobiliteitsplan in Gent, wegenwerken, parkeertarieven et cetera kunnen roet in het eten van de winkeliers gooien. Deze problemen zijn reëel, maar sowieso tijdelijk van aard. Wat niet wegneemt dat sommige handelszaken, alsook de consument zich zullen moeten aanpassen aan de veranderde realiteit: een traiteur die voor 80 procent afhankelijk is van cliënteel dat komt afhalen met de auto en die plots in de voetgangerszone terechtkomt, zal zich moeten heroriënteren.
Ook het gevoel van onveiligheid zoals na de aanslagen van 22 maart 2016, is van voorbijgaande aard. Belangrijker is het gewijzigde aankoopgedrag van de consument. Slogans zoals ‘buy experiences, not things’ doen het de laatste twee jaar heel goed. Hiermee wordt ingespeeld op het antimaterialisme, op de tendens om te ‘declutteren’, die op zich waarschijnlijk directe gevolgen zijn van de laatste moeilijke economische jaren. Heb je 500 euro over? Ga op reis. Hang het niet aan spullen.
Slogans zoals ‘buy experiences, not things’ doen het de laatste twee jaar heel goed.
Dit is volgens mij in grote mate een tegenreactie op de zogeheten wegwerpproducten. Ketens zoals H&M en Primark die het kapitalistische model geperfectioneerd hebben, drukken al meer dan een decennium de kosten van het maken van kledij, interieur artikelen… Ze knippen op kosten zoals productie door de inzet van arbeiders in buitenlandse sweatshops en bieden kledij aan spotprijzen aan. Ze plagiëren zonder schroom designstukken zoals de beha van Belgisch lingerielabel La Fille d’O. Lokale designers en handelaars kunnen hier onmogelijk mee concurreren. Ze kiezen ervoor om hun kledij in België of Europa te laten maken, om ethische en economische redenen. Het afgeleverde product is in alle opzichten kwalitatiever en bezorgt de koper een veel groter en langer tevredenheidsgevoel.
Voordelen van de lokale winkel
Er zijn gelukkig ook enorm veel voordelen aan het hebben van een fysieke winkel. Winkeliers moeten deze voordelen meer uitspelen. Een handelaar die bezield is door zijn of haar product heeft kennis en knowhow ervan.
Winkeliers moeten de voordelen van een fysieke winkel meer uitspelen.
Dit uit zich onder meer in de kwaliteit van de waren. Die werden namelijk met zorg geselecteerd. Je kan bovendien uitgaan van een betere service, ook als er klachten zijn. De winkelier is namelijk rechtstreeks aanspreekbaar. Geen gedoe met formulieren en e-mails waarbij het antwoord vaak uitblijft. Boven alles is er de beleving van het shoppen. Ruiken, voelen, passen, advies krijgen over kleur en stijl… Maar dat niet alleen. We zitten al genoeg aan een scherm gekluisterd. Winkelen, of het nu om boodschappen gaat, of een nieuw paar schoenen, brengt je onder de mensen. Sociale interacties, ze zijn zo belangrijk.
De lokale, unieke shops maken bovendien de stad ook mede tot wat die is. Mensen verplaatsen zich niet naar een andere stad om er te winkelen in filialen van ketens die ze thuis ook hebben. De versterking van de handelskern zou dan ook hoog op de to do-lijst van menig politici moeten staan. Hier hebben de steden en gemeenten een cruciale verantwoordelijkheid. De vraag kan immers gesteld worden of grote ketens überhaupt nog een plaats hebben in een autoluwe stadskern. Hoe het ook zij, kwalitatieve producten, van allerlei aard, zijn aan een opmars bezig. Er is ook steeds meer en meer bewustzijn.
Winkeliers moeten goed nadenken waar ze het verschil kunnen maken en dit uitspelen: stijladvies, een event organiseren met een plaatselijke make-up artist, het voorstellen van de nieuwe collectie, een kruisbestuiving met een bevriende handelszaak die voor hapjes zorgt… Kortom: alles wat de beleving ten goede komt.
Het aanbieden van unieke producten, die niet of veel moeilijker online kunnen worden gekocht, zal het verschil maken.
Ook de keuze van producten is enorm belangrijk. Standaard producten zullen meer en meer online worden gekocht. De consument weet immers perfect wat ze koopt, zonder het gezien te hebben. Het aanbieden van unieke producten, die niet of veel moeilijker online kunnen worden gekocht, zal het verschil maken. Sommige klerenwinkels werken nu bijvoorbeeld alleen maar samen met merken die géén online webshop hebben. Dat is volgens mij correct, en op lange termijn zelfs positief voor de merken: zij hebben immers baat bij zoveel mogelijk lokale vestigingen waar hun kledij hangt, zodat ze door zoveel mogelijk mensen worden gezien.
Merken die hun kledij online aanbieden, zullen op korte termijn misschien meer winst genereren (grotere marge), maar decimeren op deze manier hun eigen verkoopspunten waardoor ze op lange termijn minder visibiliteit en dus minder nieuwe klanten zullen genereren.
Go local!
Als je iets koopt, dan kies je.
Alles komt nu samen. Als tegenreactie op het vluchtige, onder andere gekatalyseerd door technologie en social media, merken we een stijgende interesse in alles wat lokaal en kwalitatief is. We zien dit niet enkel op vlak van shoppen, maar ook aangaande voeding. Er wordt minder vlees geconsumeerd, de focus is verschoven naar bio, eigenkweek, traag versus snel, groenten en fruit. Er is een mentaliteitsshift aan de gang.
Onderschat ook het belang niet van lokaal geld te spenderen. Sarah Van Liefferinge verwoordt het goed in Knack 27/12/16: ‘Telkens wanneer we bij een multinational of internationale keten kopen, laten we geld wegvloeien uit de lokale gemeenschappen. We kunnen beter de lokale economie ondersteunen, en al zeker de handelaren die lokaal geproduceerde of duurzame alternatieven aanbieden. Minder wegwerp, meer kwaliteit.’
Minder wegwerp items kopen betekent dat je je geld kan spenderen aan een kwalitatief, tijdloos stuk van een lokale designer.
Dus, een minder groot aantal wegwerp items kopen betekent dat je je geld kan spenderen aan een kwalitatief, tijdloos stuk van een lokale designer. En vooral: ja, je investeert ermee in structuren die toekomstgericht zijn, zowel naar de planeet als naar de economie toe. When you buy, you vote. Als je iets koopt, dan kies je, en of je dat nu wil of niet, je keuze heeft wel degelijk een impact.
Ook hier moet de overheid nadenken over hoe we dit lokaal kopen kunnen stimuleren. Liever 10.000 nieuwe jobs bij buurderijen, dan 10.000 bullshit jobs voor mensen die ’s nachts pakjes moeten maken. Een optie zou kunnen zijn om transport over lange afstand meer te belasten, ook binnen Europa. We kunnen als regio immers kiezen voor een meer ecologisch model, dat niet enkel de leefomgeving, maar ook de mensen ten goede komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier