Istrië, Italië in zakformaat
Italië in zakformaat, zo zou je Istrië misschien nog het best kunnen omschrijven. Met zijn mediterraan klimaat, glooiende wijngaarden, stokoude stadjes en eerlijke keuken weet deze Kroatische regio al eeuwen bezoekers te bekoren. Genode en ongenode.
Wie in de arena van het amfitheater van Pula staat, kan zich maar moeilijk voorstellen dat hier ooit gladiatoren lagen te creperen in het stof. Vandaag wordt het tweeduizend jaar oude gebouw enkel nog gebruikt als vredig decor voor grote concerten en theaterspektakels.
In de loop van de geschiedenis heeft de regio meer dan zijn deel gehad van de oorlogsellende. De eerste vechtjassen die de Istriërs over de vloer kregen, waren de Romeinen die hier hun imperialistische ambities kwamen uittesten. Al in 177 voor Christus brachten ze het plaatselijke Illyrische koninkrijk ten val in de slag van Nesactium, een plaatsje dicht bij Pula.
Een nederlaag die de streek trouwens geen windeieren heeft gelegd. De omvang van het amfitheater, gebouwd in de eerste eeuw na Christus geeft een aardig idee van de rijkdom die Pula onder het Romeinse bewind wist te vergaren.
In de kelders van het nog steeds indrukwekkende gebouw belicht een tentoonstelling de reden van die plotse economische voorspoed: de handel in wijn en olijfolie. In korte tijd groeide de stad uit tot een machtige metropool van waaruit schepen beladen met het kostbare vocht vertrokken naar Italië.
Pula’s glorie mag sindsdien dan al flink getaand zijn, een haven is er nog steeds, maar dan wel een voor pleziervaartuigen. En zelfs de commerciële scheepvaart is hier niet helemaal verdwenen. Deze industriële activiteit zo vlakbij het centrum doet eigenlijk niets af aan de mediterrane charme van het plaatsje, dat bekoort met zijn verborgen pleintjes, smalle straatjes en heerlijke etensgeuren.
Voormalig militair domein
Het uiterste zuidpunt van Istrië, vroeger een militair domein, is nu een natuurreservaat. Het gebied, een twintigtal kilometer onder Pula, laat zich het best verkennen per mountainbike. De inspanning loont: het zicht op de kusten langs de twee kanten van het smalle schiereiland is fenomenaal. Op een van de tientallen eilandjes zijn er nog dinosaurussporen te zien en op een ander staat een vuurtoren die te huur is als vakantiewoning.
Het eiland Brijuni was ooit het privé-eiland van Tito. Tito blijkt hier nog ongeveer even erg geadoreerd te worden als bij ons koning Boudewijn. Schaamteloos wordt de gewezen communistische leider bewierookt op een nostalgische fototentoonstelling in een museumpje met een hoog jaren-’50-gehalte.
Porec
De Byzantijnse basilica van Porec blinkt en schittert van de rijkdom, maar toch is het bouwwerk elegant en stijlvol. Het is rijk zonder protserig te zijn, harmonieus van kleuren en licht. Maar het meeste indruk maakt de ouderdom van de kerk: ze werd gebouwd in de zesde eeuw en is uitzonderlijk goed bewaard.
Grote delen van de originele vloeren, mozaïeken, kapitelen en reliëfs hebben de slijtage van veertien lange eeuwen met glans doorstaan. Delen van het koor zijn zelfs versierd met ornamenten die uit de ruïnes komen van twee Romeinse tempeltjes wat verderop. Prachtig.
In de straten van Porec valt het grote aantal huizen en paleizen in Venetiaanse stijl op. Eeuwenlang is het Istrische kustgebied in handen geweest van de Venetianen.
Authentiek Istrië
Buiten Porec ligt een onverwachte parel: Gracice. Achter een indrukwekkend oud poortgebouw gaan de ruïnes van een oud Venetiaans paleis, vervallen herenhuizen, een grote kerk, stukken van een oude stadsmuur schuil.
Ooit moet Motovun eruitgezien hebben als Gracice. Na de Tweede Wereldoorlog trokken de mensen immers massaal weg uit het binnenland van Istrië, op zoek naar werk in de grote steden. Hoog op zijn heuvel boven de rivier de Mirna lag het eens zo trotse middeleeuwse plaatsje te verworden tot een spookstad.
Tot het filmfestival kwam. Elk jaar in de zomer strijkt het hele circus van acteurs, regisseurs en producenten hier neer. Nieuwe films worden er getoond op het centrale marktplein, in de tuin van een plaatselijk hotel en in de kleine bioscoop. In een mum van tijd is het ingeslapen stadje veranderd in een toeristische trekpleister.
Een gelijkaardig fenomeen heeft zich voorgedaan in het nabijgelegen Groznjan, dat zo mogelijk nog charmanter is. Toen in de jaren zestig een muziekacademie hier neerstreek, volgden in haar zog al gauw een hele sliert muzikanten en artiesten, zodat het plaatsje uitgroeide tot een echt kunstenaarsdorp.
Voor wie het allemaal wat authentieker wil, zijn er in de buurt nog stadjes als Oprtalj en Momjan, waar de geest van het verleden nog ongestoord rondwaart tussen de afgebrokkelde muren en over met gras begroeide pleintjes.
Informatie
Kroatische Nationale Dienst voor Toerisme
Bron: Weekend Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier