Het Colosseum – Bouw
In het Colosseum vonden zowel gevechten plaats tussen wilde dieren, tussen gladiatoren en tussen gladiatoren en wilde dieren. Die dienden ter vermaak van het volk, om hen gunstig te stemmen. Zodat ze eventjes niet aan de honger en de armoede moesten denken. De keizer stond in voor de financiering en hij kwam ook zelf kijken naar de spelen. Daardoor verkleinde de afstand tussen keizer en volk. Tijdens de spelen kreeg het volk gratis brood. Daaraan danken we de uitdrukking ‘brood en spelen’.
Tijdens de openingsspelen onder Titus waren er bijvoorbeeld gevechten tussen vier olifanten. Of tussen kraanvogels. Ook werden soms vrouwelijke gladiatoren de arena ingestuurd of waren er wagenrennen. Telkens opnieuw werd het Colosseum op een passende manier, bijvoorbeeld met rotsblokken of struiken, ingericht.
Het Romeinse jaar telde ongeveer 130 feestdagen, waarvan de helft gevierd werd met spelen in het Colosseum.
‘Morituri te salutant’
De spelen verliepen volgens een bepaald schema. Zo werden ’s morgens de gevechten met wilde dieren gehouden. Ook gebeurde het dat er een soort jachtpartij gehouden werd. Tussen de middag werden de veroordeelde gevangenen voor de wilde dieren gegooid. In de namiddag was het dan tijd voor het hoogtepunt van de dag: de gladiatorenshows.
Vooraleer de duels plaats vonden paradeerden de gladiatoren in stoet rond de arena. Voor de keizer hielden ze halt en riepen: ‘Ave, Caesar, morituri te salutant’ of ‘Gegroet, keizer, zij die gaan sterven groeten u’. Op het einde van het duel oordeelde ofwel de keizer ofwel het volk over de dood van de verliezende gladiator.
Die gladiatoren werden geselecteerd onder veroordeelde criminelen, slaven en krijgsgevangenen. Ze werden in verschillende categorieën ingedeeld: zwaar bewapend met zwaard en schild of licht bewapend met een dolk en armbeschermer. Of zelfs enkel met een net en een drietand.
Vrijgezellen en soldaten apart
De gevechten waren op leven en dood. Als de gladiatoren op het einde van de wedstrijd nog leefden, mocht het volk beslissen wat er met hen moest gebeuren. Dat gebeurde door met een zakdoek te zwaaien of de duim naar onder te steken. Wellicht hebben tussen de 300.000 en 500.000 mensen het leven verloren in het Colosseum.
In de beginjaren van het Colosseum gebeurde het ook dat men er zeeslagen organiseerde. Voor deze ‘naumachiae’ liet men de arena vollopen met miljoenen liter water. Op dat water speelde men historisch belangrijke zeeslagen na.
In het Colosseum was plaats voor zo’n 50.000 enthousiaste Romeinen. Qua zitjes waren er verschillende categorieën: volgens stand en geslacht. Vanzelfsprekend kreeg de keizer de beste plaats: een loge aan de lange zijde van de arena. De keizerin had haar loge recht tegenover die van haar man. Mannen en vrouwen hadden hun eigen plaats: de mannen vooraan op de marmeren zitjes, de vrouwen achteraan op de houten bankjes. Daar zaten ook mensen die de ingang niet konden betalen. Ook vrijgezellen en soldaten kregen een aparte plaats.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier