Traditionele ruiterfeesten
Onbekend Kameroen is begiftigd met een weelde aan culturen en etnieën, festiviteiten en indringende landschappen. Wie tussen zuid en noord op het goede moment in Ngaoundéré passeert, is er getuige van ruiterfeesten en het einde van de ramadan. Overrompelend voor de zintuigen.
In het noorden is het land Sahel, droog, heet en stoffig, met schapen- en geitenhoeders, met wilde landschappen, dorpen en markten waar Fulani wedijveren met de Podoko, Mandara en Kirdi uit de bergen. In Maroua of Mora komen ze bijeen, een weelde aan mensen en kleuren.
Naar het zuiden is het land leeg, maar oneindig groen. Zo groot en verscheiden is Kameroen. Veel van de provincies heeft het met windstreken bedacht: oost voor de dichtste jungle, west voor de chefferies, het noorden voor een land van animisten en moslims. In het hart ligt niet het centrum, maar de groene provincie Adamaoua met Ngaoundéré als hoofdstad.
Op bezoek bij de Lamido
De straat met haar mangobomen is opgewonden. De stad, overwegend islamitisch sinds de Fulani in het begin van de negentiende eeuw de lokale Mboum onderwierpen, maakt zich op voor het feest dat het einde van de ramadan viert. Vasten, de strikte regels voor onthouding en bezinning maken straks plaats voor uitgelaten vreugde.
Op de weg van rood aangestampte aarde verschijnen muzikanten en ruiters te paard. Ze zijn getooid in kleurrijke kledij, ze dragen waardigheidstekens en wapens, zwaarden en dolken, ze pronken als krijgers uit lang vervlogen tijden, begroeten elkaar, lachen en geven orders aan hun knechten.
Steeds meer mannen verzamelen op het plein voor het Palais du Lamido, waar Mohamadou Hayatou Issa met zijn vrouwen en hofhouding nog altijd de lokale gezagsdrager is. Al sinds 1835 staat de Lamido aan het hoofd van de chefferie traditionelle.
Op het plein, met de moskee en de betonnen gevel van het paleis, stroomt nog volk toe, vrouwen met waterkruiken en jongens die er in hun mooie gewaden geleerd uitzien. Een man, hoger in rang, houdt een witte schimmel aan de teugels: de hengst waarop de Lamido meteen begint aan de optocht naar de moskee, voor het belangrijkste gebed van de week. Al is iedere vrijdag een bijzondere dag, vandaag is die extra bijzonder: de stad viert Djoulde Soumai, het einde van de vastentijd.
Vredige vrijdag
Meer dan anders zijn alle mannen, te voet en te paard, uitgedost in hun kostelijkste kledij. Niemand kijkt indringender dan de voorloper. Hij leidt de parade, versierd met ex voto’s en sieraden uit een andere kosmos, met in de hand een houten wichelroede waarmee hij de weg effent voor de koning en zijn gevolg. Hij speurt naar boze geesten, die de plechtigheid kunnen verstoren.
In z’n spoor loopt een cohorte van soldaten, gevolgd door een trompettist en dan voetvolk, milities en de mannen te paard als voorboden van zijne hoogheid.
Zo uitbundig en lawaaierig de stoet door de straten trekt, zo ingetogen, onderworpen en verstild is de menigte op het grote plein onder de bomen. Nu is slechts één man de gelijke van de koning: met zekere stem houdt de imam een toespraak, hij vlamt woorden over de massa die met gebogen hoofd luistert naar de religieuze leider.
Fantasie met paarden
Een dag na het vrijdaggebed zijn de paarden nog mooier versierd voor de fantasia. Fantasia’s zijn paardenwedstrijden, waarbij de dieren en de ruiters op hun mooist zijn uitgedost. In Kameroen is die praal nog erg authentiek en bijna middeleeuws: de mannen rijden zo hard ze kunnen over een bepaalde afstand, gewapend met speren of geweren, en groeten op het eind de notabelen.
Langs de weg staan honderden mensen geestdriftig toe te kijken. Ook de lokale koning legt een ereronde af. Alles oogt een beetje woest, maar het is ook erg gestileerd. In andere landen, zoals in Marokko, is deze kunst meer gesofisticeerd, met tornooien en ook vrouwelijke ruiters. Hoe dan ook is dat feest in Kameroen een mix van oude tradities, krijgskunst, riten en spektakel. Alleszins iets om nooit te vergeten.
Bron: Weekend Knack
Foto: © Crown copyright 2001
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier