Ecoblogger Elisabeth Van Lierop: ‘Het is bevrijdend om af te kicken van fast fashion’

Elisabeth Van Lierop
Lotte Philipsen
Lotte Philipsen Journalist KnackWeekend.be

Het is menens: de EU wil dat we afstappen van vervuilende mode en volop kiezen voor circulariteit, milieuvriendelijke concepten en ethische productie. Om hun strategie kracht bij te zetten lanceren ze een campagne ‘ReSet the Trend’. Elisabeth Van Lierop is de Belgische ambassadeur. ‘Ik shop al tien jaar tweedehands.’

Als Belgische ambassadeur van de campagne draagt Elisabeth Van Lierop haar steentje bij door haar volgers te informeren over de plannen van de EU. Al jarenlang blogt ze over plantaardige voeding, maar ook op andere vlakken probeert de mama van drie zo min mogelijk bij te dragen aan klimaatopwarming en milieuvervuiling.

In het debat dat de campagne inleidde, vertelde antropologe en oprichter van Future Footwear Foundation Catherine Willems iets wat bij Elisabeth een gevoelige snaar raakte: ‘Ze maakte er ons attent op dat het idee dat we actie moeten ondernemen om de planeet te redden eigenlijk niet klopt. De planeet zal wel blijven bestaan, het zijn wij, de mensen, die we moeten redden. Als mama van drie jonge kinderen komt dat binnen. Het is hun toekomst die gevaar loopt als we het tij niet keren.’

De EU geeft met de Green Deal een signaal dat er ook vanuit de overheden concrete doelstellingen nodig zijn. ReSet the Trend kadert in dit actieplan. Waar staat de campagne precies voor?

Elisabeth Van Lierop: ‘Het is een campagne van de EU die werd gelanceerd in zes landen met als doel allemaal samen te werken aan een duurzamere modesector. De Commissie hoopt met de strategie een reset te veroorzaken, waardoor we allemaal anders en beter met mode omgaan. Het doel is dus minder vervuilen en kledingarbeiders een eerlijk, leefbaar loon betalen. Tegen 2030 moet duurzame mode de norm zijn in Europa.’

Hoe willen ze dat realiseren?

‘Het plan is best ambitieus, ik ben heel benieuwd hoe dit zich gaat vertalen naar wetgeving. De EU wil onder meer dat merken verantwoordelijk blijven voor het afval dat hun producten voortbrengt. Persoonlijk zou ik het fantastisch vinden als dit resulteert in een ‘buy back’-verplichting, waarbij merken afgedankte of versleten kleding van hun klanten terug moeten nemen en verplicht worden om hiermee aan de slag te gaan. Hopelijk drijft dit merken richting slimmer design, betere kwaliteit en recyclage van materialen.

Elisabeth Van Lierop

Een ander veelbelovend voorstel vind ik het paspoort voor kleding. Elk kledingstuk zou, net zoals burgers, een eigen identiteitskaart krijgen. Dat paspoort geeft je als klant informatie over de samenstelling van het materiaal en hoe het kledingstuk geproduceerd werd. Dat is ook heel nuttig voor het opschalen van textielrecyclage. Momenteel wordt slechts één procent van kleding opnieuw gerecycleerd tot nieuwe kledingstukken. Als we perfect weten welke materialen gebruikt zijn in een kledingstuk, gaat het recycleren vlotter.

Fast fashion is iets waar je echt van moet afkicken. Bij iedere aankoop krijg je een kick. Het positieve gevoel ebt echter snel weg, waardoor je telkens opnieuw moet gaan shoppen om een boost te voelen.

Ik heb gevraagd waarom België een van de zes landen is die werden gekozen door de EU voor deze campagne. Wat blijkt? Onderzoek toont aan dat er in ons land een vrij grote discrepantie is tussen wat de bevolking weet over duurzame mode en hoe ze handelen. Met andere woorden: er is veel info en mensen willen ook graag duurzaam gekleed gaan, maar zijn nog drempels die ervoor zorgen dat Belgen toch niet zo duurzaam consumeren.

Ik ben psycholoog van opleiding en vind het interessant om hierover na te denken en studies over te lezen. Hoe is het mogelijk dat mensen weten dat de huidige kledingproductie milieuvervuilend is en gepaard gaat met moderne slavernij, maar toch de andere kant opkijken?’

Heb je zelf enig idee waar die discrepantie vandaan komt?

‘Ik denk dat de kloof tussen weten en handelen te maken heeft met de link tussen mode en status en identiteit. Uit studies weten we dat het heel menselijk is om niet minder te willen hebben dan ‘de ander’. Zo is er een experiment waaruit blijkt dat mensen liever tien euro ontvangen wanneer de ander vijf euro krijgt dan vijftien euro wanneer de ander twintig ontvangt. We spiegelen ons aan anderen en nemen daardoor soms beslissingen die achteraf gezien niet logisch zijn.

Het zou jammer zijn als innovatie in de sector stilvalt. Daarom koop ik bewust soms stuks die in eerlijke omstandigheden werden gemaakt door een bedrijf dat onderzoek doet naar de meest milieuvriendelijke productiemethoden.

Daarnaast krijgen we via reclame de boodschap dat we altijd opnieuw nieuwe dingen nodig hebben. Gaan shoppen wordt geadverteerd als een leuke activiteit die dient om jezelf te verwennen omdat je hard hebt gestudeerd of gewerkt. Op die manier krijgt kleding het aura van een welverdiende beloning. Misschien niet onlogisch dat een samenleving waar werkethiek hoog op de agenda staat veel mensen voortbrengt die nood hebben aan ontspanning en beloningen? De burn-out- en depressiecijfers in België liegen er niet om: er is nog heel wat werk aan de winkel wat betreft mentale gezondheid in ons land.

Mode is ook iets waar mensen hun identiteit mee uitdrukken. Dat zou onschuldig kunnen zijn, maar wanneer trends elkaar snel opvolgen en je dus ieder seizoen nieuwe kleding nodig hebt om erbij te horen, wordt het problematisch. Hier tegenin gaan vergt enorm veel wilskracht, tijd en inzicht.’

Is dat een gevoel dat je herkent?

‘Absoluut. Fast fashion is iets waar je echt van moet afkicken. Bij iedere aankoop krijg je een kick. Het positieve gevoel ebt echter snel weg, waardoor je telkens opnieuw moet gaan shoppen om een boost te voelen. Op die manier worden consumenten verslaafd aan shoppen. Tien jaar geleden heb ik zelf bewust afstand genomen van fast fashion. Het duurde een tijdje voor ik aan de lokroep van soldenkoopjes bij ketens kon weerstaan, maar toen ik eindelijk die klik had gemaakt voelde het als een bevrijding.

Ik ben ervan overtuigd dat we met z’n allen meer moeten minderen.

Het mechanisme achter fast fashion en snel wisselende modetrends is enorm hardnekkig. Dat wordt ook versterkt door sociale media. Je bent elke keer dat je op je telefoon scrolt maar één klik verwijderd van een webshop. Onze hersenen zijn niet opgewassen tegen het slimme algoritme dat ons telkens opnieuw verleidt om te kopen.’

De Europese modestrategie is erg streng voor fast fashion. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, noemt het vergif voor onze planeet en het gezamenlijke doel luidt: ‘Drive fast fashion out of fashion’. Is dit een motto waar je je achter kunt scharen?

‘Als we de klimaatopwarming willen aanpakken, moeten we fast fashion aan banden leggen. Iedere seconde wordt er een vrachtwagen vol afgedankt textiel op de afvalberg gedumpt. Gemiddeld genomen wordt een kledingstuk al na zes à tien keer dragen afgedankt. Dat is waanzinnig snel.

Wanneer fast fashion ingezet wordt om kort op de bal te spelen en in te schatten wat consumenten nodig hebben, kan ik het nut ervan inzien. Zo wordt er enkel gemaakt wat mensen echt willen. Helaas is het concept volledig ontspoord en wordt er veel te veel geproduceerd. Tussen 2000 en 2015 verdubbelde de kledingproductie wereldwijd. Enerzijds zitten de merken zelf met enorme overschotten, anderzijds zet het consumenten aan om meer te kopen dan ze nodig hebben. Het is prima als een bedrijf inspeelt op de noden van de klant, maar wanneer het bedrijf zelf die noden gaat creëren en zonder remmingen produceert, krijgen we een heel ander verhaal.’  

Via je blog en Instagramkanaal inspireer je om duurzamer te leven. Ook voor ReSet the Trend spreek je je volgers aan. Hoe pak je dit thema aan?


‘Op zich is duurzamer leven niet moeilijk, maar de problemen in de modesector zijn wel complex. Op Instagram kan je niet alle kanten van het verhaal tonen. Je wil je volgers ook niet verwarren. Het is met andere woorden een zoektocht om de balans te bewaren tussen genuanceerd informeren en inspireren. Ik probeer het verhaal echt vanuit mezelf te vertellen. Het helpt mij om mee te geven wat je als individu kunt doen en wat je daar zelf ook bij te winnen hebt. Van daaruit belicht ik het grotere plaatje. Ik hoop ook dat mijn volgers zien dat duurzaam leven echt leuk kan zijn. Zo ervaart ons gezin het in ieder geval.’

Zelf kies je resoluut voor zoveel mogelijk tweedehandskleding voor jezelf en je kinderen.

‘Inderdaad. Voor mij is dit de meest logische optie. Af en toe koop ik iets nieuws, van een duurzaam merk, maar voor de rest is alles in onze kledingkast tweedehands. Ik ben ervan overtuigd dat we met z’n allen meer moeten minderen.

Er zijn nog vooroordelen verbonden aan tweedehandskleding. Voor veel mensen betekent tweedehands automatisch vintage of retro. Als dit een stijl is die je niet ligt, zal je sneller grijpen naar nieuwe kleren. Nochtans zijn er ook heel wat kanalen en winkels waar je wel degelijk hedendaagse mode kunt shoppen. Zowel voor kinderen als volwassenen. Het is even zoeken, maar het aanbod is heel groot.

Elisabeth Van Lierop

Het valt me ook op dat weinig mensen geven om wat je aanhebt. Toen ik pas begon te daten met Tijs, mijn man, droeg ik constant hetzelfde. Dat heeft hem niet afgeschrikt (lacht). Uiteraard is het leuk om een complimentje te krijgen over je outfit, maar dat hoeft toch niet iedere keer?

Je persoonlijkheid laten spreken door middel van je kleren is zeker oké, maar het is geen verplichting. Dat is raad die je niet vaak hoort, want daar kan je niets mee verkopen. Bovendien zegt het ook iets over je persoonlijkheid als je kleding past bij je waarden. Wanneer je kiest voor tweedehands, kleding lang dragen en het herstellen van wat je al hebt, kleeft er geschiedenis aan je kleren. Je schrijft zo je eigen verhaal, zonder het verhaal te moeten vertellen dat het merk bedacht heeft.

Tijdens de lancering van de ReSet the Trend-campagne ontmoette ik de andere ambassadeurs, onder andere uit Griekenland, Spanje, Oekraïne en Denemarken. Elk hadden ze hun eigen invulling gegeven aan duurzame mode. Je had de minimalisten, zoals ik, maar er waren ook mensen bij die heel extravagant en kleurrijk gekleed waren. Zo zag ik een vestje dat door de draagster versierd was met prachtige borduursels. Ze had er wekenlang aan gewerkt en had tekeningen gekozen die pasten bij haar leefwereld. Een andere ambassadrice had een hemd aan van een Litouwse ontwerpster dat je op duizend-en-een manieren kunt dragen. Er is niet één weg naar duurzaamheid.’

Er zijn inderdaad veel opties. Allemaal met hun eigen voor- en nadelen.

‘Klopt. Als ik kijk naar de tweedehandsmarkt zie ik heel wat goede evoluties, maar ook valkuilen. Zolang tweedehands kledingstukken nieuw geproduceerde items vervangen zijn we goed bezig. Hergebruik is altijd goed nieuws. Wanneer het echter een en-en-verhaal wordt, komen we in de problemen. Het is heel gemakkelijk geworden om je eigen kleren opnieuw te verkopen via online kanalen. Dit kan mensen aanzetten tot overconsumptie. Meer nieuwe kleding kopen omdat het gemakkelijk doorverkocht kan worden spoort merken aan om meer te produceren en zorgt voor heel wat pakketjes die tijdens het verzenden ook CO2 uitstoten. 

Ik ben heel blij dat de EU valse claims van merken aan banden wil leggen: beweren dat je eco producten verkoopt als je daar geen bewijzen voor hebt kan boetes opleveren.

Jammer genoeg blijft fast fashion en ultra fast fashion nog steeds heel goedkoop, soms zelfs goedkoper dan tweedehandsmode. Ik begrijp dat mensen dan geneigd zijn om een keten binnen te stappen en daar een nieuwe garderobe te shoppen in plaats van op zoek te gaan naar tweedehandsalternatieven. Zeker voor fulltime werkende mensen met een druk leven is dat de weg van de minste weerstand.’

Af en toe koop je een nieuw kledingstuk van een duurzaam merk. Doe je dat bewust of uit noodzaak omdat het moeilijk is alles tweedehands te vinden?

‘In principe kan ik bijna alles tweedehands kopen, behalve ondergoed. Toch kies ik er inderdaad bewust voor soms een stuk te kopen van een duurzaam merk.

Het is hoopvol om te zien dat sommige merken de uitdaging aangaan om het systeem te veranderen. Door zo’n stuk te kopen wil ik tonen dat ik hun aanpak steun. Het zou jammer zijn als innovatie in de sector stilvalt. Daarom koop ik bewust soms stuks die in eerlijke omstandigheden werden gemaakt door een bedrijf dat onderzoek doet naar de meest milieuvriendelijke productiemethoden.’

Hoe kom je bij deze merken terecht?

‘Via mijn volgers krijg ik veel vragen over welke merken duurzaam zijn. Ze zien het bos niet meer door de bomen en geraken verstrikt in greenwashing. Ik ben daarom ook heel blij dat de EU valse claims van merken aan banden wil leggen: beweren dat je eco producten verkoopt als je daar geen bewijzen voor hebt kan boetes opleveren. Modemerken zullen moeten aantonen wat hun claims waard zijn.

Via websites zoals het internationale Good On You en het Belgische COSH! kan je merken vinden die voldoen aan verschillende duurzaamheidsparameters. Als je iets nieuws wilt kopen, is zo’n platform heel handig om na te gaan waar je terecht kunt. Zij hebben de research al gedaan voor jou.’

‘Als ik niets vind in mijn eigen kledingkast of die van mijn zussen ga ik op  zoek naar “nieuwe” tweedehandsstuks bij deze online en fysieke shops. De tweedehands shoppingkaart met Antwerpse adressen van COSH! is alvast een goed begin.’:

Hier shopt Elisabeth Van Lierop tweedehandsmode

De Europese textielconsumptie staat op de vierde plaats van de sectoren met de grootste impact op het milieu en de klimaatverandering, na voedsel, huisvesting en mobiliteit. Op het vlak van water- en landgebruik is het de sector met de derde grootste impact en de vijfde op gebied van primaire grondstoffen en CO2. Gemiddeld gooit de Europese burger elf kilogram textiel per jaar weg. Wereldwijd wordt iedere seconde een vrachtwagenlading textiel gestort of verbrand. De wereldwijde textielproductie is tussen 2000 en 2015 bijna verdubbeld, en naar verwachting zal de consumptie van kleding en schoeisel tegen 2030 met 63 procent toenemen. De negatieve gevolgen voor hulpbronnen, water, energieverbruik en het klimaat blijven toenemen.

Om duidelijk te maken dat het zo niet verder kan, heeft de EU in de lente van 2022 een duurzame en circulaire modestrategie voorgesteld. Deze langverwachte strategie kadert in de Europese Green Deal. Het gaat om een ambitieus plan, waarvoor de Europese Commissie zowel consumenten en bedrijven wil aanspreken en informeren als de sector wil reguleren. Concreet hoopt de EU onder meer greenwashing aan banden te leggen, een productpaspoort voor kledingstukken te introduceren, ecodesign, hergebruik en reparatie te stimuleren en ethische productiemethodes te verplichten.

Waarom is een reset nodig?

De campagne ReSet the Trend gebruikt met opzet niet de woorden ‘groen’ of ‘duurzaam’ omdat het brede publiek deze termen beu is én wantrouwt. Greenwashing is een van de boosdoeners. De EU wil bedrijven die zich groener voordoen dan ze zijn dan ook bestraffen. Om op sociale media te communiceren over de plannen gebruiken de EU en de ambassadeurs de hashtag #ReFashionNow

#ReFashionNow?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content