De mode van Amerikaans ontwerper John Varvatos heeft een hoog rockgehalte. “Ik kan niet werken zonder muziek.”

Ik ben absoluut een muziekjunkie”, zegt John Varvatos in een duister café in Milaan, waar hij de avond voordien zijn wintercollectie heeft geshowd. Het is een donkere, koude zondagmiddag, eind januari. De ontwerper (56) draagt zwart. “Ik sta op en ga slapen met muziek. Ik kan niet werken zonder.”

Geen wonder, kortom, dat Varvatos het etiket heeft van rockdesigner. “Toen ik destijds mijn eigen merk begon,” zegt hij, “was dat nochtans anders. Mijn stijl was aanvankelijk iets romantischer. Dat is veranderd toen ik in 2005 muzikanten in mijn advertentiecampagnes ben beginnen opvoeren. Omdat het klopte.” Alice Cooper heeft voor hem geposeerd, en Iggy Pop, en de heren van Franz Ferdinand. Dit seizoen heeft Varvatos Dave Matthews gestrikt. Hij vindt dat livemuziek weer net zo belangrijk is geworden als tijdens de hoogdagen van de rockgeschiedenis, en de Matthews Band is in de VS een van de populairste live-acts.

“Er zijn gewoon veel muzikanten die mijn kleren dragen, in alle leeftijdsgroepen. Ik denk dat die jongens me respecteren, dat ze begrijpen dat mijn passie voor muziek echt is.”

“Mode en rock-‘n-roll zijn altijd verstrengeld geweest. En dat is nu meer dan ooit het geval. Artiesten begrijpen dat het belangrijk is hoe ze eruitzien op de scène, en hoe sterk het effect van een look kan zijn. Neem Steven Tyler en Joe Perry van Aerosmith. Die mannen zijn de vijftig ver voorbij, maar ze willen absoluut cool blijven. Je zult hen nooit zien in baggy broek en vormloos T-shirt. Vorig jaar ben ik naar de reünie van Cream gaan kijken. Jack Bruce zag er nog echt uit als een rockster, maar Eric Clapton leek het zich allemaal niet meer aan te trekken, die had zich laten gaan. Tijdens een optreden wil je toch in het universum van een artiest worden getrokken ? Kleren, of tenminste : de juiste look, hebben daarbij een grote rol. Anderzijds zie je natuurlijk nogal wat performers die er cooler uitzien dan dat ze klinken.”

Concerten in de winkel

De passie van John Varvatos voor rock gaat ver. Hij ontwerpt een capsulecollectie in samenwerking met de Ramones Foundation : zwartlederen jekkers, T-shirts, jeans en accessoires met de beeltenissen van Dee Dee, Johnny, Joey en co.

En hij is eigenaar van CBGB’s, de beruchte wieg van de Amerikaanse punkbeweging aan de Bowery in New York. De voormalige bar en club is nu het vlaggenschip van Varvatos, met een Captain Fantastic-flipper en gouden platen van Alice Cooper aan de muur. “Zonder mijn tussenkomst was CBGB waarschijnlijk al lang vervangen door een Starbucks of een bankfiliaal.” De bar zat al twee jaar achter slot en grendel toen Varvatos er veeleer toevallig, beweert hij, zijn oog op liet vallen. “Ik liep er op een dag voorbij en ik zag dat het interieur volledig was weggestript. Ik vond dat jammer. Toen kreeg ik plots een ingeving : waarom geen zaak onderbrengen in CBGB’s ? Ik wist dat ik gelijk had toen ik de avond voor de opening twee kids uit Amsterdam met rugzakken voor de deur op het trottoir vond. De club had voor die jongens nog altijd een mythische betekenis.” Varvatos organiseert er nu elke eerste donderdag van de maand een concert. “Dan schuiven we de kleren aan de kant, zodat je niet het gevoel krijgt dat je in een winkel staat. De toegang is gratis, de cocktails ook, maar je kunt wel beter reserveren.” Hij inviteert hoofdzakelijk jonge bands. Maar ook Guns & Roses hebben er opgetreden. Zij het dan wel, geeft de ontwerper schoorvoetend toe, achter gesloten deuren, tijdens de modeweek van New York (in normale omstandigheden, verzekert hij, is iedereen welkom).

Varvatos is opgegroeid in Detroit, het hoofdkwartier van Motown (voor dat platenlabel in de late sixties naar Hollywood verhuisde) en de oerpunkgroep MC5. “Het was toen al een harde stad. Detroit liep leeg, de fabrieken sloten. Er was veel angst en veel agressie. We hadden het niet breed. We woonden met zeven mensen in een te klein huis. Drie slaapkamers, een minuscule badkamer. Ik luisterde voortdurend naar muziek met een hoofdtelefoon. Ik hing rond in platenwinkels, ik ging naar clubs, naar concerten. Ik was echt een rockfan : de Stones, Led Zeppelin, The Who. Ik hield niet echt van The Beatles, pop was veel minder aan mij besteed.”

Ralph Lauren

“Toen ik nog op de middelbare school zat, ben ik beginnen te werken in een zaak voor mannenkleding. Ik was verkoper, werkte veertig uur per week. Zo heb ik mijn opleiding betaald : wetenschap, aan de Eastern Michigan University in Ann Arbor, even buiten Detroit, de stad van Iggy Pop en de Stooges. Ik heb een tijd lesgegeven, maar nooit echt mijn draai gevonden. Als verkoper was ik gefascineerd geraakt door mode, en in 1980 ben ik een eigen winkel begonnen.” Drie jaar later verkocht hij zijn aandeel in Fitzgerald’s om in Chicago regional sales manager te worden voor Ralph Lauren. Dat deed hij zo goed dat het bedrijf hem vroeg naar het hoofdkwartier in New York te komen.

“Ik heb vijf jaar bij Ralph Lauren gewerkt als hoofd merchandising. Terzelfder tijd volgde ik de avondcursussen van het Fashion Institute of Technology : illustratie, patronen maken, tailoring. Ik was 29 toen ik eraan begon.” Diploma op zak kwam Varvatos terecht bij Calvin Klein, waar hij zich ontfermde over achtereenvolgens de ondergoedbusiness en, als chef ontwerper, de mannencollecties. “Ik heb er alles geleerd over marketing en business. Dat je een imago moet creëren, een lifestyle, maar dat je ook meer toegankelijke producten nodig hebt, voor een groot publiek.” Van Calvin Klein keerde hij terug naar Ralph Lauren, waar hij hoofd van de ontwerpafdeling werd, en de lijn Polo Jeans Co opstartte. In 1999 begon hij voor zichzelf. “Ik stond bij Barney’s New York, het warenhuis, naar kleren te kijken. En ik zag alleen maar zwart. Het was de periode van Helmut Lang, van Jil Sander. Alles leek op elkaar. Mij leek het een perfect moment om iets anders te doen. Een week later heb ik ontslag genomen. Ik stond, en sta, erg dicht bij Ralph, en het heeft nog enkele maanden geduurd voor ik effectief vertrokken ben. Hij zag me als zijn opvolger. Hij begreep niet dat ik zelf iets wou doen. Ralph, zei ik, ik méén het. En hij zei, ik zal je steunen, maar alleen als je iets nieuws te vertellen hebt. Hij is de allergrootste.”

John Varvatos ziet zijn eigen bedrijf niet even groot worden als dat van Lauren. “Ik denk niet echt in die termen. Ralph heeft veel meer de mentaliteit van een wereldveroveraar. De grootste worden, dat interesseert me niet echt. Ik wil doen wat ik graag doe, trouw blijven aan mezelf. Ik wil niet overal logo’s op gaan plakken. Ik heb enorm veel respect voor de Belgische ontwerpers. Voor Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Martin Margiela. Die zijn eigenzinnig, en raken er weg mee. Wat sommige Japanners maken is fantastisch, maar het leunt soms meer bij de kunst aan. Ik wil geen kunst maken. Maar die mensen werken wel vanuit hun hart, en dat kun je alleen maar bewonderen.”

Intussen werkt hij aan de verovering van Europa (“Alles valt stilaan in de plooien, maar er is nog enorm veel potentieel”) en aan de volgende collectie, de volgende show : een nieuw album voor Varvatos, het liefst boordevol hits.

Door Jesse Brouns

“Artiesten begrijpen dat het belangrijk is hoe ze eruitzien op de scène, en hoe sterk het effect van een look kan zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content