Mannen in de zorgsector: ‘Ik ben dubbel gemotiveerd om te tonen wat ik waard ben’
Mannen vormen minder dan een vijfde van het personeel in de zorgsector. In sommige beroepen zijn ze ook in 2021 nog echte buitenbeentjes. ‘Op mijn eerste dag vroeg een docent of ik wel in de juiste les zat.’
Dimitri Houbrechts, huishoudhulp
Ex-kapper Dimitri (26) is een van de twintig poetsmannen van Easy Life, op een totaal van drieduizend huishoudhulpen.
‘Toen ik 3,5 jaar geleden werk zocht, lag de oplossing voor de hand: ik hield het thuis graag proper en netjes, opruimen was een plezier en ik was er goed in, dan kon ik er evengoed mijn beroep van maken. De kappersstiel had ik toen wel gezien. Dagelijks meerdere klanten, elk met hun verhaal, een werkomgeving met veel afleiding: dat was het niet voor mij. Ik wil gewoon in alle rust mijn werk kunnen doen. Nu bezoek ik in een week tien gezinnen en heb ik ook korte gesprekken en koffiepauzes, maar mijn planning en streefdoel komen nooit in het gedrang. Alle vuil verdwenen, de was mooi gestreken en geplooid, een klant die zegt ‘fantastisch’: dat geeft een kick.
Gaat een man dat wel even goed doen, vragen sommigen zich af.
Of je een man of een vrouw bent, heeft volgens mij geen belang in dit beroep. Ik wilde vooral iets doen wat me ligt en wat levenskwaliteit schenkt. Ik heb inspraak in mijn werkuren, mijn weekends en vrije tijd zijn echt van mij, ik sta zelden voor verrassingen – dat maakt een groot verschil. Af en toe reageert een klant hoogstens wat onwennig bij de eerste ontmoeting, want de verwachting is nog altijd dat een huishoudhulp een vrouw is. Gaat een man dat wel even goed doen, vragen sommigen zich af. Maar dat stoort me niet, integendeel: dan ben ik dubbel gemotiveerd om te tonen wat ik waard ben.’
Steven Van Campenhout, vroedman
De afdeling materniteit van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen telt in totaal 35 vroedkundigen. Steven (34) is de enige man van het team.
‘Ik heb altijd geweten dat ik in de zorgsector wilde werken. Als kind leefde ik intens mee met de vele geboorten in de familie, dat heeft er mee voor gezorgd dat ik ten dienste wilde staan van jonge mama’s. Als student verpleegkunde werd het me afgeraden om verloskunde te gaan volgen: een vroedman, dat zouden vrouwen niet willen. Daardoor werkte ik eerst enkele jaren op de spoedafdeling en op intensieve zorg. Toen ik in 2015 toch aan de opleiding begon, vroeg een docent me op mijn eerste dag of ik wel in de juiste les zat. (lacht)
Als man werk ik heel bewust aan een vertrouwensband met de mama’s die ik begeleid. Zo vraag ik hun voor elke handeling om hun toestemming en benadruk ik dat ze me te allen tijde hun grenzen mogen aangeven. Als een vroedman niet kan, om culturele of religieuze redenen, hoor ik dat dus het liefst van de vrouw zelf. Niet dat mannen vaak bezwaar maken tegen mijn aanwezigheid. Een andere man die toont hoe je goed zorgt voor je vrouw en baby: voor kersverse papa’s is dat vaak een geruststelling.
Mensen denken vaak dat vroedvrouwen enkel blije momenten beleven of vooral baby’s wassen en knuffelen, maar de uitdaging is groot, fysiek Ć©n emotioneel. Drama’s als een doodgeboorte of een zwangerschapsonderbreking om medische redenen kan ik soms moeilijker plaatsen dan wat ik op intensieve zorg zag. De blijdschap in de ene kamer, het immense verdriet in een andere: de grote emoties maken er een intense job van.’
Stijn Peeraer, kinderbegeleider
Mannen zijn uiterst schaars in de kinderopvang. Stijn (39), vroeger arbeider in de autosector, noemt het zijn ware roeping.
‘Mijn vrouw Linsy had meteen door dat deze job me op het lijf geschreven is. Zelf zou ik daar nooit opgekomen zijn: ik had er op mijn achttiende voor gekozen om in de fabriek te gaan werken en daar was ik gelukkig. Tot ik op mijn 22ste Linsy ontmoette. Zij studeerde voor kleuterleidster en zag dat ik handig was met kinderen. Nadien hield ze voet bij stuk: ik moest iets met kinderen gaan doen. Ze had overschot van gelijk, ik kan me niets anders meer voorstellen.
Ons kinderdagverblijf Snuffel opende in 2008. We volgden samen de nodige cursussen en bijscholing en zijn na al die jaren perfect op elkaar ingespeeld. Sommige ouders van onze baby’s en peuters komen voor de familiale sfeer of vinden het gezond dat er ook een man aanwezig is, maar van een echte rolverdeling is geen sprake: de verzorgende taken zijn voor ons allebei. We weten uiteraard wat we aan elkaar hebben: voorlezen is meer Linsy’s sterkte, ik ben veeleer het type van de grappen en de grollen. Het enige waar ik niet in uitblink, zijn hevig bloedende wonden – die hoef ik niet per se. (lacht)
Ik heb altijd graag plezier gemaakt met de collega’s en luiers verschonen is soms ook bandwerk, maar het verschil met vroeger is groot. Het gevoel van voldoening dat we krijgen door onze kindjes en hun ouders: dat kende ik niet. Je moet uiteraard wel wat drukte aankunnen en eindeloos veel geduld hebben. Andere mannen vinden het altijd chic van mij, maar zeggen er meteen bij dat het niets voor hen zou zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier