Waarom het feminisme nood heeft aan meer mannen: ‘Als je niet werkt aan een oplossing, ben je deel van het probleem’

. © Getty Images

Mannen aan het woord laten op Internationale Vrouwendag, wat een idioot idee is dat. Nee, integendeel. De problemen die op 8 maart aangekaart worden, zijn problemen van de hele maatschappij, niet alleen van vrouwen. En dus zijn mannelijke bondgenoten cruciaal voor echte verandering.

‘Als morgen alle vrouwen ter wereld perfect geïnformeerde, doordachte, strijdvaardige feministes zijn, zal een probleem zoals seksisme of geweld tegen vrouwen dan plots opgelost zijn? Dat denk ik niet. We moeten daarom ook naar de mannen kijken, en sleutelen aan manieren om hun gedrag en houding te veranderen. Dat voelt contra-intuïtief en lastig, maar zonder mannelijke bondgenoten krijg je de problemen waar vrouwen mee te maken hebben niet uit de wereld’, Jad Zeitouni, hier aan het woord, is zo’n broodnodige bondgenoot. Elders op de site leest je een interview met hem.

De vrouwenbeweging moet inderdaad iedereen betrekken, stelt ook Kim De Weerdt, directeur van de Vrouwenraad. ‘We moeten op micro, macro en meta-niveau voor verandering gaan. Op microniveau wil dat zeggen vrouwen informeren en versterken als ze voor verandering strijden. Dat is de laatste eeuw vrij goed gelukt, ook al zie je dat vrouwen, bijvoorbeeld bij een crisis zoals nu, een kwetsbare groep blijven. Op macroniveau moeten we ook mannen engageren voor verandering. Armoede, seksualiteit, afkomst, religie, een beperking, bijna iedereen past wel binnen een of andere minderheid, en is dus beter af in een rechtvaardiger maatschappij. Tenslotte moeten we op metaniveau kijken naar het systeem waar we in leven, en welke problemen dat geeft. Om dat in vraag te stellen en oplossingen te vinden, hebben we echt iedereen nodig.’

Tegen onverschilligheid

‘Wij werken ook met mannen en rond mannelijkheid’, vertelt ook Bieke Purnelle, co-directeur van Rosa vzw. ‘Daarbij zijn twee dingen van belang. Eerst en vooral is er het gegeven dat vrouwen vandaag nog benadeeld zijn. En net als bij andere ‘strijden’ die geleverd worden rond discriminatie, verwacht je van iedereen in de maatschappij dat die mee tegen een onrecht vecht als hij dat als een onrecht ziet.’

Iets waar de Congolese gynaecoloog en activist dokter Denis Mukwege over schrijft in zijn recente boek De Kracht van Vrouwen. ‘Ik kom op voor vrouwen omdat ze mijn gelijken zijn, omdat vrouwenrechten mensenrechten zijn en ik verontwaardigd ben over het geweld dat mijn medemensen wordt aangedaan. We moeten samen met vrouwen vechten. (…) We hebben meer actieve deelnemers nodig in de strijd voor gendergelijkheid. Mannen zouden niet bang moeten zijn voor onbegrip of het gevoel hebben dat ze zich, zoals ik ooit, moeten rechtvaardigen wanneer ze opkomen voor hun zussen, dochters, vrouwen, moeders, vriendinnen en andere medemensen.’

Belangrijk, schrijft Mukwege, want het gevecht is niet eenvoudig. ‘Het is langetermijnwerk, en soms gaat het frustrerend traag. Als dokter kan ik een diagnose stellen van de bron van het probleem en het daarna oplossen met een behandeling of operatie. Als activist heb ik te maken met een strijd om gedachten, zienswijzen en gedrag te veranderen. Het gaat niet om een gevecht tegen een ziekte, maar tegen een veel hardnekkiger tegenstander: discriminatie, onwetendheid en onverschilligheid.’ En dat kunnen vrouwen en activisten niet alleen, zo stelt hij duidelijk. ‘In elk land hebben mannen nog steeds een overweldigende greep op de politieke macht, en niet alleen via het ambt van premier of president. Hun invloed strekt zich uit tot de top van religieuze instituten tot organisaties op gemeenschapsniveau die vaak een grotere invloed hebben op persoonlijk gedrag dan verre nationale figuren.’

Beter voor iedereen

Daarnaast is er volgens Bieke Purnelle nog te weinig aandacht voor het feit dat een maatschappij beter wordt voor iedereen als ze rechtvaardig is. ‘Ook mannen lijden vandaag onder de manier waarop onze maatschappij naar vrouwen én mannen kijkt. Het beeld van mannelijkheid en wat dat inhoudt wordt door sommige mannen ook als verstikkend gezien. Of beledigend, als mannen gezien worden als ongeleide projectielen vol testosteron die alleen maar aan seks en voetbal denken. Het is dus ook in hun belang dat de maatschappij verandert. Laten we kijken naar schandalen rond grensoverschrijdend gedrag. Er wordt geschreven over individuen, over Ajax en The Voice, of over de academische wereld, maar men ziet zo over het hoofd dat dit een wijdverspreid maatschappelijk probleem is. Grensoverschrijdend gedrag zie je overal, het is deel van onze cultuur. We hebben dus een gedeelde verantwoordelijkheid, want die cultuur wordt door ons allemaal gemaakt.’

Veel heeft volgens Purnelle ook te maken met alertheid. ‘Toen #metoo losbarstte, kreeg je van veel mannen te horen dat ze helemaal niet beseften hoe alomtegenwoordig het probleem is. Tot op zekere hoogte zal dat wel zo zijn. Problematisch gedrag is vaak niet zichtbaar voor wie er niet het slachtoffer van is, en discriminatie en grensoverschrijdend gedrag zie je vaak niet in het ‘formele’ publieke leven, maar eerder in de schaduw. Het gaat ook vaak om micro-agressies, subtiel, maar daarom niet minder effectief.’

Niet over jou

Nogal wat mannen kijken met een sceptische bril naar alles wat van ver of dichtbij met gendergelijkheid en feminisme te maken heeft, want het gaat nogal vaak over het patriarchaat en wat mannen verkeerd doen. De cliché-reactie is dan ook wel eens: ja maar, niet alle mannen zijn ploerten/machtswellustelingen/viespeuken. Als we mannen willen engageren voor gendergelijkheid, moeten we volgens Purnelle eindeloos benadrukken dat het niet zozeer gaat over hoe individuele mannen zich gedragen, maar wel over maatschappelijke structuren en cultuur.

‘Uiteraard mag elke man vrolijk in houthakkershemd rondlopen en vuurtjes stoken, als je dat fijn vindt. Maar als de cultuur bepaalt dat dat het enige beeld van mannelijkheid is dat aanvaardbaar is, hebben we een probleem. Heel wat mannen zullen zich daar niet in vinden. Als maatschappij moeten we dus een meer divers manbeeld nastreven, waarbinnen alle individuen zich op hun gemak voelen. Misschien vind jij het niet nodig om meer vaderschapsverlof te krijgen dan nu wettelijk voorgeschreven is, maar vaders die wel veel tijd met hun pasgeboren kind willen hebben, moeten die mogelijkheid hebben.’

En onderschat het belang van die structuren en van sociale druk niet, benadrukt Purnelle. ‘Er zijn zeker vaders die het prima zouden vinden als hun zoon als pakweg een prinses naar carnaval op school wil. Maar ze beseffen dat niet iedereen is zoals zij, en dat er heel wat mensen toch moeilijk over gaan doen. Als ouder wil je je kind beschermen, en dus vraag je je zoon om toch voor een ridderpak te gaan. Dat is dus de kracht van cultuur en daar moeten zowel vrouwen als mannen hun schouders onder zetten als we dat willen veranderen.’

Weerstand

Ze zijn zeldzaam, de mannen die zich feminist noemen. Zelfs als ze 100 procent overtuigd zijn van het feit dat er een en ander hapert aan gendergelijkheid, zullen ze die badge niet snel opspelden. Dat merkten we ook toen we op zoek gingen naar bondgenoten om te interviewen, en er een aantal mannen die zich achter de schermen wel degelijk inzetten voor gendergelijkheid, toch liever niet met foto in een blad of op een website wilden komen. De weerstand is groot, weet ook Purnelle. ‘Toch wil ik ook focussen op de openingen die er wel zijn. Wij werken op vraag van scholen, overheden en organisaties, en zien dat de groep mannen en jongens die zich betrokken voelen groeit. Mannen die aan het Kerstdiner en de paastafel gesprekken op gang brengen, hoe moeilijk dat ook is.’ Cruciaal in het engageren van iedereen voor het feminisme, is volgens Purnelle opvoeding. ‘Heel wat denkbeelden over gender en rolverdeling zijn zeer hardnekkig. Leading by example is een cliché, maar het werkt wel. Als kinderen van jongs af aan zien hoe de volwassenen om hen heen anderen behandelen, zullen ze dat overnemen.’

Een pleidooi dat ook Denis Mukwege maakt. Hij schrijft zijn activisme onder andere toe aan het feit dat hij door zijn moeder verplicht werd om net als zijn zussen huishoudelijke werkjes te doen. ‘Mijn moeder wilde dat we onafhankelijk zouden zijn en voor onszelf konden zorgen, maar tegelijk gaf ze me een duidelijke boodschap mee: ik was niet beter dan mijn zussen. Zo groeien de meeste jongens niet op, vaak worden ze zich op jonge leeftijd al bewust van hun genderprivileges door hoe ze thuis behandeld worden, of door de relatie met hun zussen en andere meisjes van hun leeftijd. De genderhiërarchie is zichtbaar op duizenden kleine manieren en wordt versterkt in het leven van jongens en meisjes, van de vroegste jeugd tot de puberteit en volwassenheid. (…) We moeten dat ter discussie stellen en de invloed daarvan onderzoeken.’

Twee sporen

Niets is voor altijd verworven, stelt Purnelle, en ze ziet twee sporen. ‘Aan de ene kant is er een duidelijke positieve evolutie, waarbij we zien dat jonge mensen zich bewust zijn van de problemen en er iets aan willen doen. Aan de andere kant zien we ook een conservatieve strekking onder jonge gasten met een heel traditioneel beeld op de samenleving en gendernormen. In sommige landen zien we dat reproductieve rechten van vrouwen teruggedraaid worden. De hang naar conservatieve en autoritaire mannelijke leiders is angstaanjagend. We leven in onzekere, woelige tijden en elk van ons verlangt naar een gevoel van veiligheid. Alles wat afwijkt van de traditionele norm, wordt in vraag gesteld. Welke van de twee sporen gaat het worden op korte termijn? Ik heb geen idee.’

Denis Mukwege strijdt al decennia tegen geweld tegen vrouwen, niet alleen in Congo, maar wereldwijd. ‘Vrouwenrechten zijn echt niet alleen een zaak voor vrouwen, mannen moeten zich bij hen aansluiten. Ze moeten zich uitspreken tegen seksueel geweld, alternatieve modellen van man-zijn omarmen en uitdragen, en laten zien dat ze zowel sterk kunnen zijn als gevoelig, zowel moedig als begaan, veerkrachtig en emotioneel, en alles ertussenin. (…) Mannen moeten nu een nieuwe stap zetten, van passieve ondersteuning naar actieve deelname aan de maatschappelijke verandering die we nodig hebben. De verantwoordelijkheid om wetten te veranderen, gerechtigheid te eisen, misbruikers aan te geven, in gemeenschappen te werken en kinderen op te voeden mag niet alleen aan vrouwen overgelaten worden.” Mannen engageren doe je volgens hem niet door hen te verwijten dat ze domme vrouwenhaters zijn, maar door hen op hun verantwoordelijkheid, leiderschap en medemenselijkheid aan te spreken en vaders moeten op hun belang bij de opvoeding gewezen worden. ‘Vrouwen blijven de leiders en aanjagers van dit werk, maar vrouwenrechten zijn universele rechten. (…) Als je vandaag in de positie bent dat je macht en invloed hebt, kun je wat doen. En als je niet werkt aan een oplossing, ben je een deel van het probleem.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content