Portland-frontman Jente Pironet: ‘Eerlijk? Afscheid nemen: ik kan het niet, ik snap het niet’

© Karen Eloot

Jente Pironet (32), frontman van de dreampop-band Portland durft terug vooruit kijken na het pijnlijke vertrek van zijn frontvrouw Sarah Pepels in maart. Deze zomer siert de groep de affiches van onder andere Rock Werchter (2/7), Cactusfestival (8/7) en Pukkelpop (17/8).

“Eerlijk? Afscheid nemen: ik kan het niet, ik snap het niet. Neem nu mijn grootvader, mijn beste maat. Hij overleed al zeven jaar geleden en toch nam ik nog altijd geen afscheid. Integendeel, ik voel zijn persoonlijkheid en wat hij mij leerde nog zo fel dat ik Life’s forever op mijn arm liet tatoeëren.

Je kunt je voorstellen hoe zwaar ik Sarahs vertrek vond. En nog altijd vind, trouwens. Ik ben ontzettend trots op de hele crew dat we er eind april alweer stonden in de AB, maar nadien kreeg ik een naschok. Ik had dan ook zevenenhalf jaar intens met Sarah samen gespeeld en deels geleefd (ze waren een tijd een koppel, red.) terwijl ik nu zelfs niet weet of er ooit een verzoening komt – al hoop ik het natuurlijk wel. Wij tweeën hadden al zoveel overwonnen, maar nu ging het niet meer.

Lastig, ook omdat onze tweede plaat net klaar was, Liefde voor muziek op tv kwam en de AB wachtte. Halsoverkop moest alles herdacht en verwerkt worden, waardoor ik, gevoelsmens die ik ben, crashte. Ik moest een tijdje antidepressiva nemen en lag zelfs een week in het ziekenhuis. Mijn moeder zei: ‘Neem je tijd.’ Maar toen ik weken later alweer knock-out dreigde te gaan, hielp ze me letterlijk rechtop: ‘Komaan, Jente!’

Ik heb nog af en toe een paniekaanval of tranen, maar ik besef ook: ik ben een jonge dertiger.

Mijn moeder is kordaat en levenswijs. Ze scheidde van mijn vader toen ik acht was en in onze nieuw samengestelde gezinnen daarna was het vaak moeilijk, maar zij was zo liefdevol dat ze mijn zus en mij heel goed grootbracht. We bellen nu nog tot vijf keer per week, ook over háár twijfels en problemen. Dat is het fijne: er is minder hiërarchie dan vriendschap in onze relatie.

Pas op, ze zet me soms stevig op mijn nummer, hoor. Zo herhaalde ze de afgelopen maanden wat ze eigenlijk al heel mijn leven zegt: ‘Kijk toch eens vooruit in plaats van achteruit.’ Broodnodig, want ik word weemoedig van veranderingen en ben niet zo avontuurlijk dat ik ‘wow, cool!’ zeg als ik de toekomst zie aankomen. Ik vind die soms eerder een tsunami.

Deze keer zei ze het luider dan ooit: ‘Niet blijven steken in je verdriet, Jente. Wees fier op wat je doorstaan hebt en gebruik dat als wapen in de toekomst.’ Ze ging me zelfs concreet coachen – ‘heb je die mail al beantwoord?’, ‘heb je dat al geregeld?’ – waardoor ik alles begon aan te pakken. Zonder haar raad en zonder de al even enorme steun van mijn vriendin – zij en mijn moeder vormen een heel lief duo – had Portland er nu gehavend bij gelopen. We hadden nog niet zo’n goed ingewerkte zangeres gehad (Nina Kortekaas,red.) en ik had zeker niet zo naar de festivalzomer uitgekeken als nu.

Weet je, vroeger was dit een gezamenlijk project, terwijl ik nu als frontman omringd word door de band. Ik bedoel dat niet onbescheiden, hè. Het is gewoon dat ik tijdens try-outs en het fantastische AB-concert ontdekt heb dat ik in die rol kan groeien, iets wat ik nooit had voorzien. Mijn moeders advies klinkt dus misschien cliché, maar zodra ik het volgde, plukte ik er de vruchten van.

Ik heb nog af en toe een paniekaanval of tranen, maar ik besef ook: ik ben een jonge dertiger, ik ben pas gaan samenwonen met mijn vriendin, ik heb intense vriendschappen én muzikale perspectieven. Ik kijk dus maar beter vooruit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content