Geen Goudse kaas voor kunstpaus Theo van Doesburg

© .

Hij baalde van van Gogh en Goudse kaas, hield amper van Nederland, was minder nuchter dan Piet Mondriaan en toch een tijdje zijn zielsverwant: Theo van Doesburg, een Nederlandse kunstrevolutionair die 100 jaar geleden dweepte met Dada en De Stijl, en nu een schitterende hommage krijgt in Bozar.

Iedereen kent de kleurvlakrasters van Piet Mondriaan waar zelfs modelui als YSL mee dweepten. Nu zijn werk ontzettend hoge prijzen haalt, kan je nog moeilijk een tentoonstelling van zijn oeuvre samenbrengen. Dan is zijn kompaan Theo van Doesburg een uitstekend alternatief. Vergeleken met van Doesburg was Mondriaan best wel saai en minder kleurrijke dan zijn werk laat uitschijnen. Omdat Theo ook banden had met Belgen en echt een barricadestrijder van de avant-garde was, is hij een boeiende tentoonstellingsfiguur die je een beetje wegwijs maakt in al die kunststromingen van 100 jaar terug. Die eeuw was in een zucht voorbij, maar heeft zoveel veranderd.

Het “Zwarte Vierkant”.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland een oorlogsvrij eiland waar de kunsten min of meer konden blijven doorgroeien. Door de linkse revoluties gingen ook daar kunstenaars alles in vraag stellen over kunst en samenleving, ze waren uitgekeken op de burgerlijke belle époque, droomden van een nieuwe maatschappij en kunst, en trokken naar de metropolen Berlijn, Moskou en Parijs. Mondriaan en van Doesburg hadden de buik vol van Rembrandt, van Gogh en Goudse kaas, zoals ze het zelf zeiden en reisden naar Parijs.

Geen Goudse kaas voor kunstpaus Theo van Doesburg
© .

Ondertussen geraakten de Russen Vassili Kandinski en Kasimir Malevitsj in de ban van het abstracte schilderen. In ’13 verraste Malevitsj de wereld met zijn beroemde “zwart vierkant op witte fond”, zonder mensen of bomen op, hij borstelde cirkels en vierkanten. Zijn revolutionaire wind waaide over naar Nederland en Parijs. Mondriaan en van Doesburg gingen ook constructivistische tableaus schilderen. Het voorbeeld werd overal gevolgd, bijvoorbeeld ook door de Zwitserse Sophie Täuber-Arp die later, met haar man Hans Arp heel nauw bevriend geraakte met van Doesburg.

De Stijl

Samen andere kunstenaars, waaronder de Belg Georges Vantongerloo, stichtte Theo in 1917 De Stijl, het lijfblad van de constructivistische kunstenaars. Wij zaten nog in de loopgraven en bij ons had dit soort doorgedreven modernisme veel minder succes, hier eiste het expressionisme later alle aandacht op. Maar enkele Belgen verbleven wel in Nederland, zoals architect Huib Hoste die eveneens een artikel publiceerde in De Stijl en een architectuur ontwikkelde die nauw verwant was aan de grote tenoren van Doesburg, Oud en Rietveld. Zonder het zelf te beseffen lagen deze lui aan de grondslag van een volkomen nieuwe vormgeving met verstrekkende invloed op kunst, architectuur en design, want zonder De Stijl waren noch het Bauhaus, Le Corbusier en de door de Vlamingen nu nog geliefkoosde minimalistische blokkenarchitectuur denkbaar. Daarom blijft van Doesburg zo actueel.

Geen Goudse kaas voor kunstpaus Theo van Doesburg
© .

Does Dada, Piet Dada en Calvijn.

Die Nederlandse kunstenaars en vormgevers, want van Doesburg ontwierp ook decors, meubelen, glasramen, maakte ook foto’s en films, droomden van de “zuiverheid der kunsten”, kunst zonder franjes, versiering, ornamentjes of verwijzingen naar de natuur. Ze gingen veel verder dan hun Belgische en Franse kompanen, omdat ze, zoals wel eens wordt geschreven, door en door calvinistisch waren. Denk nu maar niet dat die hele avant-garde in Parijs met elkaar bevriend was, in tegendeel. Lang niet iedereen was wild van hun constructivisme. Mondriaan hield voet bij stuk tot aan zijn dood in 1944. Maar Theo van Doesburg ging al snel nieuwe horizonten verkennen en voelde zich ook al vlug thuis in de Dada-beweging die eveneens tegen alles was en aanvankelijk de abstracte kunst zeer genegen was. In brieven spraken ze elkaar aan als “Piet Dada” en “Does Dada”: stel je voor!

Geen Goudse kaas voor kunstpaus Theo van Doesburg
© .

Sleutelfiguur

Maar van Doesburg werd meer en meer “Dada” en samen met zijn vrouw Nelly, een avant-garde pianiste en danseres, trok hij overal rond, tot in het Bauhaus in Weimar, en gaf pamfletten uit, lezingen, optredens, sloot vriendschappen en maakte ruzie. Van Doesburg draaide films, ontwerp decors, zoals voor de feestzaal Aubette te Straatsburg en tekende zelfs een woonatelier voor zichzelf te Meudon (kan je eenmaal per maand bezoeken!). Hij was een kosmopoliet netwerker die beroemde namen aan elkaar linkte, van de Belgen Vantongerloo, Karel Maes, Marthe Donas, Huib Hoste en Jozef Peeters tot Hans Richter, Tristan Tzara en Kurt Schwitters, de tenoren Dada. Hij was ook een echte performer die jongleerde met pseudoniemen. Als dichter gebruikte hij I.K.Bonset (anagram voor ‘ik ben sot’) en als hij de Italiaanse futuristen benaderde deed hij dat onder de schuilnaam Aldo Camini.

Must see

Op de expo geniet je zowel van zijn prachtige abstracte glasramen, ontwerptekeningen, abstracte films, de originele magazines en al zijn dandy parafernalia. Het is een wonderbaarlijk verhaal dat destijds een beetje aan onze kunstscène voorbijging. Wie er helemaal weg van is bezoekt in Utrecht het Schröderhuis van Gerrit Rietveld, de feestzaal Aubette te Straatsbrug, het Gemeentemuseum in Den Haag en het atelier van Doesburg in Meudon-Val-Fleury, nabij Parijs, en natuurlijk tot 29 mei de expo Theo van Doesburg in Bozar te Brussel.

(Piet Swimberghe)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content