Lekker BALEN

Neem het slechte gevoel, vloek eens goed, jank desnoods. Maar negeer het niet. © Illustratie Mayken Craenen

Bekijk de dingen door een positieve bril en je komt vanzelf vooruit in het leven. Het is een populaire mantra vandaag. Excuseer dat we u ietwat brutaal van uw roze wolk sleuren, maar een garantie op succes is dat allerminst. Niemand ontsnapt aan negatieve emoties, dus kun je ze maar beter accepteren en begrijpen.

Je presentatie is door technische problemen de mist in gegaan ? Een vriendin heeft je net een lelijk verwijt naar het hoofd geslingerd ? Die laatste mail van je baas doet je bloed koken ? Onaangenaam natuurlijk, en toch loop je er beter niet van weg. Neem het slechte gevoel, vloek eens goed, jank desnoods. Maar negeer het niet. Want vaak wordt het té simpel voorgesteld. U kent de clichés. Negatieve emoties ? Zet ze toch gewoon om in positieve gevoelens ! Helaas, zo werkt het écht niet. Het heeft zelfs een averechts effect, beweert Susan David, professor psychologie aan Harvard, die al twintig jaar emoties bestudeert. Pogingen om verontrustende gedachten en gevoelens te corrigeren kunnen tot een hoop ellende leiden, zoals obsessies en verslavingen, schrijft ze in haar jongste boek Emotionele flexibiliteit. “Als we ze proberen te veranderen in positieve emoties gaan we ons gegarandeerd slechter voelen.”

“Vroeger hoorde je weleens dat je een maagzweer zou krijgen als je bijvoorbeeld geen uiting zou geven aan je woede, maar dat is wetenschappelijk achterhaald”, vertelt professor emeritus gedragsbiologie Mark Nelissen van de Universiteit Antwerpen. Toch wijst hij even stellig als David de reflex om negatieve gevoelens te corrigeren af. “Laat ons even op het rouwproces inzoomen : je kunt jezelf misschien wel wijsmaken dat je na het afscheid van een geliefde het verdriet van je afduwt, maar in werkelijkheid blijft het onder je vel woekeren. Je gaat er hoe dan ook onbewust de invloed van ondervinden, door minder productief of minder alert te worden. Dat je je tegen die emotie afzet, wil nog niet zeggen dat ze haar werk niet doet.”

Het heeft volgens de professor weinig zin om je tegen gevoelens te verzetten omdat ze een biologische betekenis hebben. Ze zijn een innerlijke radar die reageert op belangrijke signalen die de buitenwereld uitstuurt. In de loop van de evolutie hebben ze bewezen dat ze onze overlevings- en voorplantingskansen verhogen. “Emoties zijn een navigatiesysteem dat al zeker miljoenen jaren bestaat”, licht Mark Nelissen toe. “Angst is een van de oudste emoties : het zorgt ervoor dat je snel aan een gevaar kunt ontsnappen. Met dank aan de evolutionaire wortels, die je niet altijd rationeel kunt vatten. Als er plots een groot roofdier voor je staat, moet je in een fractie van een seconde kunnen handelen. In de tijd die je nodig zou hebben om na te denken over wat je doen staat, ben je misschien al opgepeuzeld.”

EMOTIES UIT VERRE OERTIJDEN

“Wij overschatten onze ratio enorm”, zegt professor Nelissen. In zijn boek De breinmachine legt hij haarfijn uit dat vooral onze emoties ons gedrag sturen. “Wij gaan ervan uit dat we in ons dagelijkse handelen steunen op ons verstand. Een vergissing. Het gros van de tijd volgen we ons verstand niet. Als we een technische opdracht uitvoeren of een ernstig gesprek voeren, denken we uiteraard wel na over wat we doen of zeggen, maar voor de rest varen we grotendeels op de inwendige gedragskompassen waartoe onze emoties behoren. Zelfs als we bijvoorbeeld een huis kopen. De definitieve beslissing nemen we puur op wat we ons buikgevoel noemen.”

Emoties zijn dus inwendige programma’s die in het verleden hun waarde hebben bewezen, maar in onze huidige complexe samenleving kunnen ze weleens verkeerde signalen geven. “Voor een leeuw zouden we nu niet bang meer moeten zijn. Als we er tegenwoordig mee geconfronteerd worden, is dat dier in gevangenschap en vormt het geen bedreiging. Voor de échte gevaren van deze tijd, zoals sigaretten – hoeveel mensen sterven er niet door hun rookgedrag ? – voelen we dan weer geen angst. Evolutionair zit die angst ons, jammer genoeg, nog niet ingebakken.”

Precies omwille van die onvolkomenheden is het cruciaal om te begrijpen waar een emotie vandaan komt. Het is goed om na te denken waarom je iets voelt en je af te vragen wat er met je aan het gebeuren is. “Verdriet bijvoorbeeld heeft altijd met verlies te maken : je bent iets waardevols kwijt. Dan kun je niet anders dan die emotie volgen. Je kunt niet zeggen : ‘Ik vind verdriet een ellendige emotie, ik ga daar niet aan toegeven.’ Laat die emotie haar uitwerking hebben.”

WE MOETEN ERDOOR

Emotionele flexibiliteit, dat hebben we volgens Susan David nodig. Dat krijgen we pas als we ons bewuster worden van onze emoties en ze leren accepteren. Emotionele flexibiliteit staat lijnrecht tegenover emotionele starheid, waarbij we vertrekken van aannames en vuistregels die ons misschien ooit – in onze jeugd of in een eerdere liefdesrelatie – van pas kwamen, maar vandaag niet meer. Net daarom verstoren ze onze ontplooiing. Je gedrag is dan niet meer in overeenstemming met wie je op dat moment bent. Steeds meer onderzoek legt het causale verband bloot tussen die starheid en de ontwikkeling van een reeks psychische ziekten zoals depressiviteit en angststoornissen.

De kracht van de emotionele flexibiliteit heeft Susan David zelf vroeg ontdekt. Ze groeide op in het door apartheid verdeelde Zuid-Afrika. Niet alleen was ze getuige van heel wat geweld, toen ze zestien was, kreeg ze ook nog eens te horen dat haar vader kanker had en nog maar enkele maanden te leven had. Een zorgzame lerares Engels moedigde haar aan een dagboek bij te houden. Daarin begon ze te schrijven over de ziekte en dood van haar vader. “Het zorgde er niet voor dat ik minder verdrietig was, maar het stelde me in staat om over de ingrijpende ervaring heen te komen. Het leerde me hoe je moeilijke emoties onder ogen moet zien in plaats van ze te proberen te vermijden.”

POSITIEF DENKEN ALS REM

Stel : je wilt een paar kilo’s kwijt. Minder eten en meer bewegen dus. En positief denken, uiteraard. Maar zo eenvoudig is het niet, stelt Susan David. Als bewijs voert de Amerikaanse psycholoog een onderzoek aan naar een aantal vrouwelijke deelnemers aan een afslankcursus. Een groep moest zich voorstellen dat ze de cursus al hadden afgerond en nu allemaal een slank postuur hadden. Een tweede groep kreeg de opdracht om zich situaties in te beelden waarbij ze misschien in de verleiding zouden komen om zich niet aan hun dieet te houden. Een jaar later had de eerste groep minder kilo’s verloren dan de vrouwen die gedwongen waren realistisch over het proces na te denken en met de worstcasescenario’s rekening te gehouden.

“Fantaseren over het gemakkelijk bereiken van je dromen helpt niet”, concludeert Susan David. “Je hersenen voor de gek houden door ze te laten geloven dat je je doel al hebt bereikt, hindert je zelfs.” Positieve fantasieën kalmeren – je bloeddruk wordt meetbaar lager – maar tegelijk zuigen ze de energie weg die we nodig hebben om gemotiveerd te blijven en door te zetten, zo ontdekte Gabriele Oettingen, professor psychologie aan de universiteit van New York. Wie in de afslankcursus de beste resultaten haalde, had dit te danken aan een combinatie van optimisme en realisme. Het is uiteraard belangrijk om te geloven dat je je doel zult bereiken, maar je moet ook aandacht besteden aan de obstakels die je de weg versperren. Dat heet ‘mentaal contrasteren’.

GEVAAR ! HELP !

Wie niet weet welke keuzes te maken, kijkt om zich heen om te checken wat andere mensen doen. De gevoelens en daaruit voortspruitende handelingen van anderen beïnvloeden ons meer dan we kunnen bevroeden. Deze sociale aanstekelijkheid of emotionele besmetting is – alweer – evolutionair te verklaren. Emoties hebben ervoor gezorgd dat we, samen met de termieten, de meest sociale diersoort op aarde zijn. Wanneer mensen samenwerken, komt daar veel interactie bij kijken. “Daarbij is het heel belangrijk dat je elkaars emoties kent”, vertelt Nelissen. “Dankzij die empathie zijn mensen in staat om gevoelens van de ander over te nemen. Dat maakt dat mensen die samenwerken goed op elkaar afgestemd zijn en op dezelfde golflengte zitten.”

Wat blijkt ? Negatieve emoties zijn niet zo besmettelijk. “Positieve emoties worden sneller overgenomen omdat ze de groepsgeest versterken”, stelt Mark Nelissen. “Als iemand vreugde uitstraalt, zal de samenhorigheid toenemen en de interactie verbeteren. Dat is een van de redenen waarom we zo graag in groep lachen, het brengt ons dichter bij elkaar. Voor het uiten van negatieve gevoelens gaat dat minder op. Uitgezonderd angst en woede misschien. Als iemand bang is, waarschuwt dit ook de anderen voor gevaar. En als iemand kwaad wordt, wakkert dit agressie aan bij zijn medestanders, een mechanisme dat de strijdvaardigheid van het team bevordert.”

Verdriet hoeft niet geprojecteerd te worden op de hele groep, maar enkel gericht op diegenen die troost kunnen bieden, zoals een vriend of familielid. En zo komen we bij een stokpaardje van professor Nelissen : het is niet uit zwakte dat vrouwen gemakkelijker huilen dan mannen. “Huilen is voor vrouwen een emotioneel alarmsignaal. Zij zijn veel socialer ingesteld dan mannen. Als ze bij emotionele problemen beginnen te wenen, laten ze eigenlijk zien dat ze hulp nodig hebben. Je gaat gemakkelijker iemands problemen serieus nemen als je tranen ziet. Mannen hebben meer de neiging om hun emoties te verbergen, uit schrik om statusverlies te lijden.”

GEBOREN ZWARTKIJKER

De ene huilt al bij een reclamespot vol puppy’s, de ander houdt decennialang zijn tranen binnen. De mate waarin je lucht geeft aan je gevoelens hangt van individu tot individu af. “Dat is voor een stuk genetisch bepaald, maar ook de opvoeding speelt een rol”, stelt Nelissen. “Zo krijgen kleine jongens soms nog altijd te horen dat ze hun emoties beter niet te fel tonen. Ervaringen in je kindertijd kunnen een invloed hebben. Als men je uitlacht omdat je weent, ben je nadien sneller geneigd om je tranen te bedwingen. Ook de culturele factor is bepalend. In de Japanse cultuur leert men bijvoorbeeld om gevoelens te onderdrukken, men wil absoluut de indruk vermijden dat men door emoties gestuurd wordt.”

Negatieve emoties zijn dus goed, maar trop is te veel. Om de onverbeterlijke klager, die kwistig de bad vibes rondstrooit, lopen we liefst in een boogje heen. “Een negatieve ingesteldheid is een persoonlijkheidskenmerk”, verklaart Mark Nelissen. “Sommige mensen ervaren meer negatieve emoties omdat ze zwartgalliger zijn. Ze zien meer dreigementen en gevaren dan anderen. Daardoor krijgen de positieve emoties bij hen niet zoveel de kans om naar buiten te komen.” Gelukkig schipperen de meesten onder ons tussen zwartgalligheid en optimisme. Dat is ook een soort van emotionele flexibiliteit natuurlijk.

Emotionele flexibiliteit, Susan David, Meulenhoff Boekerij, 19,99 euro.

Tekst Peter Van Dyck & Illustratie Mayken Craenen

Professor Mark Nelissen: “Dat je je tegen een emotie afzet, wil nog niet zeggen dat ze haar werk niet doet, en onder je vel blijft woekeren”

Onze gevoelens hebben een biologische betekenis. Ze zijn een navigatiesysteem dat al miljoenen jaren bestaat

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content