Jean-Paul Mulders

‘Erg ruimdenkend kun je het niet noemen: iemand wegzetten omdat die toevallig eerder ter wereld is gekomen’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

‘Wat we vaker zouden moeten doen, vooraleer een zin met ‘oudere’ in uit te spreken, is even luisteren hoe die klinkt met ‘migrant’ of ‘vrouw’ in de plaats’, lees ik op Twitter. ‘Want vraag me niet wanneer, maar ergens lijken we beledigingen aan het adres van 55-plussers normaal te zijn gaan vinden.’

De tweet komt van Stijn Baert, de professor die omnipresent en omnipotent is. Strak in het pak, snedig kapsel en blijkbaar de enige arbeidseconoom van het land, te meten aan het aantal keren dat hij als dusdanig in de media wordt opgevoerd. Soms ergert hij mij door de inflatie te relativeren, terwijl ik die in de winkel ijskoud door de rekken hoor gieren. Los daarvan vind ik het bevreemdend als mensen die Baert heten, ook effectief zijn voorzien van de beharing die als dusdanig wordt omschreven. Het is fijn als de vlag de lading dekt, maar de wereld moet ook niet te saai worden.

Dit keer echter doet de tweet van Baert mij knikken. Geen idee wat de professor heeft aangezet tot deze vlaag van menselijkheid. Misschien voelt hij het verstrijken van de jaren zelf aan zijn tenen knabbelen. Hij is tenslotte al negenendertig. Het is best wel akelig als de wereld opeens kantelt. Niemand heeft je ervoor gewaarschuwd dat je van het nest met jonge honden plotsklaps in het schuthok van de boomers zou donderen.

Boomer komt van babyboomer: technisch gesproken is dat een sterveling die tussen 1945 en 1955 het levenslicht zag. Tegenwoordig wordt echter iedereen op dat miserabele hoopje geschoffeld die boven de veertig is of oubollige denkbeelden koestert. Vind je foutloos schrijven belangrijk, of lijkt het je niet zo veilig om met een koptelefoon op je hoofd door de stad te fietsen? “Oké boomer”, wordt dan gerold met de ogen. “We leven in 2023, je kunt er maar beter aan wennen.”

Ik ken mensen van twintig van wie de fantasie past in een theelepel.

Erg ruimdenkend kun je het niet noemen: iemand wegzetten omdat die toevallig eerder ter wereld is gekomen. Je hebt daar even weinig bij in de pap te brokken als bij de plaats van je geboorte, je huidskleur, geslacht, geaardheid of een van die andere hoedanigheden waarvan een beetje redelijke mens vindt dat je er niet voor mag worden achtergestoken. Neem nu die bizarre journalistieke gewoonte om na iemands naam de leeftijd tussen haakjes toe te voegen, als was het een allesoverheersende eigenschap. Dat is het dus zelden. Ik ken mensen van twintig van wie de fantasie past in een theelepel. Ik ken mensen van zeventig met gedachten die van het leven wemelen als een kleurrijk koraalrif in de Stille Zuidzee. Mijn vader was zo iemand. Hij cultiveerde zijn weelderige wenkbrauwen en vond het fijn dat die hem deden lijken op Gandalf de tovenaar: His eyebrows were so bushy that they stuck out beyond the brim of his hat’. Ik probeer mij nog altijd iets voor te stellen bij die rare beschrijving uit Lord of the Rings.

Maar om terug te keren naar de professor met het snedige kapsel: ‘Mijn favoriete plek’, zei Stijn Baert nog in een interview met Het Nieuwsblad, ‘is een straat omsloten door treinsporen.’

Dat vond ik een dichterlijke gedachte van onze enige arbeidseconoom.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content