Een tocht met een veredelde veerboot tussen de Noorse fjorden: van de bewoonde wereld naar de poort van de noordpool, weg van alles.

Gretel Van den Broeck

Een lunch met walvis aan boord van een schip van de Noorse veerroute Hurtigruten: het is één en al misleiding. Je denkt dat je vis gaat eten, maar uiteindelijk zit je in een donkerrode vleesklomp te snijden en ondertussen maakt de middagzon zulke lange schaduwen, dat het wel avond lijkt. En met het Noorse spel van fjorden, water, wolken en avondlicht als voortdurend voorbijschuivend tafereel, heb je vanuit je luie stoel toch steeds het gevoel alsof je in beweging bent.

Ook de Hurtigruten-schepen zelf spelen graag hun spel. Toiletzak omgekieperd, deodorant in de toiletpot en mascara weggerold tot aan de deur. Kleerhangers die van de ene kant van de buis naar de andere kant schuiven, vreemde geluiden, een stampend schip en een maag die dit alles minder en minder ziet zitten. Dit kan gebeuren als je bij barslecht stormweer ’s nachts de zee bent opgegaan. Met een beetje geluk heeft de mooiste zeereis van de wereld ook dit in petto. Want na een ietwat gespannen nacht een platte dag op het dek doorbrengen, heeft écht een helende werking. Rustige zee, zeteltje onder ’t lijf, plaidje op de benen, blik op de uitzonderlijk ronde en toch ruwe bergen; en voor de rest mag alles mee met de wind.

Het woord hurtig betekent ‘haastig’ in het Noors, en gaf meer dan honderd jaar geleden een naam aan de snelveerdienst die tijdens de zomer de havens tussen Trondheim en Tromsí aandeed en tijdens de winter een minder noordelijke route voer. Zulk een veerdienst heeft natuurlijk niets te maken met het gebeuren van pakweg een veerbootje op de Schelde. Een Noors kustveer moet zomaar even de afstand Brussel-Gibraltar overwinnen. En dat is in vogelvlucht, want door de ontelbare eilanden, fjorden en landtongen heeft Noorwegen een werkelijke kustlengte van 53.000 kilometer. Voor eiland- en fjordbewoners betekende deze veerdienst een communicatieve doorbraak. Brieven die weken en tijdens de winter maanden onderweg waren, werden nu op enkele dagen besteld. Voedsel kon op korte tijd vervoerd worden, zieken bereikten op tijd een hospitaal, en wie wilde kon ook mee op vakantie. Een defecte auto, een ren met kippen, verhuisdozen, een nieuwe wc-pot, een krat vol conservenblikken; de cargoruimte werd volgestouwd met de meest uiteenlopende waren.

Vandaag pendelen elf schepen van de Hurtigruten tussen het Zuid-Noorse Bergen en het nabij Rusland liggende Kirkenes, en ze hebben een systeem voor nachtnavigatie dat ook het varen tijdens de duistere Noord-Noorse winter mogelijk gemaakt. Een van deze schepen is de Kong Harald, een kustschip dat zevenhonderd passagiers kan vervoeren. De huthuurders kunnen genieten van een eigen badkamer met wc en douche, een ontbijt- en lunchbuffet en een opgediend diner, een fitnessruimte met sauna en een was- en strijkplaats. Een cruise dus, zou je denken, maar de bewuste keuze om gogogirls en glittervariété uit de avonden te weren, maakt deze reis veeleer een ontspannende natuurervaring. Vooral oudere levensgenieters hebben dit goed begrepen. Bij zonnig weer wagen ze zich op het dek of in een van de talrijke aangedane havenstadjes, maar het meest zie je ze aan de brede ramen onder de captain’s bridge, waar ze hun boek of borduurwerkje neerleggen om door een verrekijker naar gletsjers, bergketens en vogels te kijken.

Natuurobservatie is er ook voor de pendelaars. Zij schepen in voor enkele uren of zelfs voor een nacht, hangen ondertussen wat rond in de cafetaria, de bar of op het dek en kijken naar hoe hun fjorden en bergen er van op het water uitzien. Er zijn ook vreemde vogels onder deze pendelaars: gevangenen krijgen een heuse cel in de buik van het schip, inclusief verzwaarde deur en bijpassend spiedvenster. En ook het vervoer van doden is voor de Hurtigruten-schepen een ware traditie geworden. Die allerlaatste reis naar huis is per schip immers de snelste oplossing na een overlijden in een veraf gelegen ziekenhuis. Wie ziek wordt op het schip, kan aan boord verzorgd worden. En bij hoge nood kan zelfs een kleine operatie uitgevoerd worden door een dokter die in een van de havens wordt opgepikt. Het installeren van deze miniziekenhuizen aan boord is gesubsidieerd door de staat. Een ziekenhuis dichterbij verre dorpjes brengen, komt immers elke Noor in nood ten goede, en bovendien kunnen de Hurtigruten-schepen met een volledige uitrusting ook instaan voor militaire doeleinden. Maar één blik in het cargoruim stelt gerust; aan de hoeveelheid in ijs gelegde vis, de personenwagens, de stapels kartons en de torens houten bouwmateriaal te zien, gaat het Noorse leven voorlopig nog gewoon zijn gangetje.

In het zomerseizoen heeft de Kong Harald voor het dagelijkse leven aan boord een zeventigtal man aan crew rondlopen. Vooral tijdens de maanden november en januari loopt het passagiersaantal op de veerschepen fel terug en wordt het personeelsaantal gehalveerd.

Wegens de uitgebreide cargodiensten blijven de veren de hele winter varen, zelfs als er maar enkele passagiers aan boord zijn. De keuze voor een zeereis tijdens de zware Noorse winter is niet vanzelfsprekend, tenzij je van duisternis en koude houdt natuurlijk. Je merkt al iets van die vroege winter wanneer je begin oktober in de haven van het Noord-Noorse Tromsí arriveert. De besneeuwde oktoberbergen zijn in onze ogen een wintersignaal bij uitstek, maar gids Danieli nuanceert: “Het weer is grillig. Vorig jaar sneeuwde het pas in december, dit jaar hadden we al witte straten in september. Eigenlijk verkiezen we die vroege sneeuwval. In de herfst worden onze dagen immers zeer snel zeer kort, tot er niets overblijft dan een poolnacht die twee maanden duurt. We hebben dan enkel op de middag een beetje gloed en als die op de sneeuw kan reflecteren, is er iets meer suggestie van licht.”

Het hele jaar door, maar vooral tijdens de poolnacht, kan je bij wolkenvrije hemel een heel apart natuurfenomeen bewonderen: het noorderlicht. Het heeft iets te maken met de ioniserende werking van elektrisch geladen deeltjes van de zon, waardoor er sprookjesachtige lichtslierten ontstaan. Noord-Noorwegen hangt vol met foto’s van dit vreemde licht met groenachtige of paarse reflecties op de sneeuw. Licht brengen de Noren ook door hun opvallend kleurgebruik en door hun uitgebreide sfeerverlichting. Elk houten huis heeft een warme kleur, gaande van okergeel, over mosgroen, tot roestrood, en voor elk raam hangen kleine hanglampjes tussen de gordijnen. In Tromsí worden die lichtjes pas gedoofd tegen de lente, als de dagen opnieuw lengen tot aan de niet-ondergaande zon van juni en juli.

De schakeringen van al deze soorten licht, of de suggestie van licht in de winter, zijn amper in woorden te bevatten. Voor schilders is het een uitdaging bij uitstek. Maar wie niet verder raakt dan de beschrijving ‘donker’, is deze ellenlange nacht een deprimerende tijd. Het is opvallend dat sommige Noren spreken van acht seizoenen en dat anderen gewoon zeggen dat ze een winter hebben die zes maanden duurt. Commerciële geesten hebben dan ook geld geroken in solariums, en breiden die graag uit met aroma- en muziektherapie, en ook de verkoop van UV-lampen doet het goed. Tijdens de donkere wintermaanden stoppen de Noren al rond drie uur in de namiddag met werken, om zich naar huis te haasten voor een siësta met koffie en koeken toe. In de zomer werken ze een tiental uur per dag.

Noren houden van thuiszitten, maar de inwoners van Tromsí zijn daarop een absolute uitzondering. Het ‘Parijs van het noorden’ wordt Tromsí genoemd, een bijnaam die deze stad verdient wegens de 18.000 plaatsen in cafés en restaurants. De moeite dus voor de Kong Harald om aan te meren. Dat dit zelfs in de winter mogelijk is zonder ijs te moeten breken, heeft te maken met de verwarmende Golfstroom die in het noorden van Noorwegen voor open havens zorgt. En verder zorgen de vele studenten wel voor een avondlijke opwarming van het klimaat. Wie in hun voetsporen wil treden, doet best restaurant Skarven aan. De koks gooien er uitsluitend traditoneel Noorse ingrediënten in de pan. Vegetariër of dierenliefhebber moet je niet bepaald zijn in Noorwegen, want de kaart staat er vol zeehond, walvis en rendier.

Je kan natuurlijk ook de lutefisk kiezen, een kabeljauwsoort die eerst gedroogd werd, nadien een hoog plumpuddinggehalte krijgt en die geserveerd wordt met baconreepjes. Het is niet meteen een gerecht dat je onmiddellijk als hoofdgerecht moet bestellen. Probeer eerst even met een kleine portie of de nogal glibberige smaak je wel ligt. Wat je er zelf ook van vindt, lutefisk wordt met tonnen gegeten, en dat heeft vooral te maken met de afwezigheid van een grote waaier aan groenten en fruit. Naast ijsroom en enkele bessen zijn opgewerkte kool en wortelen de belangrijkste onderdelen van de desserts. Als je ergens onthaald wordt, zelfs net voor de maaltijd, vind je koffie in je kop, al dan niet met wafels geserveerd. Drank is immers zeer duur in Noorwegen, door de hoge vervoerskosten en de zware accijnzen. Een gewone pint kost al snel 6,20 euro. Sterkere bieren en sterk alcoholische dranken kan je enkel kopen in een staatswinkel, maar dat belet de Noren niet om de aquavit van 40 procent tot de nationale drank uit te roepen.

Een verwarmend drankje moeten ongetwijfeld in de bagagezakken gezeten hebben van de poolexpedities die vanouds uit Tromsí vertrekken. In het Polarmuseet, het museum rond de Arctische geschiedenis, maak je kennis met onder andere Roald Amundsen, de man uit Tromsí die in 1911 als eerste de zuidpool bereikte. Over Amundsen zeggen zijn stadsgenoten dat hij ook als eerste de noordpool bereikte, omdat de foto’s die zijn Amerikaanse concurrent als bewijs van de eerste stap voorlegde, niet de juiste schaduwen hebben. Het museum heeft verder een paar 18de- en 19de-eeuwse jachttaferelen in scène gezet. Een ijsbeer werd geschoten met een achter voedsel verstopt geweer, een zeehond kreeg een haak in zijn kop en een poolvos werd in een val met een neervallende zware steen gelokt. Sinds 1973 heeft Europa de import van zeehonden verboden en is ook de vangst drastisch verminderd. In diezelfde jaren werd ook beslist dat walrussen enkel nog beperkt door poolbewoners geschoten mogen worden en de jacht op ijsberen is helemaal verboden.

De Kong Harald doet verder vooral zeer kleine haventjes aan, waarin de aanlegsteiger vaak maar nipt op de afmetingen van de Hurtigruten-schepen berekend is. Het aanmeren in die kleine stadjes lijkt van op het schip niet veel in petto te hebben, maar enkele kilometers buiten de stadjes vind je een onbeperkte en quasi ongeschonden natuur. Omdat de schepen van de Hurtigruten dagelijks of vaker aanmeren, is het haalbaar om je reis een dag te onderbreken voor een indrukwekkende natuurervaring. De eilandengroepen Vestertlen en Lofoten zijn daarvoor uiterst geschikt. Wie echt van alles weg wil zijn, kan de weg zoeken naar het stadje Nyksund, ten noorden van de Vestertlen. Nyksund staat bekend als ghost town omdat de bewoners er in 1977 vanwege een veel te smalle havengeul uit weggetrokken zijn.

Nyksund ligt werkelijk op het puntje van een eiland, en heeft naast water, rotsen en bergen een aantal ontroerend oude vissershuisjes rond een minihaven liggen. De Duitser Karl Nickel zag al dit ongerepts en besloot met de restauratie van de huisjes te beginnen. Een levenswerk dat nog jaren zal vragen, ook al omdat hij ambachtelijk werkt en nauwkeurig zoekt naar de meest authentieke heropbouw. In zijn Holvik Brygge ontvangt hij sinds 1999 gasten die houden van wind en water, en die graag mee op visvangst gaan of op trektocht in de bergen.

In Nyksund wordt de stilte gedeeld met krijsende zeemeeuwen en je ziet er wondermooie taferelen. Wat viskoppen aan een draad, een oude stoel op de steiger, een bootje dat vertrekt zonder dat je je kan inbeelden waar het in deze uitgestrektheid heen kan varen. Als je het dagelijkse natuurleven van Noord-Noorwegen wilt ervaren, dan moet je hier in Nyksund zijn.

Karl Nickel biedt zijn gasten enkele kamers met gemeenschappelijke douches en leefruimtes. Ook het Noorse leven rond de avondtafel en het haardvuur is hier volop te ervaren.

Als je na enkele intensieve natuurdagen terug naar de stad verlangt, kan de Kong Harald je op twee nachten en één dag tijd naar Trondheim varen. Trondheim is met 150.000 inwoners de derde grootste stad van Noorwegen en is meer dan duizend jaar oud. De meeste houten huizen dateren echter uit de 19de eeuw, en dat is gezien de veelvuldige branden in deze houten stad al heel wat. Trondheim heeft werk gemaakt van het verbreden van de straten – een soort van brandgangen zijn het nu – en dat geeft de stad een waardig karakter. Ook werden enkele smalle steegjes heropgebouwd en op de Trondheimse berg ligt een openluchtmuseum.

Daar kan je de bouwstijlen van door de eeuwen heen bestuderen en er de passende naam bij leren. Een lavvu is een tent van de Samen, een rorbu is een klein vissershuisje, een brygge is een vissershuis met een vooruitstekende visdroogzolder en een hytte is een zomerhuisje dat meestal in de bergen staat. In Noorwegen zijn veel van deze houten huisjes verbouwd tot vakantiewoningen, wat wil zeggen dat ze van hun authentieke charmes zijn ontdaan. Een houten huisje uit de 17de eeuw had bijvoorbeeld meestal isolerende turf en gras op het dak, en meestal stond er nog een geit op om het gras kort te houden. En in de oude Noorse bedden – in sommige families nog steeds in erfenis doorgegeven – stonden de namen van wie daarin geboren of gestorven was. Dat er nooit ramen aan de noordkant waren, had te maken met het sterke bijgeloof rond de woonplaats van het kwaad. In de 11de eeuw heeft koning Olaf het christendom met zachte dwang ingevoerd, zodat het oude Noorse veelgodendom van oppergod Odin het onderspit moest delven. Maar zoals meestal bij volkeren die te midden van machtige natuurkrachten leven, is de overgang van heidendom naar een meer modern geloof de beste bakermat voor bijgelovigheid. Waar de nieuwe godsdienst niet genoeg tegemoet kwam aan de vele vragen rond leven en natuur, ontstonden onzichtbare veroorzakers van weersveranderingen, menselijk lijden, natuurgeweld. Verhalen over deze figuren bestaan nog steeds. Zeemeerminnen, weerwolven en immense zeeslangen leven in de zee, en op het land huizen kleine en grote onzichtbare wezens. De trol, bijvoorbeeld, is aartslelijk, kan de grootte van een mens aannemen en doet niets liever dan zijn slachtoffers te verleiden met een bezoek aan het vertier van de onderwereld. Trollen zie je écht overal in Noorwegen, en ze verleiden nog steeds, maar dan van op de rekken van de toeristenwinkels.

Praktisch

Reis: afhankelijk van de periode en het type van de hut aan boord kost een tweeweekse reis met de Hurtigruten tussen 1389 en 4753 euro. In het laatste geval heb je wel een tweepersoonssuite. Retourvluchten met SAS Brussel-Kopenhagen / Oslo-Bergen en volpension inbegrepen.

Documenten: identiteitskaart of reispas volstaan.

Munt: één Noorse kroon (NOK, of 100 öre) is 0,12 euro waard. Het gebruik van kredietkaarten is algemeen verspreid.

Klimaat: omdat Noorwegen zo uitgestrekt is, zijn zowel in de zomer als in de winter de periodes van licht en donker zeer verschillend. Ook de temperaturen zijn vaak verrassend. Aan de noordelijke kust kan het door de Golfstroom veel warmer zijn dan op andere plaatsen op dezelfde noorderbreedte. In reisgidsen over Noorwegen vind je schema’s waarop je per stad en per periode het klimaat en de uren licht kan opzoeken.

Tips: houd er rekening mee dat Noorwegen ’s avonds weinig vermaak biedt. Behalve op 23 juni: dan wordt het midzomernachtfeest gevierd, met kampvuren en activiteiten in het hele land.

Om bier en wijn te bestellen, moet je minimum achttien jaar oud zijn, voor sterkedrank twintig.

Er geldt erfdienstbaarheid in heel Noorwegen. Met uitzondering van gecultiveerd land mag je overal picknicken en kamperen.

Info: – over het weg-van-de-wereld-verblijf in Holmvik Brygge Nyksund: www.nyksund.com, of Karl H. Nickel, +47 76 13 47 96. inlichtingen en boekingen: www.hurtigruten.com

– Bureau Scandinavia, Meirplein 9, 1070 Brussel, 02 521 77 70.

– Norway Tourism Board, postbus 75120, 1070 AC Amsterdam, Nederland. +31 20 671 28 54.

Website: www.visitnorway.com

De Hurtigruten-schepen spelen graag hun spel. Toiletzak omgekieperd, deodorant in de toiletpot en mascara weggerold tot aan de deur. Een stampend schip en een maag die dit alles minder en minder ziet zitten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content