Voornemens waar je vrolijk van wordt

1 © ISTOCK

Een nieuw jaar, en ze zijn daar weer: de goede voornemens. Maar als je het jezelf nu eens makkelijk maakt? Volgende actiepunten zijn moeiteloos en naadloos in het leven van alledag te passen. En ze werken echt, alle acht, want gestut op wetenschap.

1. GA VOOR DE ERVARING

Stel, je hebt wat euro’s over en je wilt jezelf verwennen. Dan zijn de mogelijkheden oneindig. Je kunt spullen kopen : een handtas, een horloge, een tv. Of je koopt ervaringen: een avondje op restaurant, een concert, een cursus glasblazen. Volgens Daniel Gilbert, psycholoog aan de universiteit van Harvard en auteur van Stumbling on Happiness, krijg je meer geluk voor je geld met het laatste. Dat is volgens Gilbert omdat we ontzettend snel wennen aan spullen. Het plezier van dat nieuwe horloge is na een paar weken of maanden voorbij, maar de herinnering aan pasta alle vongole bij een wondermooie zonsondergang of Prince die Purple Rain zingt terwijl het effectief regent boven de wei van Werchter, heb je voor altijd. Bovendien deel je die ervaringen waarschijnlijk met de mensen om je heen, en de allerbeste voorspeller van langdurig geluk zijn goede sociale contacten. Het is ook goed voor je ego, want ervaringen worden een deel van wie je bent. Het soort mens dat Italiaans spreekt, bergwandelingen maakt of van Mexicaans eten geniet. Gilberts advies is dan ook : als je moet kiezen tussen je vierde zwarte jurk of een avondje cinema, kies dan voor het tweede.

2. LEES een boek

Omdat het (ont)spannend is, omdat je treinrit dan sneller gaat, omdat het je naar een andere wereld transporteert, omdat je anders maar wat ligt te liggen naast dat Zuid-Franse zwembad, omdat het je fantasie prikkelt, omdat het je concentratie verbetert, iedereen heeft zo zijn redenen om een goed boek open te slaan. Hier zijn er nog een paar. Lezen doet je hersenen knetteren. Het zorgt voor nieuwe verbindingen in ons brein, en prikkelt niet alleen ons taal-, maar ook ons zintuigencentrum. Het is letterlijk denksport en traint onze theory of mind, oftewel ons vermogen om te begrijpen dat onze eigen ideeën, verlangens en gevoelens niet noodzakelijk dezelfde zijn als die van iemand anders.

Aan Boston College ontdekten onderzoekers bovendien dat het lezen van fictie ons empathischer maakt. Door mee te leven met de personages kweek je emotionele betrokkenheid die ook na de laatste pagina in je dagelijkse leven doorwerkt. Hoe complexer de fictie, hoe beter, stelden ze aan de New School van New York vast. Literatuur met zijn gelaagde, feilbare personages maakt je empathischer dan pulp vol stereotiepe of karikaturale figuren.

3. Maak PRAATJES

Vroeger, toen de dieren nog spraken, spraken ook de mensen met elkaar. De slager wilde weten hoe het met je jongste was, je klaagde tegen de buurvrouw over het weer en in de lift vroeg een collega of je die nieuwjaarsreceptie ook zo fijn/saai vond. Vandaag kijken we net iets vaker omlaag, waardoor de koetjes en kalfjes vaak sneuvelen. Dat is zonde, want we worden goedgezind van dat soort praatjes. Dat ontdekten professor Elizabeth Dunn en haar collega Michael Norton van Harvard, door volslagen vreemden samen te zetten en te bestuderen.

Het maakt niet uit of je introvert of extravert bent, na dat soort sociale interacties voel je je beter, was hun conclusie. Als we een praatje maken met iemand die we niet goed kennen – de barista, de caissière, de vrouw naast je op de tram – glimlachen we meer en doen we ons vrolijker voor, waardoor we ons ook effectief vrolijker voelen. Gewoon een goed idee dus, zo’n kort kletsmoment. Auteur Kio Stark praat al haar hele leven met vreemden, omdat ze gefascineerd is door de verhalen die dat oplevert. “Als je met een buur babbelt over het weer, dan doet dat weer er eigenlijk niet toe, het doet ertoe dat we elkaar erkennen. We bestaan, en we begrijpen elkaar. Daarom zijn die korte contacten zo belangrijk.” Stark schreef een TED-boekje, Praten met vreemden. Haar tips voor het aanknopen van een gesprekje ? Maakt iemand oogcontact, glimlach dan. Geef een compliment over iemands schoenen. Praat met een kind of de hond en zie hoe de ouder of het baasje reageert. En als je durft, vertel eens iets heel persoonlijks. “Je zult ontdekken dat zo’n kort gesprekje een connectie wordt, een onverwachte en vaak mooie onderbreking van je dagelijkse routine.”

4. Sta RECHTOP

Bewegen is goed voor ons. Meer zelfs, het is het enige dat we hebben dat op een eeuwig-jong-levenselixir lijkt. En dus zijn we vast van plan om het meer te doen in 2017. Alleen, sporten is zo vermoeiend. Je moet je omkleden, tijd maken, douchen, en de dag heeft maar 24 uur. Geen probleem, stelt James Levine, directeur van de Mayo Clinic en auteur van Get Up ! Wat je nodig hebt is N.E.A.T. Non-exercise activity thermogenesis. Beweging die geen sport is, dus. Door de trap te nemen in plaats van de lift, een tram- of bushalte te vroeg af te stappen, je telefoontjes al wandelend te doen, af en toe rechtopstaand te werken, je boodschappen te voet te doen, je middagpauze in te korten en tien minuutjes te gaan wandelen, naar een collega te stappen met je vraag in plaats van te mailen, kun je volgens Levine zo’n 350 calorieën per dag verbruiken. Dat is evenveel als een uurtje zumba, maar dan zonder een druppel zweet te produceren.

5. KOM BUITEN (of koop een plant)

Het valt niet echt meer op, nu we massaal in steden wonen, maar we zijn een diersoort die groen nodig heeft. We genezen sneller met uitzicht op een boom, van een wandeling in het park daalt onze bloeddruk en we leggen betere examens af in klaslokalen met natuurlijk licht. De biofilie-hypothese, heeft bioloog Edward O. Wilson dat gedoopt. We houden van andere levensvormen. In Japan hebben ze de wonderlijke uitdrukking shinrin-yoku tegen, wat letterlijk baden in het bos betekent. De Japanse professor Qing Li doet al bijna veertig jaar onderzoek naar het effect van een paar uur bos op lichaam en geest, en de resultaten zijn indrukwekkend. Ons humeur verbetert, onze energie schiet de hoogte in, onze stresshormonen dalen spectaculair, met als direct gevolg dat ons immuunsysteem een tandje bijsteekt. Dat effect blijft bovendien een paar dagen duren.

Ontzag, bijvoorbeeld voor indrukwekkende bomen of wilde zee, zorgt er bovendien voor dat we ons genereuzer voelen, zo blijkt uit onderzoek. Waarschijnlijk omdat we ons klein voelen.

Kom dus buiten, liefst in de buurt van groen. Maak een wandeling in de tuin, ook al is het mistig. Zet je balkon en je kantoor vol planten. En verander je bureaublad in een natuurbeeld, want zelfs zo’n artificieel stukje natuur heeft effect.

6. DURF g*dverd*mme TE VLOEKEN

Het hoort niet, vloeken. Het is onbeleefd en platvloers. Dat vloeken universeel is – je kunt het in elke taal ter wereld doen – zegt nochtans veel. We hebben het nodig en wel omdat het deugd doet. Niets kan frustratie zo goed uitdrukken als een welgemikte miljaar, en kwaadheid wordt pas echt colère als er een f*ck bij komt kijken. Vloeken zet onze gevoelens linguïstisch kracht bij en maakt ons overtuigender. In de juiste context zorgt het ook voor een onderlinge band : wij kennen elkaar zo goed dat we mogen vloeken in elkaars gezelschap.

Opvallend is dat het ook pijnstillend werkt. Richard Stephens, auteur van het boek Black Sheep : The Hidden Benefits of Being Bad, liet studenten hun hand in een emmer vol ijswater onderdompelen. De studenten die mochten – meer zelfs, moesten – vloeken, hielden dat twee keer zo lang vol als zij die dat niet mochten. Vloeken doet bovendien je hart iets sneller slaan, en ook dat heeft een pijnstillend effect. Hoe groffer de vloek, hoe sterker het effect. Je weet wat je te doen staat bij de volgende waxbeurt, of als je je teen tegen de tafelpoot stoot.

7. Wees DANKBAAR

De Amerikanen hebben er sinds 1861 een hele feestdag voor en dat is zo dom nog niet. Dankbaarheid is goed voor ons en je hoeft er niet eens een familiediner met kalkoen voor te organiseren. “Het is geen gevoel, maar een keuze”, stelt professor Robert Emmons en auteur van Thanks ! , die er aan de universiteit van Californië al bijna twintig jaar onderzoek naar doet. “Het is een discipline die je kunt aanleren.” Voor veel van zijn experimenten vroeg hij aan de deelnemers om op geregelde tijdstippen op te schrijven waar ze dankbaar voor waren. “De gulheid van een vriend, een kleinkind dat zijn eerste goede rapport kreeg, de zon die mooi door de wolken schijnt. Zelfs als onze deelnemers maar drie weken zo’n dagboek bijhielden, zagen we voordelen.”

En wel op drie vlakken. Psychologisch, uiteraard. Mensen voelen zich positiever, alerter, energieker en aandachtiger en hebben meer plezier in het leven. Ook fysiek zagen de onderzoekers effecten. Mensen die een dankbaarheidsdagboek bijhouden, slapen beter en zorgen beter voor hun lichaam. Ook op sociaal vlak heeft dankbaarheid nut. Mensen worden behulpzamer, socialer, genereuzer en empathischer. Een dankbare houding maakt je ook sympathieker in de ogen van anderen en het lijkt zelfs eenzaamheid tegen te gaan, omdat mensen stilstaan bij wat ze hebben en niet focussen op wat er niet is. Dat is de sleutel tot de verklaring, denkt Emmons. “Je leert om je aandacht op de goede dingen te richten. En op andere mensen ook, want wie nadenkt over waar hij dankbaar voor is, ontdekt dat niet alles rond hemzelf draait.” En het opschrijven ? Dat is nuttig omdat het je gedachten ordent en vage gevoelens concreet maakt. Emmons’ advies : noteer wekelijks een vijftal dingen waar je dankbaar voor bent.

8. DOE waar je goed in bent

Als je zo slim bent, waarom ben je dan niet gelukkig ? Een boektitel die er staat. De auteur, marketingprofessor Raj Raghunathan, ging op zoek naar wetenschappelijk onderzoek over wat mensen gelukkig maakt. Er zijn drie cruciale factoren, zo blijkt. Verbondenheid en betekenisvolle sociale contacten, genoeg autonomie om zelf belangrijke beslissingen te nemen, en goed zijn in dat waar je je dagen mee vult. ‘Meesterschap’, noemt hij dat laatste. “We worden gelukkig van een gevoel van competentie, het beheersen van een vak of vaardigheid.”

Volgens Raghunathan maken we vaak de fout om competentie af te meten aan anderen. Ik ben een betere professor dan mijn collega. Maar sociale vergelijking werkt niet, omdat de criteria niet duidelijk zijn. Want wat maakt een prof de beste ? Meer bekroningen, meer studenten, meer roem ? Daarom raadt Raghunathan aan om naar onszelf te kijken. Vraag je af wat je graag doet, en waar je goed in bent. Dat kan echt alles zijn : lesgeven of koken, lopen of schrijven, verkopen of een kind entertainen, zorgen of een boekhouding in evenwicht brengen. Misschien is dat je job, misschien is dat een hobby, dat maakt niet uit, maar focus op waar je goed in bent, zodat je er steeds een beetje beter in wordt. Dat zorgt voor intrinsieke voldoening, die losstaat van wat er om je heen gebeurt. En daar word je blij van. l

Tekst Nathalie Le Blanc

Vergelijk je vaardigheden niet met die van een ander

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content