Versieren mag weer

Precies honderd jaar geleden, in 1908, verwees architect Adolf Loos het ornament naar de brandstapel. Gelukkig bevrijden we ons nu weer van zijn dwangmatige soberheid en kunnen we roepen : het minimalisme is dood, leve het ornament !

het minimalisme is dood, leve het ornament !

Vier jaar geleden vonden we op zolder een leuk gordijn met grote groene bladmotieven van Marimekko, het Zweedse merk dat in de sixties de markt veroverde met hippe stoffen. Nu doet deze lap dienst als tafelkleed. Iedereen vindt de stof verbazend hedendaags. In het begin moesten we even wennen aan de drukke motieven, maar intussen duiken ze overal op en zijn we er weer aan gewoon. In amper vijf jaar tijd is de ontwerpstijl van architecten, designers en modeontwerpers grondig veranderd. Het minimalisme is vervangen door een speelse decoratie : versieren mag weer. Niet alleen designers als Waanders en Jongerius goochelen met motieven, ook modeontwerpers als Prada, Dolce & Gabbana of Roberto Cavalli inspireren zich op de zwierige belle époque. Een bevrijding, want een beetje decor is een streling voor het oog.

Deze trend komt nu pas goed op dreef, precies honderd jaar nadat de Oostenrijkse architect Adolf Loos (1870-1933) in 1908 het ornament als een misdaad bestempelde. Hij haatte de zwierige art nouveau en vond decoratie een ‘primaire menselijke neiging’. Weglaten van versiering vond hij nodig om de menselijke passies te ‘reguleren’. Cultuur zou ontstaan uit de onderdrukking van de menselijke passies… Wat een enge en onverdraagzame visie ! Maar de man werd en wordt nog steeds door heel wat ontwerpers aanbeden. Het motto van architect Ludwig Mies van der Rohe, ” less is more”, gebaseerd op hetzelfde principe, werd uiteindelijk het credo van het intussen voorbijgestreefde minimalisme.

Misschien draagt ook onze multicultu-rele samenleving bij tot deze ommezwaai. Het Marokkaanse restaurant om de hoek ziet er immers allerminst minimalistisch uit. De westerling stelt vast dat ‘versieringen’ in andere culturen vanzelfsprekend zijn, zowel in architectuur als in design, mode en popmuziek. Dus mogen ook wij er weer van genieten.

Arts & Crafts

Eigenlijk maken we nu weer een soort Arts & Craftsrevolutie mee, zoals in Groot-Brittannië rond 1880. Daar reageerde de gelijknamige beweging tegen de sterke industrialisering en de teloorgang van de kleinschalige, ambachtelijke kunst. Ontwerpers en denkers als William Morris en John Ruskin bepleitten een heropleving van de ambachtelijke traditie uit de Middeleeuwen. Die historische periode op zich is ook weer ‘in’ : de jeugd is dol op magie, ridders en kastelen, en verhalen à la Harry Potter. Het verafgoden van de middeleeuwen gaf destijds aanleiding tot een creatieve boom. Bij ons ontkiemde daaruit de art nouveau en later het modernisme, dat op zijn beurt de Arts & Crafts heeft bekritiseerd. Adolf Loos moet dus begrepen worden als het resultaat van een soort generatieconflict binnen één gezin.

Zelfs de Arts & Crafts zijn een beetje terug. Dat merk je onder meer in de mode, met het opnieuw toepassen van arabesk-motieven in textiel. Deze ornamenten zijn niet zuiver Arabisch of Turks, maar zijn eigenlijk van Chinese oorsprong. Ze werden via de zijderoute over de gehele wereld verspreid. Wat nog maar eens de eeuwenoude band tussen Oost en West onderstreept, precies op het ogenblik dat er zoveel westerse designers en architecten actief zijn in China.

Arts & Craftsparcours in Londen

Liefhebbers van de Arts & Crafts Movement stellen we een kleine monumentenwandeling voor in Londen, destijds het hart van de beweging. We stippen alleen de mijlpalen aan die bepalend waren voor de internationale uitstraling van de stijl. Voor wie al die plaatsen bezoekt, zal de Arts & Crafts Movement geen geheimen meer hebben.

1. Als vertrekpunt kiezen we het schitterende Victoria & Albertmuseum, dat trouwens ook een fraai modemuseum huisvest. Enkele jaren geleden werd de Arts & Crafts Gallery, ontworpen door niemand minder dan William Morris zelf, tot museumrestaurant omgedoopt. Het is een schitterende plek vol designmeubiliar en somptueuze decors met tegels, beschilderingen en houtsnijwerk. Deze salons zijn mysterieus, ze hebben terzelfder tijd iets middeleeuws en oosters. Een inspirerende plek voor een lekkere hap.

www.van.ac.uk 2. Maar chronologisch gezien moet je de wandeling eigenlijk beginnen bij het Leighton House (Kensington) waar de victoriaanse schilder Frederick Leighton woonde. Je waant je er in Constantinopel : grote delen van het huis zijn volledig betegeld met Ottomaanse tegels vol Chinese motieven. Arabesken eigenlijk, die door de Arts & Craftsontwerpers werden bewerkt. Daar zie je waar zij destijds de mosterd haalden.

www.rbkc.gov.uk/leightonhousemuseum 3. Vervolgens kun je naar het Little Holland House (Carlshalton), een kleine, van de sloop geredde museumwoning met een fraai decor. Ze werd in 1902 gebouwd door Frank Dickinson, een leerling van Ruskin en Morris.

www.24hourmuseum.org.uk 4. We raden ook een bezoek aan aan twee stadshotels die zowat de Stockletpaleizen van Londen zijn. Het Mary Ward House werd in 1898 opgetrokken voor een rijke, sociaalvoelende filantroop. Het heeft een schitterende gevel, maar het interieur kan niet worden bezocht. Nog interessanter is het Horniman Museum (Forest Hill) dat in 1898 werd gebouwd voor theehandelaar Horniman, die van over de hele wereld archeologica en etnische kunst meebracht, die in het museum worden getoond : schitterend, maar vrij onbekend.

www.marywardcentre.ac.uk

www.horniman.ac.uk

5. De architect van het Horniman Museum, Charles Harrison Townsend, bouwde ook een andere Arts & Craftsmijlpaal, de White Chapel Art Gallery, een van de toonaangevende hedendaagse kunstgaleries van Londen. De asymmetrische gevel, opgevat als een middeleeuws kasteel, is een puik voorbeeld van de stijl.

80-82 Whitechapel High Street.

www.whitechapel.org

6. Ook de brandweer-kazerne in Euston Road, gebouwd in 1902, is een van de zuivere Arts & Craftsgebouwen van Londen, opgevat als een landhuis. Als je de stijl van dit gebouw goed bekijkt, stel je vast dat de stad vol staat met afgeleide voorbeelden van deze ‘antistedelijke’ architectuur : deze gebouwen staan wel in de stad, maar roepen de sfeer op van het platteland, wat heel erg Brits is.

Euston fire station, 172 Euston Road. 7. In Sloane Street mag je zeker de kathedraal van de Arts & Craftsbeweging niet vergeten, de Holy Trinity, met onder meer een beroemd glasraam van Edward Burne-Jones.

Holy Trinity, Sloane Street.

8. Wie wil shoppen in een Arts & Craftswinkelcomplex moet natuurlijk naar Liberty (Great Marlborough Street) dat op het eind van de negentiende eeuw gebouwd werd als een zeventiende-eeuwse winkel in hout. De firma Liberty verwierf wereldfaam met de verkoop van huisraad en decoratie in Arts & Craftsstijl. Het huidige bedrijf tracht dit pad te respecteren en in het gebouw hangt nog helemaal die oriëntaalse sfeer van een antieke bazaar, maar dan gecombineerd met trendy design en kleding .

www.liberty.co.uk 9. Wie dit parcours heeft verkend, is toe aan een natje en een droogje in de mooiste kroeg van de stad, The Black Friar pub (Queen Victoria Street), in 1905 opgetrokken en gedecoreerd naar de plannen van architect Fuller Clarke.

174 Queen Victoria Street. 10. De Arts & Crafts Movement was sociaal progressief en ecologisch getint : de ontwerpers hielden van laagbouw en groene wijken. Zij zorgden voor de tuinwijken die later ook bij ons populair werden. In Hampstead Garden werd in 1907 zo’n sociaal woonproject opgestart, met de bedoeling verschillende bevolkingsgroepen in een gemeenschap te laten samenleven.

862 Finchley Road.

www.hgs.org.uk 11. Maar wat u zeker moet bezoeken is Bedford Park (West Londen). Dat was het prototype van deze groene stadsarchitectuur. Daar leefden allerlei mensen samen : kunstenaars, acteurs, schrijvers, juristen… De oudste gebouwen, van rond 1880, zijn mooie voorbeelden van de victoriaanse baksteen-architectuur.

www.bedfordpark.org.uk 12. Wie nog even tijd heeft, brengt een bezoek aan The Red House (Beyleyheath, Kent), niet ver van Londen. Architect Philip Webb bouwde dit riante landhuis in 1859 voor de familie Morris. William leefde er met zijn beeldschone vrouw Janey. Het huis bulkt van de objecten ontworpen door de grootmeesters van de Arts & Crafts. Het was een landelijke oase waar de artistieke jetset destijds kwam vertoeven. Het huis had een enorme invloed op de toegepaste kunst en architectuur van het begin van de twintigste eeuw.

www.nationaltrust.org.uk

door Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content