Van mijn erf

© Illustraties Mayken Craenen

De boer, die ploegt voort ? Niets van. Die verenigt zich met collega’s, vult groentepakketten, plaatst automaten en nodigt consumenten uit om zelf te ploegen en – vooral – te oogsten. Soms met zoveel succes dat wachtlijsten nodig zijn.

Convenience. Was het enkele jaren geleden nog een modewoord voor in perfecte partjes voorgesneden wortelen en gewassen sla in plastic zakjes, dan krijgt de term tegenwoordig een heel andere invulling. Zelf je groenten oogsten bij een lokale boerderij en daardoor niet meer op zoek moeten naar een andere hobby. Of een fruitpakket ophalen op een plaats waar je in de loop van de week sowieso komt, zoals een school of een cultureel centrum. Dat wordt vandaag als handig ervaren, zeker door stedelingen die anders zelden toevallig een hoevewinkel passeren.

Bonus : ze nemen meestal gratis een verhaal mee naar huis. Nu de belevingseconomie ook stilaan de huiskamers overneemt, is het mooi meegenomen dat ze hun bezoek kunnen meegeven dat de soep werd gemaakt van groenten “van ’t veld hierachter”. Extra bonus : ouders kunnen hun kinderen meteen aanleren dat melk echt niet in dozen aan de boom groeit.

Maar er zijn ook diepere maatschappelijke stromingen die maken dat almaar meer consumenten kiezen voor – al dan niet biologisch geteelde – lokale voeding. De drang naar duurzaam leven wordt groter en daarbij horen geen groenten die al een vliegreis achter de rug hebben of lapjes vlees van dieren die in het verre buitenland worden geslacht. Dus valt de keuze op brood van granen die door een molenaar uit de buurt tot bloem worden vermalen. Of op het vlees van een dier dat pas wordt geslacht nadat elk onderdeel ervan bij de lokale slager gereserveerd is. Dat daar misschien wat meer voor moet worden betaald, nemen velen er graag bij.

Landbouwers spelen met plezier in op die trends. Zo hoeven zij voor een deel van hun omzet niet te onderhandelen met supermarkten of voedselverwerkers. Bovendien worden ze daardoor minder afhankelijk van export. Startende boeren werken daarom vaak op een andere manier. Ze spreken af wie wat teelt, afhankelijk van op welke grond welke gewassen het best groeien. Daarna bundelen ze de krachten om de consument te bereiken. In sommige steden zelfs met zoveel succes dat hun klanten eerst op een wachtlijst terechtkomen.

Om van een heuse omwenteling te spreken, is het nog te vroeg. Amper tien procent van de landbouwgewassen wordt momenteel rechtstreeks aan consumenten verkocht. Het is ook elk jaar afwachten of die consumenten lid blijven van voedselteams en zelfoogstboerderijen, of toch opnieuw kiezen voor convenience in de vorige betekenis van het woord. Maar een hype die snel weer voorbij is, dat lijkt de boerderij als supermarkt niet te zijn.

Tekst Sjoukje Smedts & Illustraties Mayken Craenen

De drang naar duurzaam leven wordt groter. Daarbij horen geen groenten die al een vliegreis achter de rug hebben, noch vlees van dieren die in het buitenland geslacht zijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content